Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-508

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 december 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

China - Mensenrechten - Falun Gong

China
vrijheid van godsdienst
rechten van de mens

Chronologie

10/12/2010Verzending vraag
18/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-508 d.d. 10 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Falun Gong is een spirituele beweging die in China, vooral in de jaren negentig van de vorige eeuw, met groot succes aanhangers verzamelde. Na een vreedzaam protest van de beweging voor het hoofdkwartier van de communistische partij in Zhongnanhai, in juli 1999, werd Falun Gong buiten de wet gesteld en werd ze het slachtoffer van intimidatie en vervolging vanwege de overheid.

Voor die anticampagne heeft de Chinese overheid een speciale organisatie opgericht, het Bureau 610. In de aanloop naar de Olympische Spelen moest Falun Gong steeds meer vervolging ondergaan, wat niet zelden gepaard ging met hardhandige optredens. Verschillende bronnen meldden dat in die periode meer dan 8000 arrestaties werden verricht. Amnesty International berichtte in 2007 over het overlijden van meer dan honderd leden in detentie of vlak nadien wegens marteling, verhongering en gebrek aan medische aandacht.

De leden van Falun Gong worden ook geregeld veroordeeld tot het “heropvoeding door werk-programma”, een vorm van bestraffende administratieve detentie die mensen, zonder enig proces, van hun vrijheid berooft voor maximaal vier jaar. Naar schatting verblijven momenteel 300.000 tot 500.000 mensen in gevangeniskampen. "The Epoch Times" kwam in oktober 2010 met het nieuws dat de Chinese overheid een nieuwe campagne plant om 75 % van de aanhangers van Falun Gong te "transformeren". Dat zou blijken uit interne documenten van de Chinese overheid. Niemand kent de omvang van Falun Gong en dat maakt een raming van het aantal Falun Gong-aanhangers dat momenteel het doelwit is van deze nieuwe intimidaties en vervolgingen bijzonder moeilijk. Men mag echter met zekerheid gewagen van miljoenen mensen.

In de beleidsnota van de minister staat dat mensenrechtenclausules in zo veel mogelijk verdragen en akkoorden moeten worden opgenomen. Hij stelt ook dat België zich verder diplomatiek zal blijven inspannen om het goed bestuur en de rechtsstaat, de “rule of law", te bevorderen, want samen met veiligheid en ontwikkeling zijn dat de beste waarborgen voor de eerbiediging van de mensenrechten.

Ik heb daarom volgende vragen:

1) Welk standpunt neemt de minister in ten opzichte van de vervolging van Falun Gong door de Chinese overheid? Deelt hij mijn mening om die vervolging als een manifeste en grove schending van de mensenrechten te catalogeren?

2) Heeft hij namens onze regering zijn ongerustheid over de behandeling van Falun Gong al expliciet kenbaar gemaakt bij de Chinese autoriteiten? Op welke wijze, bij welke gelegenheden en op welke tijdstippen heeft hij dat gedaan? Indien dat niet het geval zou zijn, plant hij initiatieven om dat alsnog te doen? Zo ja, wanneer, hoe en waar en met welke uitdrukkelijke boodschappen?

3) Heeft deze regering hiervoor al initiatieven genomen op Europees en internationaal niveau? Zo ja, hoe, wanneer en waar? Zo neen, waarom niet?

4) Hoeveel bilaterale verdragen en akkoorden heeft deze regering in deze legislatuur met de Chinese regering gesloten? Hoeveel daarvan bevatten clausules over mensenrechten? Kan de minister mij gedetailleerd opgeven over welke het gaat en waar en wanneer ze werden gesloten? In welke mate zijn die clausules afdwingbaar, met welke mogelijke gevolgen? Wie verzekert de follow-up van die clausules en kan de minister mij gedetailleerd meedelen tot welke concrete resultaten die follow-up heeft geleid?

5) Heeft deze regering al initiatieven ondernomen om specifiek de situatie van de godsdienstvrijheid in China aan te kaarten bij de Chinese autoriteiten? Zo ja, hoe en wanneer is dat gebeurd en kan de minister mij hierover gedetailleerd informeren? Zo neen, waarom niet en welke concrete initiatieven plant hij hieromtrent?

6) Wat is zijn standpunt over het “heropvoeding door werk-programma”? Gaat hij met mij akkoord dat deze vorm van detentie nog maar weinig met een rechtsstaat te maken heeft? Heeft hij namens onze regering zijn ongerustheid hierover al kenbaar gemaakt bij de Chinese autoriteiten?

7) Is hij op de hoogte van het nieuwe initiatief van de overheid om Falun Gong-aanhangers te "transformeren"? Zo ja, heeft hij deze kwestie al aangekaart bij de Chinese ambassadeur ? Zo neen, hoe zal hij deze verontrustende kwestie onderzoeken en volgen?

Antwoord ontvangen op 18 april 2011 :

1-6) Mijn standpunt, net als dat van de Europese Unie, is dat in geval van vervolging, aanhangers van Falun Gong – net als de rest van de bevolking - zich moeten kunnen beroepen op fundamentele mensenrechten en aanspraak moeten kunnen maken op een eerlijk proces. Indien deze rechten niet nageleefd worden is dit in strijd met de internationaal erkende mensenrechtenstandaarden.

2-5) Ik heb, bij mijn recente contacten met de Chinese overheid, niet expliciet de godsdienstvrijheid noch de situatie van de aanhangers van Falun Gong vermeld maar tijdens mijn bezoek aan Beijing in april 2010 heb ik - zowel met mijn collega Minister van Buitenlandse Zaken, Yang Jiechi, als met de Vice-President, Xi Jinping - aspecten van het mensenrechtenbeleid aangekaart. In het bijzonder heb ik gewezen op het belang dat een parlementaire democratie, zoals België, hecht aan respect voor de mensenrechten. Ik heb ook niet nagelaten om de plaats van mensenrechten in een maatschappij met een sterke economische groei, zoals in China, te benadrukken.

3) Het is u welbekend dat België en de Europese Unie veel belang hechten aan de mensenrechtensituatie in China. De Europese Unie voert sinds 1995 een halfjaarlijkse mensenrechtendialoog met Peking. De laatste dialoog had op 29 juni 2010 in Madrid plaats. De rechten van de etnische en religieuze minderheden, het recht op een eerlijk proces en het thema van godsdienstvrijheid werden hierbij aangekaart.

4) Behalve het fytosanitair protocol voor de export van Belgische peren naar China getekend op 6 oktober jl. door de Minister van Klein en Middelgrote Ondernemingen, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Sabine Laruelle, heeft de federale regering sinds het begin van deze legislatuur geen enkel bilateraal akkoord of verdrag afgesloten met de Chinese regering. Het bovenvermelde fytosanitair protocol bevat geen clausule betreffende mensenrechten.

7) Ik ben niet op de hoogte van een nieuw initiatief om de Falun Gong aanhangers te “transformeren”.