Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2922

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 1 augustus 2011

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking, belast met Europese Zaken

Oeganda - Dreigende hongersnood - Structurele hulp aan partnerland en noodhulp

Oeganda
droogte
honger
ontwikkelingshulp
voedselhulp
watervoorziening

Chronologie

1/8/2011Verzending vraag
13/9/2011Antwoord

Vraag nr. 5-2922 d.d. 1 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Diverse districten in partnerland Oeganda zullen dringende noodhulp nodig hebben in de komende weken en dit tengevolge een periode van uitzonderlijke droogte waardoor de oogsten mislukt zijn en het vee komt te sterven, aldus berichtgeving van het Irin. De Ugandese minister voor "Disaster Preparedness", Musa Ecweru stelde in een interview op 27 juli dat vooral de regio van Karamoja zwaar getroffen is. De bewoners van 15 districten in deze regio zijn in acuut gevaar van hongerdood. In deze regio heeft slechts 30% watervoorziening en 80% wordt geconfronteerd met voedselonzekerheid. Momenteel voorziet het World Food Programme (WFP) voedselhulp voor 140.000 mensen. Dit volstaat niet en diverse mensen vluchten heden weg uit de streek.

Ik had dan ook volgende vragen voor de bevoegde minister:

1. Hoe reageert u op de vaststelling van de World Food Programme (hierna WFP genoemd) dat heden ook een partnerland binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking, Oeganda bedreigd wordt door hongersnood en dan in het bijzonder de regio Karamoja?

2. Kan de minister gedetailleerd oplijsten hoeveel middelen momenteel worden ingezet in de desbetreffende regio om voedselhulp aan te bieden en de watervoorziening op te drijven? Kan de minister aangeven of deze volstaan en zo neen, welke bijkomende middelen zijn nodig en hoe gaat ons land het partnerland hierin bijstaan?

3. Heeft de minister reeds een formele vraag om hulp ontvangen vanwege Oeganda voor bijkomende hulp? Zo ja, wat wordt gevraagd en hoe komen wij hieraan tegemoet? Zo neen, is hij bereid aan de Oegandese regering te vragen of zij bijkomende hulp nodig hebben?

4. Kan de minister toelichten hoe wij binnen ontwikkelingssamenwerking onze middelen in Oeganda inzetten om structureel te werk te gaan om dergelijke voedselcrisissen te voorkomen? Ik denk aan landbouwprogramma's waar betere landbouwtechnieken en droogteresistente teelt wordt gepromoot? Kan dit uitvoerig worden toegelicht naar middelen en projecten toe?

5. Kan de minister toelichten hoe wij binnen ontwikkelingssamenwerking onze middelen in Oeganda inzetten om de watervoorziening in deze regio en in andere regio's in Oeganda aanwenden om de watervoorziening voor de bevolking op te drijven? Kan dit gedetailleerd worden toegelicht naar projecten en middelen toe en dienen deze niet te worden opgedreven in het licht van de klimaatopwarming?

Dank voor uw spoedig antwoord

Antwoord ontvangen op 13 september 2011 :

Ik kan het geachte lid, in antwoord op zijn vraag, volgende elementen meedelen.

  1. De situatie is kritiek geweest, zoals ze dat ongeveer elk jaar is in deze droogste regio van Oeganda en daarom door veehoeders bewoond. Toch was het dit jaar veel minder erg dan drie jaar geleden en de situatie in Karamoja is helemaal niet vergelijkbaar met de droogte in Kenia en zeker niet in Somalië. Momenteel zijn de regens teruggekeerd.

  2. De regio heeft inderdaad te kampen met een chronische voedselonzekerheid en verschillende organisaties zoals Food and Agriculture Organization (FAO)en United Nations International Children's Emergency Fund (UNICEF)zijn er permanent actief. De Belgische bilaterale samenwerking is niet direct werkzaam in Karamoja maar het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid ondersteunt een programma van UNICEF en FAO voor structurele verbetering van de voedselzekerheid ten bedrage van 3 miljoen euro; via humanitaire hulp heeft het FAO ook nog eens 700 000 euro ontvangen. De Niet-gouvernementele organisatie (NGO) Vétérinaires sans Frontières, gesteund door het Ontwikkelingssamenwerkingsbudget (OS) budget, heeft er een programma ter ondersteuning van de veeteelt lopen (opleiding van veterinaire staf, verbetering van drinkplaatsen en voorziening van medicamenten) en plant dit uit te breiden.

  3. Er is tot nu toe nog geen enkele officiële vraag ontvangen van Oeganda. De laatste oogsten zijn goed geweest in een aanzienijk deel van het land, wat een toebedeling van de fragiele gebieden zoals Karamoja, toelaat. Toch moeten we signaleren dat de voedselprijzen gestegen zijn tengevolge van de subregionale crisis en tengevolge van de zwakte van de Oegandese shilling.

  4. Onze twee concentratiesectoren van de bilaterale samenwerking, op vraag van de Oegandese regering, zijn gezondheid en onderwijs. Deze worden onder meer ondersteund via sectorale budgethulp en komen dus dok de regio Karamoja ten goede. De NGO’s Trias, Vredeseilanden, Broederlijk Delen en in mindere mate VSF, gecofinancierd door het budget OS, zijn actief in landbouwprogramma’s met een duurzame verbetering van de voedselzekerheid als doel. Via gedelegeerde samenwerking met Denemarken ondersteunt België ook het “Agricultural Value Chain Development/U-growth programma” met 1,5 miljoen euro.

  5. De Belgische NGO PROTOS werkt in de sector van waterzuivering en toegang tot drinkbaar water in de regio van het Rwenzori gebergte.

    Onze samenwerking is erg gevoelig voor wat de klimaatsverandering betreft en we nemen reeds deel aan het ”Clean Development Mechanism” in het kader van het Kyoto Protocol.

    Bij de voorbereiding van een nieuw ISP (2012-2016) denkt België erover na om het instrument van de gedelegeerde samenwerking te gebruiken in dit domein.