Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-5400

van Louis Ide (N-VA) d.d. 1 februari 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Voorschrijven scans - Regionale verschillen - Evolutie - Sensibiliseringscampagne

medisch en chirurgisch materiaal
medische diagnose
kosten voor gezondheidszorg
regionale verschillen

Chronologie

1/2/2012Verzending vraag
7/11/2012Herkwalificatie
10/12/2012Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-2638

Vraag nr. 5-5400 d.d. 1 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In antwoord op vraag om uitleg 5-1272 inzake NMR en CT-scans, de regionale verschillen hierin en de niet begrote meeruitgave als gevolg van een ingreep in de nomenclatuur, verschafte de geachte minister mij met enkele cijfers betreffende de gevallen van een CT- of NMR-scan in 2010 per voorschrijver.

Deze cijfers leidden tot de vaststelling dat niet de huisartsen, maar de specialisten de meeste CT- en NMR-scans voorschrijven (respectievelijk 76,6 %, 68,5 % en 77,7 % van de voorschriften kan toegewezen worden aan de Vlaamse, Waalse en Brusselse specialisten). Dit is een positieve algemene trend, maar toch viel op dat de Waalse huisartsen, in vergelijking met hun Vlaamse en Brusselse collega's, een groot aandeel innemen in het voorschrijven van scans (31,5 % voor de Waalse huisartsen ten opzichte van 23,4 % en 22,3 % voor de Vlaamse en Brusselse huisdokters). Wanneer we vervolgens naar de subgroepen voorschrijvers kijken, blijkt dat iedereen, dit wil zeggen zowel de huisartsen als de specialisten en dit in de drie gewesten, vaker CT-scans voorschrijven dan NMR-scans. Toch viel ook hier opnieuw op dat de Waalse huisartsen en specialisten in vergelijking met hun Vlaamse en Brusselse collega's veel vaker doorverwijzen naar een CT-scan in plaats van een NMR-scan (82,97 % van de Waalse huisartsen ten opzichte van 68,25 % en 79,50 % van de Vlaamse en Brusselse huisartsen en 80,10 % van de Waalse specialisten ten opzichte van 70,40 % en 74,47 % van de Vlaamse en Brusselse specialisten), terwijl de Vlaamse en Brusselse huisartsen en specialisten al relatief vaker doorverwijzen naar een NMR-scan (31,75 % en 20,5 % van de Vlaamse en Brusselse huisartsen ten opzichte van slechts 17,03 % van de Waalse huisartsen en 29,60 % en 25,53 % van de Vlaamse en Brusselse specialisten ten opzichte van slechts 19,90 % van de Waalse specialisten). Gezien de grote verschillen in uitgaven tussen de twee vormen van medische beeldvorming is een alert beleid uiterst belangrijk.

Hoe verklaart de geachte minister deze regionale verschillen? Wat gaat zij in deze budgettaire krappe tijden hieraan doen? Wat was het resultaat van de sensibiliseringscampagne gevoerd in 2010? Plant zij een bijkomende campagne specifiek gericht op het voorschrijfgedrag van de Waalse huisartsen inzake CT- en NMR-scans?

De geachte minister maakte ook gewag van een sterke stijging in consumptie van CT- en NMR-scans? Heeft deze trend zich doorheen dit jaar doorgezet? Zo ja, wat gaat zij hieraan doen?

Wat denkt zij van het principe van een budgetneutrale shift van CT richting NMR, om op die manier alleen al de bestralingsbelasting te verhogen?

Antwoord ontvangen op 10 december 2012 :

Het aantal ct-scans uitgevoerd in Belgische ziekenhuizen voor gehospitaliseerde patiënten bedroeg in 2008 533 000 onderzoeken en 523 000 in 2010. De uitgaven gingen in dezelfde periode van 55,2 naar 57,9 miljoen euro. De daling van het aantal onderzoeken is groter in Wallonië dan in Vlaanderen. In Brussel is er een lichte stijging. Volgens het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) beschikt ons land over 250 ct-toestellen (met inbegrip van hybride toestellen).

De gedetailleerde gegevens in verband met de regionale verschillen in het voorschrijven van scans worden binnenkort gepubliceerd in antwoord op uw schriftelijke vraag 5-5400. Ik kan nu al meedelen dat in 2010 gemiddeld 26, 5% van de ct-onderzoeken werd voorgeschreven door een huisarts. In Vlaanderen lag dit aantal op 22,8 %, in Wallonië op 32 % en in Brussel op 23,4 %. Het saldo werd voorgeschreven door geneesheren-specialisten.

Wat de pet-scans betreft, bedroeg het aantal onderzoeken voor de codes 442982 en 442606 in 2008 14 000 en 14 500 in 2010. De uitgaven gingen van 3,5 naar 4 miljoen euro. Er zijn dertien door de Gemeenschappen erkende PET-scans. De Dienst Evaluatie en Geneeskundige Controle (DGEC) heeft vaststellingen gedaan t.a.v. de niet geldig opgestelde toestellen en de onrechtmatige bedragen teruggevorderd.

Het aantal NMR onderzoeken steeg tussen 2008 tot 2010 van 71 000 naar meer dan 80 000. De uitgaven stegen van 6,9 miljoen euro in 2008 tot 8,2 miljoen euro in 2010. Het gaat om ongeveer honderd toestellen.

De uitgaven voor ambulante radiologie per inwoner stegen tussen 2007 en 2010 van 60,52 tot 73,64 euro per rechthebbende. (In Vlaanderen van 56,36 tot 68,94 euro, in Wallonië van 70,78 tot 85,53 euro en in Brussel van 59,70 tot 71,30 euro).

Mijn diensten bereiden momenteel op het domein van de radiologie in overleg met de sector een grondige hervorming voor om de uitgaven beter te beheren. Ik vroeg de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen om een omstandig advies. Het advies zal ter beschikking worden op eind december.