Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6599

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 juni 2012

aan de minister van Justitie

het lange wachten op de beslissing van het in aanmerking komen voor het dragen van een enkelband

vervangende straf
voltrekking van de straf

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
12/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2362

Vraag nr. 5-6599 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Momenteel wachten veroordeelden gemiddeld 3 maanden op de beslissing of ze in aanmerking komen voor een enkelband. In de grote steden blijkt die wachttijd nog veel langer. Eén op de drie kandidaten belandt uiteindelijk in het systeem van elektronisch toezicht. De anderen belanden in de gevangenis. Nooit tevoren bevatte de wachtlijst zoveel kandidaten, bijna 800 veroordeelden. Daarnaast vertoeven 2000 veroordeelde mensen in de onzekerheid of ze voor een enkelband in aanmerking komen. In totaal lopen er momenteel dus ruim 2.700 veroordeelden vrij rond.

Het systeem van de enkelbanden kon blijkbaar altijd moeilijk worden beheerst, maar nooit liepen de wachttijden zo hoog op… terwijl op hetzelfde moment de gevangenissen nooit zo overvol zaten.

Deze dramatische situatie kan nog onmogelijk aan de burger worden uitgelegd, want alweer blijkt dat goed bestudeerde plannen en met heel wat bombarie aangekondigde maatregelen de situatie niet verbeteren… eerder verslechteren. Alweer toont Justitie zich als een flaterend systeem, waar alles steeds opnieuw mislukt. Deze hemeltergende situatie zou men verkeerdelijk als potsierlijk kunnen uitleggen, lachwekkend zoals de immer flaterende Guus. Maar de humor verdwijnt als men de immense menselijke en maatschappelijke schade in kaart brengt.

Bevestigt de minister de ronduit beschamende cijfers over wachttijden voor de enkelbanden? Beaamt de minister dat Justitie zich in dit verhaal alweer toont als een immer flaterend systeem, dat er steeds opnieuw niet in slaagt om de gestelde doelen en de beoogde resultaten te behalen? Hoe verklaart de minister deze aanhoudende euvels? Waar ligt de aansprakelijkheid voor deze mislukkingen? Met welke argumenten kan de minister deze opstapeling van fouten en flaters nog goedpraten? Vindt de minister niet dat zij in deze situatie door haar administraties voor schut wordt gezet, dat het apparaat dat instaat voor het gevangeniswezen niet bij machte is - zo blijkt toch keer op keer - om een adequaat gevangenenbeleid uit te voeren? Vindt de minister het niet hoogst dringend om ten gronde in te grijpen? Gaat de minister akkoord dat de tijd van knutselen en steeds opnieuw proberen nu voorbij is en dat radicale maatregelen nodig zijn, zodat minstens de indruk kan worden gewekt dat onze overheid op dit vlak enige adequate output realiseert?

Antwoord ontvangen op 12 juli 2012 :

Uit de gegevens verstrekt door het systeem voor statistische extractie “SAS” blijkt dat

Het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht is zowel op organisatorisch als op logistiek vlak in ontwikkeling.

Het personeel van de mobiele equipe is vervangen; zeven personeelsleden zijn reeds in dienst, de negen anderen zijn geselecteerd en de werving wordt afgehandeld. Daarenboven zijn veertien medewerkers geselecteerd voor de monitoring en de administratieve follow-up; zij worden zij eerstdaags geworven. Op termijn zal het personeel 1 500 personen onder ET tegelijk kunnen controleren.

Er wordt overigens een nieuw computerprogramma ontwikkeld voor de administratieve follow-up van de personen onder ET. Het programma zou eind dit jaar moeten worden ingevoerd.

Mijn diensten werken actief aan nieuwe administratieve regels voor de toepassing en de follow-up van ET. Inzonderheid de procedures voor installatie en follow-up worden vereenvoudigd. De korte gevangenisstraffen zullen uitgevoerd worden, voornamelijk door middel van spraakherkenning. De onderzoeksrechters zullen het ET eveneens kunnen gebruiken als modaliteit voor de tenuitvoerlegging van een aanhoudingsbevel. In dat geval worden de beklaagden gecontroleerd via GPS. Ook over de invoering van een nachtshift in het NCET wordt thans onderhandeld.