Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6285

van Marie Arena (PS) d.d. 22 mei 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De maatregelen die genomen werden na de aanslag op de moskee in Anderlecht

terrorisme
islam
religieus conservatisme
moslim

Chronologie

22/5/2012Verzending vraag
25/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2114

Vraag nr. 5-6285 d.d. 22 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De brand in de Ridamoskee in Anderlecht, waarbij de imam het leven verloor, en de reacties die dat incident uitlokte, tonen aan dat er bepaalde spanningen in onze samenleving bestaan.

De moslimexecutieve van België heeft op dinsdag 13 maart een oproep gedaan tot kalmte en matiging en een lans gebroken voor meer dialoog en burgerzin bij alle moslims in België. De moslimexecutieve heeft de aanslag krachtig veroordeeld. Niets kan dergelijk geweld verantwoorden, wie ook de daders of wat ook de motieven zijn.

De inspanningen om via dialoog de sociale cohesie te bewaren, verdienen de steun van de verantwoordelijke instanties, ook van de overheid. We moeten waakzaam blijven.

Mijn vraagt luidt als volgt:

U bent bevoegd voor de interculturele dialoog. Welke maatregelen hebt u als dusdanig genomen om beter te vatten wat er op het spel staat en welke partijen erbij betrokken zijn? Welke maatregelen bent u voornemens te nemen om de sociale vrede te bevorderen en de pogingen om dat soort voorval te instrumentaliseren, te verijdelen?

Antwoord ontvangen op 25 juli 2012 :

De aanwezigheid van radicale bewegingen in ons land is wel degelijk reëel en het is belangrijk waakzaam te blijven.

Het zou echter betreurenswaardig zijn mocht het debat verglijden tot het over dezelfde kam scheren van islam en radicalisme, met het risico dat er een gemeenschap met de vinger wordt gewezen.

De strijd tegen de vormen van extremisme is van fundamenteel belang in een democratische samenleving. Het gaat hier om de strijd van alle burgers, eveneens van de burgers van moslimbelijdenis.

Ik was dan ook verheugd dat enkele duizenden moslims op zondag 18 maart te Anderlecht hebben deelgenomen aan een “witte mars” tegen het extremisme, naar aanleiding van de aanslag op de sjiietische Riadmoskee.

De organisatie van deze manifestatie was in handen van de hele moslimgemeenschap en de organisatoren beklemtoonden dat Brussel zich niet wil laten verdelen door tegenstellingen tussen sjiieten en soennieten.

Voor wat betreft de interculturele dialoog, is de hernieuwing van de Moslimexecutieve een prioriteit waarop de minister van Justitie zich toelegt.

Ten slotte zal ik voorstellen doen aan het ministerieel Comité Inlichtingen en veiligheid voor wat betreft de actualisering van het plan Radicalisme.

Dit plan zal een federale preventiestrategie bevatten, die een veilige en eerbiedvolle samenleving als beginsel vooropstelt. Het voorkomen van gewelddadige radicalisering evenals van polarisatie liggen in de lijn hiervan. De strategie legt de nadruk op de versterking van bescherming- en weerstandsfactoren tegenover radicalisering.

Deze sociaal- preventieve aanpak wenst een invloed te hebben in een vroeg stadium van het radicaliseringsproces, zodat escalatie naar een gewelddadige radicalisering niet plaatsvindt.

Het preventieplan beoogt dus in een vroeg stadium te interveniëren met het stimuleren van sociale samenhang en dialoog. Dergelijke sociaal-preventieve aanpak overstijgt de verschillende bevoegdheidsniveaus. Zodra de preventieve strategie die de nadruk legt op een “veilige en eerbiedvolle samenleving” met de verschillende partners overlegd zal zijn, zal ik niet nalaten ruimschoots over de doelstellingen en betrachtingen van dit actieplan in communicatie te treden.