Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5698

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 28 februari 2012

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

De kandidaturen voor algemeen directeur van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium

Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium
museum
ambtenaar
SELOR

Chronologie

28/2/2012Verzending vraag
27/3/2012Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-1976

Vraag nr. 5-5698 d.d. 28 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een interview in Le Soir van 4 februari 2012 zegt de algemeen directeur ad interim van de Brusselse federale musea het volgende: "Moi, je n'ai jamais été candidat au Cinquantenaire. Je suis candidat à la coupole". Toch heeft de algemeen directeur ad interim zijn kandidatuur gesteld voor de functie van algemeen directeur van de KMKG, toen die plaats door minister Laruelle in 2010 vacant werd verklaard. Hij eindigde ex aequo met de heer. C. Chariot en een definitieve benoeming is na bijna twee jaar nog steeds niet gebeurd. De openverklaring voor een koepel (een eventuele structuur die KMSK, KMKG en het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) bijeen zou moeten brengen) is nooit uitgeschreven en dit concept is tot nader order ook nooit echt uitgewerkt. In het najaar van 2010 werd de functie van algemeen directeur van het KIK vacant verklaard. Nu blijkt dat de huidige algemeen directeur ad interim ook voor die functie heeft gepostuleerd.

Kan de minister bevestigen dat de huidige algemeen directeur ad interim officieel zijn kandidatuur heeft gesteld voor de functie van algemeen directeur van het KIK?

Kan de minister verklaren waarom de huidige algemeen directeur ad interim solliciteert voor functies die hij niet kan cumuleren en waarvan hij zelf zegt dat hij er niet in geïnteresseerd is?

Waarom is er nooit een openverklaring uitgeschreven voor de functie van algemeen directeur van een mogelijke koepel tussen KMSK, KMKG en KIK? Is de minister het met mij eens dat er in geval van fusie of koepelvorming tussen deze instellingen ook een volkomen nieuwe vakantverklaring voor de functie van algemeen directeur van zulke koepelmoet worden uitgeschreven ? Is de minister het met me eens dat, zolang er geen beleidsbeslissing is genomen in verband met een eventuele fusie of koepelvorming voor deze drie instellingen, een functie van algemeen directeur voor een van die instellingen niet verenigbaar is met een andere leidinggevende functie in een andere instelling?

Antwoord ontvangen op 27 maart 2012 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.

De organisatie van de selectieprocedure voor de betrekking van algemeen directeur van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) werd aan Selor toevertrouwd en opgezet overeenkomstig de huidige bepalingen tot regeling van de mandaatfuncties. In de door Selor geleide fase wordt de lijst van de kandidaten alsook hun motivatie uiteraard niet publiekelijk gemaakt.

Het project voor de reorganisatie van de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) die onder mijn huidige bevoegdheden vallen, werd op politiek niveau opgeschort tijdens de lange periode van lopende zaken.

Het is overduidelijk dat de huidige situatie in de FWI’s niet eindeloos kan blijven duren, met een algemeen directeur ad interim bij het KIK en een algemeen directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België die ambtshalve ook algemeen directeur ad imterim is van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.

De reflectie om die drie FWI’s eventueel in één koepel onder te brengen is nog aan de gang. De tussenliggende optie (tussen een status-quo en de gedeeltelijke of volledige fusie van de drie FWI’s van de pool Kunst) lijkt mij nog niet definitief te moeten worden afgevoerd. Er moeten binnenkort voorstellen bij mijn administratie toekomen,.

Het spreekt voor zich dat als voor een fusie wordt gekozen, er een oproep tot kandidaten wordt gelanceerd. Zij mogen zich in geen geval beroepen op vroeger behaalde resultaten in het kader van een voorgaande selectie die hen aan het hoofd zou hebben gebracht van een instelling met een heel wat beperkter kader.