Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6590

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 29 juni 2012

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Asielaanvragen - Genderidentiteit - Seksuele oriëntatie - Holebi's - Transgenders - Kwaliteitsvolle beslissingen - Specialisatie

politiek asiel
illegale migratie
seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
officiële statistiek
asielzoeker
genderidentiteit

Chronologie

29/6/2012Verzending vraag
24/7/2012Antwoord

Vraag nr. 5-6590 d.d. 29 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In haar beleidsnota stelt de staatssecretaris het "nemen van de juiste en kwaliteitsvolle beslissing binnen een korte termijn voor iedere asielzoeker" in het vooruitzicht. Een snelle procedure is ontegensprekelijk een goede zaak voor elke asielzoeker. De diensten worden evenwel geconfronteerd met een gestage stijging van het aantal aanvragen op basis van genderidentiteit en seksuele oriëntatie, meer bepaald asielaanvragen van holebi's en transgenders, die in hun land van herkomst omwille van hun seksuele geaardheid vervolgd worden.

1) Hoe wordt het begrip "kwaliteitsvolle beslissing" ingevuld in het geval van asielaanvragen op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit?

2) Hoe wordt vermeden dat het stereotiep denkbeeld over holebi of transgender binnen het geloofwaardigheidsonderzoek aan terrein wint ?

3) Zullen er, gelet op de korte beslissingstermijn, maatregelen en middelen zijn om alle bevoegde asielinstanties in staat te stellen zich voldoende te specialiseren in asielaanvragen op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit?

4) Hoeveel asielaanvragen ontvingen de diensten van Asiel en Migratie in 2011 en tijdens de eerste drie maanden van dit jaar? Graag een oplijsting volgens geslacht en het land van herkomst van de aanvragers.

5) Hoeveel van deze aanvragen werden positief beoordeeld?

6) Bij hoeveel van deze aanvragen bleek na onderzoek dat de asielzoekers die een aanvraag deden omwille van seksuele oriëntatie of genderidentiteit helemaal geen holebi waren?

Antwoord ontvangen op 24 juli 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. Een kwaliteitsvolle asielbeslissing is, ongeacht het profiel van de asielzoeker of de aangehaalde vervolgingsmotieven, een beslissing die juist is, goed gemotiveerd en genomen na een grondig onderzoek van alle mogelijke aspecten die kunnen beschouwd worden als een indicatie van een gegronde vrees voor vervolging (Conventie van Genève) of een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer (subsidiaire bescherming).

2. De protection officers van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), de onafhankelijke asielinstantie die bevoegd is voor de inhoudelijke beoordeling van asielaanvraqen, worden maximaal geïnformeerd over de situatie in de regio en herkomstlanden die zij behandelen. Daarnaast worden protection officers zo goed mogelijk voorbereid op de behandeling (met inbegrip van het interview) en de beoordeling van asielaanvragen waarin genderaspecten aan bod komen, zoals dit ook het geval is voor asieldossiers waarin andere specifieke aspecten (minderjarigheid, psychologische problemen, enz…) aan bod komen.

3. Het CGVS stelt zeer veel informatie ter beschikking van protection officers. Deze informatie wordt op zeer regelmatige tijdstippen geactualiseerd volgens de recente gebeurtenissen en tendensen in de landen van herkomst. Het CGVS besteedt voortdurende zorg aan het genderperspectief in asieldossiers alsook aan de vele andere specifieke problematieken binnen de asielproblematiek. In haar jaarverslag 2011 wijdt het CGVS een hoofdstuk aan de gender-dimensie in de behandeling van asielaanvragen.

4. & 5. Het CGVS heeft hierover nog geen exacte cijfers. Bij de asielaanvraag bij de Dienst Vreemdelingenzaken wordt niet geregistreerd omwille van welk motief iemand zijn land van herkomst heeft verlaten. Dit komt pas naar voor tijdens het gehoor bij het CGVS.

De cijfers wat het aantal beslissingen betreft waarin een gendergebonden motief wordt aangehaald zijn gebaseerd op trefwoorden in asielbeslissingen, gecodeerd in de databank van het CGVS.

In 2011 werden er 2 417 beslissingen genomen waarin één of meerdere gendergebonden motieven werden aangehaald (dit betreft beslissingen van asielaanvragen die in 2011 of eerder werden ingediend). 947 waren beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus, 61 waren beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus en 1 409 waren weigeringsbeslissingen.

De eerste drie maanden van 2012 werden er 658 beslissingen genomen waarin één of meerdere gendergebonden motieven werden aangehaald. 164 waren beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus, tien waren beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus en 484 waren weigeringsbeslissingen.

6. De asielinstanties beschikken momenteel niet over gegevens die een antwoord kunnen bieden op deze vraag.