Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2661

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 1 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Het draagmoederschap

draagmoeder
India
ambassade
identiteitsbewijs

Chronologie

1/7/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-794

Vraag nr. 5-2661 d.d. 1 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Steeds meer worden we geconfronteerd met de problematiek van draagmoederschap waarbij Belgische wensouders een beroep doen op een draagmoeder in het buitenland.

Op de website van onze ambassade in New Delhi lezen we: "In de huidige stand van de wetgeving wordt het vraagstuk betreffende draagmoederschap als dusdanig niet door de Belgische wetgeving geregeld.

Ten aanzien van dit juridische vacuüm zien onze diensten zich genoodzaakt om geen enkel rechtsgevolg toe te kennen aan buitenlandse documenten die in dat kader werden opgemaakt (geboorteakte, vonnis, …). Die houding wordt aangenomen, ook al werd de lokale wettelijke procedure in het buitenland nauwgezet gevolgd. Datgene wat in het buitenland rechtsgevolgen creëert, veroorzaakt in dit geval geen rechtsgevolgen in onze interne rechtsorde.

Belgische onderdanen die beslissen om een beroep te doen op een draagmoeder in India, ook al respecteren ze daarbij de lokale wetgeving, krijgen geen enkele zekerheid dat dit vaderschap / moederschap zal worden erkend in België, noch dat voor het kind een reisdocument zal worden afgeleverd.

De diensten van de FOD Buitenlandse zaken zullen, wat hen betreft, het van rechtswege vaderschap / moederschap weigeren te erkennen. Die diensten zullen geen enkel reisdocument afleveren en zullen betrokkenen uitnodigen om zich te richten tot de bevoegde rechtbank van eerste aanleg (cfr. art. 23 en 27 Wetboek Internationaal privaat recht)."

Daarom had ik de minister willen vragen:

1. Kan de minister bevestigen dat onze diensten in het buitenland de instructie hebben gekregen om de erkenning van het van rechtswege vaderschap / moederschap te weigeren en geen enkel reisdocument af te leveren? Wat is de precieze instructie?

2. Wat is de juridische grond, rekening houdend met het internationaal privaatrecht, voor deze handelswijze?

3. Werden er de voorbije jaren door Buitenlandse Zaken authentieke buitenlandse akten in gevallen van draagmoederschap wel erkend of gebeurde dat enkel na een uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg?

4. Hoeveel procedures voor de rechtbank van eerste aanleg tegen een beslissing van de diensten van de FOD Buitenlandse Zaken zijn op dit ogenblik hangende in het geval van draagmoederschap?

5. Hoeveel aanvragen tot erkenning van een buitenlandse authentieke akte in het kader van draagmoederschap werden ingediend bij de diensten van de FOD Buitenlandse Zaken in de voorbije 12 maanden?