Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5910

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 19 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Zwangerschapsafbreking - Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Terugbetaalde verstrekkingen

abortus
ziekteverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

19/3/2012Verzending vraag
1/8/2012Antwoord

Vraag nr. 5-5910 d.d. 19 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens een hoorzitting met de vertegenwoordigers van de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking, wezen leden van de Commissie voor de Sociale Aangelegenheden op de noodzaak om de aan de Commissie gerapporteerde cijfers te vergelijken met de door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) terugbetaalde verstrekkingen. Daarnaast werd gewezen op de noodzaak om de correlatie tussen zwangerschapsafbreking enerzijds en armoede anderzijds beter te onderzoeken. In deze vraag peil ik uitdrukkelijk naar cijfermateriaal over het aantal terugbetaalde RIZIV-verstrekkingen, en niet naar de beschikbare informatie in de rapporten van de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking.

Graag had ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1) Graag had ik het aantal terugbetaalde RIZIV-verstrekkingen in het kader van zwangerschapsafbreking verkregen voor de afgelopen vijf jaar waarvoor cijfermateriaal beschikbaar is, opgesplitst per gewest, per aard van de ingreep (zwangerschapsafbreking tijdens respectievelijk het eerste, tweede of derde trimester), per plaats van de ingreep (huisarts, abortuscentrum, ziekenhuis) en in de volgende leeftijdscategorieën: tussen 10 en 14 jaar, tussen 15 en 19 jaar, tussen 20 en 24, tussen 25 en 29 jaar, tussen 30 en 34 jaar, tussen 35 en 39 jaar, tussen 40 en 44 jaar, tussen 45 en 49 jaar, tussen 50 en 54 jaar.

2) Welk aandeel van deze patiënten had reeds meer dan één abortus achter de rug?

3) Welk aandeel van de patiënten bij wie een zwangerschapsafbreking werd uitgevoerd, was primair arbeidsongeschikt of invalide? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen voor de afgelopen vijf jaar waarvoor cijfermateriaal beschikbaar is, opgesplitst per gewest en per aard van de ingreep.

4) Welk aandeel van de patiënten bij wie een zwangerschapsafbreking werd uitgevoerd, viel onder een specifieke regeling van de ziekteverzekering (omnio-statuut, maximumfactuur)? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen voor de afgelopen vijf jaar waarvoor cijfermateriaal beschikbaar is, opgesplitst per gewest en per aard van de ingreep.

5) Welke stappen zal de minister ondernemen om aan de hand van RIZIV-gegevens een beter inzicht te krijgen in de socio-economische status van deze vrouwen?

Antwoord ontvangen op 1 augustus 2012 :

In antwoord op uw vraag, kan ik u de volgende elementen meedelen.

1. Allereerst wens ik te preciseren dat de zwangerschapsafbrekingen door de ziekteverzekering in drie verschillende regelgevingskaders kunnen worden terugbetaald:

  1. In het kader van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, via de terugbetaling van de verstrekking “curatieve of exploratieve baarmoedercurettage, eventueel inclusief dilatatie en afname voor endo-uteriene biopsie”;

  2. Sinds het tweede trimester 2002, in het kader van de overeenkomst voor de medische en psychosociale begeleiding bij ongewenste zwangerschappen, via de terugbetaling van de verstrekkingen die in die overeenkomst worden vermeld;

  3. En ten slotte, sinds juli 2009, in de sector van de geneesmiddelen, via de terugbetaling van Mifegyne, dat wordt gebruikt voor de medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen.

Zoals uit zijn volledige titel blijkt, dekt de verstrekking baarmoedercurettage verschillende indicaties. Uit de facturatiegegevens kan men niet afleiden voor welke indicatie een verstrekking wordt verricht. Het is dus niet mogelijk in dit kader de specifieke uitgaven voor zwangerschapsafbrekingen te kennen.

De farmaceutische specialiteit Mifegyne® 200 mg 3 tabletten wordt sinds 1 juli 2009 terugbetaald in het kader van de volgende geregistreerde indicaties:

  1. Medicamenteuze afbreking van een ontwikkelende intra-uteriene zwangerschap, in sequentieel gebruik met een prostaglandineanaloog, tot 63 dagen amenorroe;

  2. Verzachting en dilatatie van de cervix uteri voor de chirurgische afbreking van de zwangerschap tijdens het eerste trimester;

  3. Voorbereiding van de werking van prostaglandineanalogen voor de afbreking van zwangerschap om medische redenen (na het eerste trimester);

  4. Opwekking van weeën bij overlijden van de foetus in utero, bij patiënten die niet in aanmerking komen voor prostaglandine of oxytocine.

Op basis van de gegevens geboekt door de verzekeringsinstelingen in 2009 en 2010, zijn de uitgaven en de hoeveelheden van Mifegyne afgeleverd in ziekenhuisofficina opgenomen in volgende tabel:

Jaar/Année

Uitgaven/Dépenses

Hoeveelheden/Quantités

2009

25.416,44  €

1.466

2010

69.270,98  €

4.070

Totaal/Total

94.687,42  €

5.536

Het was mogelijk de verstrekkingen in het kader van de overeenkomst (bedoeld in punt b hierboven) grondiger te analyseren. Die overeenkomst voorziet in twee verschillende verstrekkingen. De eerste omvat de psychosociale gesprekken en de preliminaire medische onderzoeken. Als na afloop van die verstrekking de rechthebbende beslist haar zwangerschap af te breken, behelst de tweede verstrekking de zwangerschapsafbreking zelf en een medische en psychosociale follow-up.

De meest recente analyses hebben betrekking op de jaren 2005 tot 2008.

Tabel 1: Uitsplitsing van de uitgevoerde tweede verstrekkingen, per gewest, afhankelijk van de lokalisatie van het centrum (in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest franstalige en nederlandstalige centra samen)

Geweest / Région

Aantal / Nombre

2005

2006

2007

2008

Brussel / Bruxelles

4.108

4.125

4.467

4.579

Vlaanderen / Flandre

4.947

5.328

5.600

5.828

Wallonië / Wallonie

3.351

3.599

3.779

3.876

Totaal / Total

12.406

13.052

13.846

14.283

Tabel 2: Uitsplitsing van de gefactureerde tweede verstrekkingen, per leeftijdsgroep

Leeftijd / Age

Aantal / Nombre

2005

2006

2007

2008

10-14

22

27

52

35

15-19

1.587

1.640

1.907

1.582

20-24

2.982

3.088

3.319

2.874

25-29

2.719

2.796

3.037

2.621

30-34

2.253

2.256

2.504

2.071

35-39

1.660

1.799

1.814

1.592

40-44

670

718

727

645

45-49

76

65

78

51

50-54

6

6

3

1

55-60

2

1

1

0

Totaal / Total

11.977

12.396

13.442

11.472

Opmerking: De totalen van de twee tabellen verschillen naargelang van de gegevensbron. De gegevens van de eerste tabel worden verstrekt door de centra zelf en betreffen de uitgevoerde verstrekkingen. De gegevens van de tweede tabel worden verstrekt door de verzekeringsinstellingen en betreffen de gefactureerde verstrekkingen. De gegevens van de eerste tabel zijn in het algemeen hoger omdat sommige verrichte verstrekkingen niet aan de ziekteverzekering kunnen worden gefactureerd. Ook andere factoren, zoals het facturatieritme, spelen een rol.

Wat het stadium van de zwangerschap betreft bij de abortus (eerste, tweede of derde trimester), herinner ik eraan dat de centra de wetgeving die een maximumtermijn van twaalf weken tussen de bevruchting en de zwangerschapsafbreking oplegt strikt moeten naleven, behalve in uitzonderlijke gevallen. Die uitzonderingen zijn beperkt tot medische redenen die in de geconventioneerde centra niet ten laste worden genomen. Zij verwijzen de betrokken patiëntes door naar de ziekenhuizen.

2. tot 4. Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) beschikt niet over die gegevens.

5. De studies die het RIZIV uitvoert over de populatie rechthebbenden van de overeenkomst hebben betrekking op haar hoofdopdracht die erin bestaat de terugbetaling van sommige geneeskundige verstrekkingen te organiseren. Het RIZIV is niet bevoegd een diepgaande sociaal-economische studie van de doelpopulatie van de overeenkomst uit te voeren. Bovendien kan het verzamelen en doorsturen van sommige gekruiste gegevens een inbreuk zijn op de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.