Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5869

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 maart 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Het overlijden van een brandweerman bij een interventie op de autosnelweg

autoweg
ongeval bij het vervoer
brandbestrijding
arbeidsongeval
eerste hulp

Chronologie

15/3/2012Verzending vraag
16/7/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1710

Vraag nr. 5-5869 d.d. 15 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent overleed een brandweerman tijdens een interventie na een verkeersongeval op de E17 te Deerlijk. De brandweerman was bezig om een veiligheidsperimeter aan te brengen bij een eerder verkeersongeval en werd tijdens deze bezigheden dodelijk aangereden.

Elk overlijden van een lid van onze veiligheidskorpsen bewijst hoe precair en gevaarlijk deze jobs zijn en blijven, ondanks alle mogelijke trainingen, reglementen en preventieve acties. Mede daarom verdienen politie- en brandweermensen veel respect en optimale werkomstandigheden.

Naast de grote droefenis die dit overlijden heeft veroorzaakt bij familie, vrienden en collega's, rees meteen de vraag naar de oorzaak van dit dodelijke accident. Daarover klonken er in de media twee stemmen. De commandant van het korps waartoe de overleden brandweerman behoorde, koppelde dit meteen aan een tekort aan structuur en vooral aan besparingen. Die verplichten de korpsen om minder mensen in te zetten, zowel van brandweer als politie. Hij stelde dat de brandweer er een half uur voor de aankomst van de politie aanwezig was. Hij beklemtoonde dat het bijna een geluk was dat er meerdere brandweerlui aanwezig waren en stelt dat de aanpak bij zulke accidenten de inzet van meer personeel noodzakelijk maken. Anderzijds stelt de brandweervakvereniging BVV dat het hier weliswaar een tragisch ongeval betreft, maar dat dit niet aan besparingen kan worden gekoppeld.

Hoe verklaart de minister dit tragische ongeval? Vindt de minister dat hier inderdaad ernstige vragen rijzen bij het systeem van dit soort interventies? Beaamt de minister dat onder druk van besparingen er soms te weinig mensen worden ingezet en dat er daardoor onverantwoorde veiligheidsrisico's ontstaan? Deelt de minister de analyse van de korpschef van Deerlijk die stelt dat dit soort interventies per definitie de inzet van meer veiligheidspersoneel nodig maakt? Of deelt de minister de analyse van de brandweervakvereniging BVV, die dit ongeval als een ongeval klasseert en geen verband legt met eventuele structurele personeelstekorten bij dit soort interventies? Beoordeelt de minister de huidige aanpak van dit soort accidenten als voldoeninggevend en in een juiste proportie tot de veiligheidsrisico's hieraan verbonden? Op basis van welke argumenten verdedigt de minister haar positie in dit dilemma? Is de minister geneigd om hieromtrent onderzoek te gelasten om eventueel aanpassingen aan de interventiemethodes aan te brengen?

Antwoord ontvangen op 16 juli 2012 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vraag.

Hulp verlenen op de openbare weg is, zeker ’s nachts, altijd een risicovolle onderneming. Op autosnelwegen is het risico bovendien het grootst. Toch moeten de hulpverleners hun opdrachten uitvoeren, maar met minimale risico’s. Daarom moeten telkens passende veiligheidsmaatregelen genomen worden.

In Deerlijk ging het om een tragisch ongeval en in die zin sluit ik mij dan ook aan bij de mening van de Brandweer Vereniging Vlaanderen (BVV). Anderszijds besef ik wel degelijk dat indien men geconfronteerd wordt met het overlijden van een collega, terwijl hij aan het werk was, dit een zeer grote indruk maakt.

Om dergelijke risico’s tot een minimum te herleiden heeft het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid (KCCE) recent een standaard operatie procedure (SOP) ontwikkeld voor het beveiligen van de plaats van interventie door de brandweer. Dit gebeurde in samenwerking met de brandweer en de politie. Het betreft een regel van goed vakmanschap, die instructies bevat om passend (dit wil zeggen voldoende) materiaal en personeel in te zetten, zodat er veilig kan worden gewerkt op de openbare weg. Aan deze SOP is een opleiding gekoppeld, die sinds eind 2011 wordt gegeven in de elf provinciale opleidingscentra. Deze opleiding loopt door in 2012, zodat alle Belgische brandweerlieden ze kunnen volgen.

De Directie Materieel van de Algemene Directie Civiele Veiligheid heeft een markt geopend voor de gecentraliseerde aankoop van signalisatievoertuigen, inclusief kegels, signaal verlichting, borden enz., waarop de gemeentelijke brandweerdiensten kunnen inchrijven. Zo kunnen zij zich voorzien van het noodzakelijke en passende materieel dat aansluit op de SOP.

Wat de inzet van de politie en de samenwerking van politie met de brandweer betreft, wil ik u er op wijzen dat het de bevoegdheid en verantwoordelijkheid is van de lokale diensten om daarover goede afspraken te maken.

Mijn voorganger minister Annemie Turtelboom heeft het KCCE gevraagd een onderzoek in te stellen naar de precieze omstandigheden van het ongeval in Deerlijk. Het verslag besloot tot een multifactoriële oorzaak van het ongeval. Ook de inspectie van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg deed een onderzoek in het kader van de welzijnswet.

Uit wat voorafgaat werd besloten dat op dit ogenblik geen extra initiatieven moet worden genomen omdat passende procedures, evenals opleiding en de aankoop van gepast materieel beschikbaar zijn, om de risico’s op ongevallen bij tussenkomsten van de hulpdiensten op de openbare weg maximaal te herleiden.