Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6723

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 12 juli 2012

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Primair arbeidsongeschikte personen - Invaliden - Uitkeringsgerechtigden - Leeftijd - Duur van de uitkering - Relatie

arbeidsongeschiktheid
gehandicapte
invaliditeitsverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
leeftijdsverdeling

Chronologie

12/7/2012Verzending vraag
16/4/2013Antwoord

Vraag nr. 5-6723 d.d. 12 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De afgelopen jaren steeg het aantal primair arbeidsongeschikte personen en invaliden aanzienlijk. Het meest recente jaarverslag van het Rijksinstituut voor de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) geeft een weergave van enerzijds de leeftijdscategorieën van de gerechtigden en anderzijds de duur van respectievelijk de primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Het jaarverslag geeft echter niet de relatie weer tussen de leeftijd en de duur van de uitkering. Deze vraag sluit het door de werkgever uitgekeerde gewaarborgd inkomen uitdrukkelijk uit.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Bij hoeveel burgers duurde de periode van primaire arbeidsongeschiktheid minder dan 3 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

2) Bij hoeveel burgers duurde de periode van primaire arbeidsongeschiktheid tussen 3 en 6 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

3) Bij hoeveel burgers duurde de periode van primaire arbeidsongeschiktheid tussen 6 en 9 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest , en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

4) Bij hoeveel burgers duurde de periode van primaire arbeidsongeschiktheid tussen 9 en 12 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54 jaar, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

5) Bij hoeveel burgers duurde de periode van invaliditeit minder dan 3 maanden? Wat was hiervoor het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54 jaar, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

6) Bij hoeveel burgers duurde de periode van invaliditeit tussen 3 en 6 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54 jaar, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

7) Bij hoeveel burgers duurde de periode van invaliditeit tussen 6 en 9 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54 jaar, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

8) Bij hoeveel burgers duurde de periode van invaliditeit tussen 9 en 12 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011,opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels hoofdstedelijk gewest , en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

9) Bij hoeveel burgers duurde de periode van invaliditeit langer dan 12 maanden? Wat was het uitgekeerde bedrag? Graag kreeg ik deze cijfers voor de periode 2006-2011, opgesplitst per jaar, per statuut, per provincie en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en in de volgende leeftijdscategorieën: jonger dan 20 jaar, tussen 20 en 24 jaar, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54 jaar, tussen 55 en 59 jaar, tussen 60 en 65 jaar.

Antwoord ontvangen op 16 april 2013 :

In antwoord op uw vraag hield ik eraan u mee te delen dat de Dienst Uitkeringen van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) niet beschikt over statistieken die toelaten een verband te leggen tussen de bedragen van de uitkeringen betaald aan de sociaal verzekerden en hun leeftijd of duur van de erkenning van hun arbeidsongeschiktheid.

De Dienst Uitkeringen beschikt evenmin over de gevraagde gegevens met betrekking tot de primaire arbeidsongeschiktheid. Enkel de gegevens met betrekking tot de invaliditeit worden u meegedeeld.

U vindt hieronder de tabellen met het aantal verzekerden die als invalide zijn erkend op grond van de erkenningsduur van hun invaliditeit (invaliditeit van minder dan drie maanden, van drie tot zes maanden, van zes tot negen maanden, van negen tot twaalf maanden en meer dan twaalf maanden). Die tabellen omvatten de periode van 2006 tot en met 2011. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de regeling voor de werknemers en de regeling voor de zelfstandigen en ook de cijfers per provincie worden gegeven.

De door het lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceer, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.