Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6258

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 mei 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

De continuïteit van de projecten na de recente besparingsoperatie

ontwikkelingshulp

Chronologie

15/5/2012Verzending vraag
25/5/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2097

Vraag nr. 5-6258 d.d. 15 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de recente besparingsoperatie besliste de federale regering om ook het budget voor ontwikkelingssamenwerking met 50 miljoen euro te verminderen. Uiteraard reageerden de bij de ontwikkelingssamenwerking betrokken verenigingen erg teleurgesteld. Ze verwezen daarbij ook naar het ongetwijfeld negatieve gevolg van deze besparing voor het bereiken van de doelstelling om 0,7% van het bbp voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking te stellen.

De minister reageerde meteen sussend en verklaarde overduidelijk dat de besparing geen enkel lopend project zal bedreigen en dat, integendeel, een budget van 100 miljoen werd vrijgegeven dat eerder op vraag van de EU-commissie was bevroren.

Bevestigt de minister dat de besparing van 50 miljoen op het budget van ontwikkelingssamenwerking geen enkel negatief effect op de lopende projecten zal hebben? Hoe verklaart de minister deze verheugende, maar intrigerende uitspraak? Worden deze besparingen meer dan gecompenseerd door de 100 miljoen extra die aan het budget wordt toegevoegd? Kan de minister deze ontwikkeling toelichten? Betekent deze evolutie dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking nu met 50 miljoen stijgt en niet met hetzelfde bedrag krimpt? Beamen de betrokken middenveldorganisaties deze interpretatie en zetten zij hun eerdere teleurstelling om in tevredenheid? In welke mate zal de groei van het budget de benadering van de 0,7% bbp bevorderen?

Antwoord ontvangen op 25 mei 2012 :

Ontwikkelingssamenwerking bestaat vandaag niet langer enkel uit “projecten”, maar uit een brede waaier soms erg diverse interventies: projecten (één enkele doelstelling te bereiken binnen een bepaalde periode), programma’s (meerdere specifieke doelstellingen te bereiken binnen een langere periode en in het kader van eenzelfde algemene doelstelling), beperkte bijdrage aan een ontwikkelingssector dat door een partnerland wordt bepaald in overleg met meerdere andere kapitaalverschaffers (Program Wide Approach, Sector Wide Approach), deelname aan “basket fundings”, sectoriële budgettaire hulp, algemene budgettaire hulp, enz.

De besparingen van 50 miljoen op de Staatsbegroting 2012 van België ten laste van ontwikkelingssamenwerking werden over de hieronder vermelde verschillende onderdelen gespreid:

De 100 miljoen euro die bevroren werden, werden tijdens de discussies van het budgettaire conclaaf vrijgemaakt.

De maatschappelijke organisaties pleiten inderdaad verder voor het behoud van het budget voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking tot de ratio ODA/BNI van 0,7 % in 2015 (Europese verbintenis, de Belgische verbintenis, dat 2010 betrof, werd niet gehaald). Zij merken de laatste jaren echter de forse toename van het Belgische budget voor ontwikkelingssamenwerking, waardoor België zich plaatst net na enkele zeldzame donateurs van de DAC die deze doelstelling behaalden.

De uitvoering van de begroting 2012 voor 95 % zal het bereikte ODA-bedrag van 2011 kunnen handhaven. Aangezien de budgettaire beperkingen de volgende jaren strenger zijn, benadruk ik overigens dat de impact van de Belgische ontwikkelingssamenwerking ondanks dit feit nog verbeterd kan worden. Ik werk hier op gouvernementeel, multilateraal en niet-gouvernementeel vlak hard aan.