Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-2657

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 1 juli 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

De volksopstand in Bahrein en de houding van Europa

Belgen in het buitenland
Bahrein
politiek geweld
andersdenkende
politieke situatie

Chronologie

1/7/2011Verzending vraag
11/10/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-747

Vraag nr. 5-2657 d.d. 1 juli 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Manama, de hoofdstad van de ministaat Bahrein, is er net zoals in andere delen van de Arabische wereld democratisch volksprotest. De eerste minister Khalifa Al Khalifa, neef van de koning Sheikh Hamad Al Khalifa en eveneens een lid van de soennitische minderheid die de macht in handen heeft, wordt beschuldigd van mensenrechtenschendingen tegen de onderdrukte sjiitische meerderheid. De oppositie, geleid door de voornamelijk sjiitische Wifaqpartij, eist de installatie van een constitutionele monarchie met grondwettelijke rechten en vrijheden voor de sjiieten.

Om de straatprotesten in Bahrein onder controle te krijgen heeft het regime van koning Sheikh Hamad Al Khalifa in Bahrein steun gekregen van 1 500 troepen uit Saoedi Arabië, en 500 uit de Verenigde Arabische Emiraten. Die treden op onder de vlag van de Cooperation Council for the Arab States of the Gulf en moeten de veiligheid bewaren op belangrijke plaatsen, zoals olie en gasinstallaties en financiële instellingen.

De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) heeft in maart topdiplomaat Robert Cooper naar Bahrein gestuurd om de situatie te gaan opmeten en met de verschillende partijen te praten. Tijdens zijn verslag in het Europees Parlement verdedigde hij het optreden van het regime in de hoofdstad Manama. "Het is moeilijk de rust te bewaren bij grote manifestaties waar mensen bewapend kunnen zijn", verklaarde Cooper, "en accidenten kunnen gebeuren".

De week ervoor was er op het internet een video verschenen waar politie het vuur opende op ongewapende manifestanten. Tot zover vielen in Bahrein een twintigtal doden in het straatprotest.

In Manama is ook de Vijfde Vloot van de Amerikaanse Marine gevestigd die als opdracht heeft om de olie-uitvoer uit de Perzische golf te verzekeren en de Iraanse invloed in de regio in te dijken. Gevreesd wordt dat er achter de sjiitische protesten een Iraanse hand verborgen zit. Dat verklaart ook de snelle interventie van grote soennitische buur Saoedi Arabië. Minister Al Khalifa berichtte over de gelijkenissen tussen de opstand in Bahrein en de wijze waarop de Libanese Hezbollah actie voert.

Er zijn berichten dat de sjiitische oppositie het buurland Koeweit als bemiddelaar heeft aanvaard, maar dit werd de dag erna tegengesproken door het regime in Manama.

De Iraakse premier Al Maliki waarschuwt voor een sektarische oorlog in de regio van de Perzische Golf indien er door de soennitische Saoedi's te hard zou worden opgetreden tegen de sjiitische oppositie.

Mijn vragen aan de minister zijn:

Hoeveel landgenoten bevinden zich thans in Bahrein?

Komen de bilaterale verdragen die ons land met Bahrein heeft in gedrang? Ik denk met name aan de overeenkomsten inzake de luchtvaart en investeringen.

Vertoont de Europese Unie geen selectieve verontwaardiging bij de onderdrukking van het volksprotest in de Maghreb en het Midden Oosten?

Welke rol heeft de Europese Unie gespeeld in de onderhandelingen tussen de oppositie en de machthebbers? Hoe verklaart U de rol van Koeweit als onderhandelaar?

Valt de rol van Saoedi Arabië als ordehandhaver tegen de protesten in Bahrein te rijmen met zijn steun aan de coalitietroepen die in Libië de no flyzone afdwingen?

Weet U wat de Amerikaanse bondgenoten zullen doen in geval de basis van de Vijfde Vloot in gevaar komt?

Heeft U weet van Iraanse betrokkenheid bij de onrusten in Bahrein?

Antwoord ontvangen op 11 oktober 2011 :

  1. Er wonen nog steeds een tweehonderdtal Belgen in Bahrein.

  2. De bilaterale verdragen tussen ons land en Bahrein worden tot nader order niet in vraag gesteld.

  3. Vanaf het begin stuurde de Europese Unie (EU) dezelfde boodschappen: steun aan transitie, hervormingen, dialoog en democratie. Samen met de EU riep België op tot een politieke dialoog tussen het volk en de regering. De EU blijft tevens de politieke en mensenrechtensituatie in Bahrein op de voet volgen. Zo heeft de EU op 15 mei jongstleden de terdoodveroordeling van vier demonstranten en de mogelijke mishandeling van burgers, die tijdens de demonstraties opgepakt werden, aan de kaak gesteld. Politiek werd de nadruk gelegd op het gebrek aan vooruitgang op vlak van het opstarten van een constructieve dialoog tussen de verschillende partijen.

  4. a) Europa bood ook aan om te bemiddelen in de crisis en begin maart stuurde Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de Europese Unie Ashton haar topadviseur Robert Cooper naar Bahrein voor een fact-finding mission.

    b) Het aanbod van Koeweit om te bemiddelen in Bahrein is afgewezen door de regering.

  5. De rol van Saoedi-Arabië in Bahrein moet worden getoetst aan de regionale en geopolitieke situatie. Saoedi-Arabië treedt in Bahrein op met de steun van de Golf Cooperation Countries). De interventie van de coalitietroepen in Libië was gebaseerd op resolutie 1973 van de Verenigde Naties, die gesteund werd door de Arabische Liga.

  6. De situatie van de Amerikaanse Vijfde vloot in Bahrein is een bilaterale kwestie tussen de Verenigde Staten en Bahrein waarop ik geen commentaar kan leveren.

  7. Over de rol van Iran bij de onrusten in Bahrein kan ik zeggen dat er op dit ogenblik geen harde bewijzen zijn voor een rechtstreekse Iraanse betrokkenheid.