Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-6021

van Louis Ide (N-VA) d.d. 30 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De openbaarheid van bestuur (IVF-centra)

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
bevruchting in vitro
ziekenhuis
medische gegevens
infectieziekte
openbaarheid van het bestuur
volksgezondheid
toegang tot de informatie
consumentenorganisatie
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten

Chronologie

30/3/2012Verzending vraag
23/4/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2140

Vraag nr. 5-6021 d.d. 30 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In mei 2009 vroeg Test-Aankoop aan de FOD Volksgezondheid een kopie van de rapporten van de handhygiënecampagnes. Zowel de FOD Volksgezondheid als het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) weigerden terecht een kopie te bezorgen. In het kader van de openbaarheid van het bestuur trachtte Test-Aankoop alsnog de rapporten in handen te krijgen. Test-Aankoop haalde zijn gram in het kader van de openbaarheid van het bestuur, doch de Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie achtte dat het belang van de openbaarmaking van de gegevens niet opweegt tegen de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden. In februari 2010 trok Test-Aankoop naar de Raad van State, om enerzijds nogmaals de openbaarmaking van de rapporten af te dwingen, anderzijds om het advies van de federale Beroepscommissie voor milieu-informatie nietig te laten verklaren. De Raad van State oordeelde dat er geen uitzonderingsgrond bestond volgens de wet van 11 april 1994 van de openbaarheid van bestuur. Doch in zijn rapport volgt de auditeur de redenering van de federale Beroepscommissie voor milieu-informatie. Op die basis werden de rapporten niet vrijgegeven. Op 15 december 2011 besliste de Raad van State het advies van de federale Beroepscommissie voor milieu-informatie niet te vernietigen.

Mevrouw de minister, ik heb u steevast gefeliciteerd met deze houding, maar de strijd is nog niet gewonnen.

Op het Vlaamse niveau – hoewel niet direct uw bevoegdheid, doch wel interessant om weten – vragen individuen bijvoorbeeld de visitatierapporten op van bepaalde ziekenhuizen, waaruit ze dan selectief bepaalde zaken doorspelen naar de vulgariserende pers. Meestal gebeurt dat met het doel schade te berokkenen aan de reputatie van een ziekenhuis. Er is met andere woorden een tendens naar misbruik van dergelijke rapporten. Ook op federaal niveau trekt die trend zich door. Ook vandaag worden bij het FAGG rapporten opgevraagd over centra actief in het domein van weefsels en bloed. Er worden in casu zeer selectief rapporten over een bepaald ivf-centrum gevraagd. In de logica van de strijd die de minister tegen Test-Aankoop voert, vermoed ik dat ze ook dat niet kan goedkeuren. Vandaar mijn volgende vragen:

Heeft de minister weet van het feit dat een bepaald lokaal politicus een rapport inzake een bepaald ivf- centrum opvraagt bij het FAGG?

Gaat de minister ermee akkoord dat dit rapport niet mag gegeven worden en wel omwille van de redenen zoals aangehaald in het dossier Test-Aankoop?

Wil de minister er structureel werk van maken om de deur 'openbaarheid van bestuur' te sluiten indien het leidt tot misbruik, manipulatie, het berokkenen van schade, creatie van gevaar voor de volksgezondheid, enzovoort?

Antwoord ontvangen op 23 april 2012 :

In antwoord op de concrete vraag in verband met het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG) kan ik u mededelen dat ik pas zeer recent een vraag tot inzage van een rapport met betrekking tot een IVF-centrum heb gekregen. Deze procedure moet zijn beloop nog krijgen waardoor ik vandaag hierop nog niet concreet kan ingaan.

Wat uw meer algemene vraag betreft inzake de openbaarheid van bestuur, wil ik zeggen dat ik op geen enkele manie een strijd voer tegen Test-Aankoop.

Ik ondersteun enkel de beslissingen die mijn diensten namen in drie specifieke dossiers, waarop Test-Aankoop de wet op de openbaarheid van bestuur wil doen toepassen. Volgens mij, op basis van een diepgaande analyse, moeten andere belangen dan die van de openbaarheid in rekening worden genomen.

De Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid heeft inderdaad geen inzage gegeven in rapporten van individuele ziekenhuizen waarnaar u verwijst (handhygiëne, nosocomiale infecties en ombudsrapporten), omdat het telkens ging om gegevens met een vertrouwelijk karakter, die op vrijwillige basis werden overgemaakt. Het publiek maken van deze gegevens zou ertoe kunnen leiden dat men niet meer geneigd zou zijn dergelijke informatie aan de overheid mee te delen of zou kunnen leiden tot een niet correcte rapportering.

Dit zou nefast zijn. Het bezorgen van correcte gegevens is immers noodzakelijk in het belang van de patiënt en van de overheid. Het overmaken van niet-correcte gegevens zou ook de keuze van het ziekenhuis door de patiënten kunnen misleiden. Een dergelijke situatie zou uiteindelijk kunnen leiden tot een schending van het recht op een goede zorg en als dusdanig in strijd zijn met de rechten en vrijheden die door de Grondwet worden gewaarborgd.

In het dossier van de noscomiale infecties werd deze stelling overigens onderschreven door de Federale beroepscommissie voor de toegang tot de leefmilieu-informatie, wat de Raad van State ertoe gebracht heeft om de beslissing van de Federale Beroepscommissie niet te vernietigen. Voor wat de handhygiënecampagnes betreft, werd door mijn administratie een nieuwe beslissing genomen rekening houdend met het standpunt van deze Federale beroepscommissie. Inzake de openbaarmaking van de rapporten van de ombudsdiensten van de ziekenhuizen loopt nog steeds een procedure bij de Raad van State.

Ik ben mij bewust van het belang van een correcte informatie, daarom heb ik er mij toe geëngageerd om een zo groot mogelijke transparantie te creëren zonder de fundamentele rechten en vrijheden te schenden. Vandaar dat ik advies heb gevraagd aan de Federale Raad voor patiëntenrechten alsook aan de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen met verzoek om binnen een redelijke termijn te komen tot een systeem van verzameling en verwerking van de gegevens dat de grootst mogelijke transparantie toelaat. Ik wacht momenteel beide adviezen af alvorens praktische en of reglementaire initiatieven te nemen.