Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6639

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 juli 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

De doodstraf in India (Sikh)

doodstraf
India
Amnesty International
godsdienstige groep

Chronologie

3/7/2012Verzending vraag
14/11/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2154

Vraag nr. 5-6639 d.d. 3 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

India plant de executie door ophanging van Balwant Singh Rajoana op 31 maart 2012. Daarmee zou India het geldende moratorium op de uitvoering van de doodstraf opheffen. Bhai Balwant Singh Rajoana zal in Punjab worden geëxecuteerd voor zijn betrokkenheid bij de moord op de voormalige eerste minister van Punjab, Beant Singh. Het zal de eerste executie in Punjab zijn in 24 jaar. Balwant Singh zit nu reeds ruim 17 jaar in de gevangenis. In India staat die straf feitelijk gelijk aan een levenslange vrijheidsstraf.

Voormalig eerste minister Beant Singh was betrokken bij de uitvoering van brutale massamoorden op Sikhs in Punjab. Hij wordt door veel Sikhs algemeen verantwoordelijk gehouden voor het opdracht geven tot de ontvoering, marteling en dood van talloze jonge Sikh mannen. Hierover bestaat een gedetailleerd rapport van Amnesty International.

(http://www.amnesty.org/en/library/asset/ASA20/008/1995/en/7c461119-39db-4d09-8d3e-fc84e06fe36a/asa200081995en.pdf)

Bhai Balwant Singh Rajoana aanvaardde de doodstraf zonder protest, maar meldde wel dat hij een gebrek aan vertrouwen heeft in de Indiase rechterlijke macht en hij beschuldigde de Indiase rechtbanken ervan dubbele normen toe te passen.

In de afgelopen jaren verheugde Amnesty International zich over het moratorium op de uitvoering van executies in India - de laatste executie vond plaats in 2004 - maar de organisatie uitte tegelijkertijd haar bezorgdheid over het feit dat Indiase rechtbanken elk jaar minstens 50 doodvonnissen uitspreken. Door de aankondiging van deze executie laat India aan de hele wereld, inclusief de EU-lidstaten, weten dat het bereid is om het moratorium op de doodstraf op te heffen als het om Sikh-gevangenen gaat en dat het dus de heersende trend om de doodstraf af te schaffen, wil keren.

Er bestaat nu een reëel risico dat de executie een precedent vormt en India toelaat om ook mensen zoals bijvoorbeeld professor Davinderpal Singh Bhullar te executeren. Zijn zaak is door Amnesty International belicht en al verscheidene malen bij leden van het Europese Parlement aan de kaak gesteld, aangezien de professor illegaal uit Duitsland werd gedeporteerd. Hij verblijft intussen al 17 jaar in de gevangenis en zit al 9 jaar in de dodencel in Tihar Centrale Gevangenis in New Delhi. Deze meest recente aankondiging volgt op de vroegtijdige vrijlating van Kishori Lal, die de doodstraf kreeg voor de moord op drie Sikhs met een hakmes op 1 november 1984. Velen in de Sikh-gemeenschap vinden dat de Indiase autoriteiten schaamteloos Sikhs als doelwit nemen, en vele landen over de hele wereld, waaronder EU-lidstaten, zouden nu het stilzwijgen bewaren omdat ze hun handelsrelaties met India niet in gevaar willen brengen.

Is de minister bereid om namens de Belgische regering contact op te nemen met Barones Catherine Ashton, de vice-president en Europese Commissaris voor Buitenlandse Zaken, met de vraag om onmiddellijk de bezorgdheid van de EU aan India uit te drukken over de executie van Balwant Singh die gepland is voor 31 maart?

Kan de minister de Indische ambassadeur formeel op de hoogte brengen van de bekommernissen met betrekking tot de mogelijke opheffing van het moratorium op de voltrekking van de doodstraf? Zo ja, wanneer zal hij dit doen? Zo niet, waarom vindt de minister deze aanleiding niet voldoende zwaarwichtig om een spoedige diplomatieke demarche te ondernemen?

Antwoord ontvangen op 14 november 2012 :

Zoals u weet is de afschaffing van de doodstraf zowel een Belgische als een Europese Unie (EU) prioriteit. Al sinds 1998 bestaan er EU-richtsnoeren over de doodstraf, die onder meer bepalen dat EU demarches zullen worden overwogen wanneer een officieel of feitelijk moratorium ten einde loopt. Daarom treedt België in dergelijke situaties in EU-verband op. In lijn met de richtsnoeren heeft de EU meteen een demarche ondernomen in India om haar bezorgdheid te uiten over de mogelijke herneming van executies. Sinds 2004 bestaat er namelijk een de facto moratorium op executies in India. Daarnaast legde de EU, bij monde van Hoge Vertegenwoordiger Ashton, een publieke verklaring af. De Indische overheid heeft ondertussen de executie geschorst.  

De EU heeft trouwens in het najaar van 2011 ook meteen een demarche ondernomen toen er een executiedatum werd bepaald voor de 3 mannen die werden veroordeeld voor de aanslag op Rajiv Ghandi. Er werd toen namelijk ook gevreesd voor een mogelijke herneming van executies in India.  

Ik wil er tot slot nog op wijzen dat België in zijn bilaterale contacten en in zijn UPR tussenkomsten ten aanzien van derde landen systematisch de kwestie van de doodstraf ter sprake brengt. Zo heeft België in het kader van het universeel periodiek onderzoek van India voor de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties op 24 mei jongstleden de aanbeveling geformuleerd om zo vlug mogelijk een de iure moratorium in te voeren.