Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-251

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 25 oktober 2010

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Toezicht op de ratingbureaus

financiële solvabiliteit
verordening (EU)
geldmarkt
bankcontrole
Europese Autoriteit voor effecten en markten
kredietrating
kredietinstelling

Chronologie

25/10/2010Verzending vraag
28/3/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-17

Vraag nr. 5-251 d.d. 25 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar aanleiding van de kredietcrisis werd het voor de Europese instanties snel duidelijk dat er een strengere regelgeving moest komen voor de 'credit rating agencies'.

Een jaar geleden werd de Europese verordening nr. 1060/2009 van 16 september 2009 inzake de ratingbureaus ingevoerd.

De verordening voorziet vooral in voorwaarden voor de kwaliteit van de ratings en het voorkomen van belangenconflicten. Er wordt bovendien voorzien in een systeem van registratie voor de ratingbureaus.

Volgens uw eerder antwoord in deze assemblee op een schriftelijke vraag gesteld door collega Wouter Beke op 12 januari 2010 en conform het artikel 22 van voornoemde verordening moest elke lidstaat uiterlijk op 7 juni 2010 een bevoegde autoriteit aanstellen voor de toepassing van deze verordening. Deze bevoegde autoriteit moet bovendien over voldoende personeel beschikken wat betreft capaciteit en deskundigheid om deze verordening te kunnen toepassen.

Ratingbureaus kunnen vanaf 7 juni 2010 hun registratieaanvraag indienen. De aanvraag voor de erkenning van ratingbureaus wordt ingediend bij het Committee of European Securities Regulators (CESR), die het dossier aan de nationale markttoezichthouders bezorgt.

Om deze redenen had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1)Werd er ondertussen reeds een bevoegde autoriteit aangesteld in België? Zo ja, dewelke?

2)Beschikt deze autoriteit over voldoende personeel wat betreft capaciteit en deskundigheid om de verordening te kunnen toepassen? Indien niet, wordt dan spoedig werk gemaakt van een uitbreiding van het personeelskader?

3)Hoe zal de bevoegde nationale autoriteit in de praktijk de verordening toepassen en hoe zal zij haar diensten hiervoor organiseren?

4)Indien nog geen bevoegde Belgische autoriteit werd aangesteld, hoe wordt een aanvraag dan verwerkt die volgens de procedure via CESR bij de bevoegde Belgische autoriteit moet terechtkomen?

5)Indien er reeds een bevoegde autoriteit werd aangesteld, werden er reeds aanvragen ontvangen met betrekking tot erkenning en registratie van ratingbureaus? Zo ja, vanwege welke ratingbureaus?

Antwoord ontvangen op 28 maart 2011 :

1. Sinds januari 2010 hebben zich een aantal ontwikkeling voorgedaan in dit dossier.

Zo heeft de Europese Commissie in juli 2010 een voorstel van Verordening goedgekeurd voor de overheveling van het rechtstreekse toezicht op de ratingbureaus naar de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten European Securities and Markets Authority (ESMA), de ter zake bevoegde instelling op Europees niveau.

Tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie is over dit voorstel van de Europese Commissie een akkoord bereikt door de Raad en het Europese Parlement. Dit akkoord houdt in dat ESMA voortaan bevoegd is voor de registratie en het doorlopend toezicht op de ratingbureaus. Aldus wordt een eind gemaakt aan de functies die waren toevertrouwd aan de bevoegde nationale autoriteiten die samen zetelden in toezichtscolleges.

Deze Verordening, die de huidige Verordening (Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus) wijzigt, treedt in werking op 1 juli 2011. Op die datum zullen alle dossiers over registratieaanvragen van of doorlopend toezicht op de ratingbureaus moeten zijn overgemaakt aan ESMA.

Niettemin moet de omzetting in Belgisch recht van deze Verordening worden voortgezet, weliswaar rekening houdend met de laatste wijzigingen, aangezien de nieuwe regels bepalen dat ESMA taken kan delegeren aan de bevoegde nationale toezichthouders.

De Verordening heeft directe werking en vereist als dusdanig geen omzetting. Slechts een aantal bepalingen dienen in het nationale recht te worden vertaald, waaronder de aanduiding van de bevoegde toezichthouder (artikel 22 van de Verordening).

Als lid van ESMA zal de Commissie voor het Bank, Financiën en Assurantiewezen CBFA, die vanaf 1 april 2011 FSMA zal heten (Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten), vanzelfsprekend worden aangeduid als bevoegde autoriteit ten behoeve van de Verordening.

2 en 3. Gezien de bevoegdheden die voor het toezicht op de financiële markten zijn toegekend aan de huidige CBFA en de toekomstige FSMA, beschikken zij over voldoende bekwaam en ervaren personeel om als bevoegde autoriteit op te treden voor de toepassing van de voornoemde Verordening.

4. Nihil

5. Er hebben drieëntwintig ratingbureaus een registratiedossier ingediend bij Committee of European Securities supervisors (CESR), inmiddels omgevormd tot ESMA, en conform de regeling van de betrokken Verordening werden er zes colleges van toezichthouders opgericht.

De CBFA was lid van een college van tien toezichthouders dat de aanvraag diende te onderzoeken van een van deze ratingbureaus dat meer bepaald een dochteronderneming had in België. Alle Staten waar een ratingbureau een dochteronderneming heeft, zijn immers verplicht om te zetelen in het college. Het betrokken bureau heeft evenwel besloten om zijn aanvraag in te trekken zodat het uiteindelijk niet werd geregistreerd.

Bij haar toetreding tot het voornoemde college, heeft de CBFA destijds laten optekenen dat er in België geen autoriteit was aangewezen voor het toezicht op de ratingbureaus en dat haar toetreding tot dit college dus van voorlopige en informele aard was en gebaseerd op de hypothese en het vooruitzicht dat zij door de Belgische wet zou worden aangesteld als de ter zake bevoegde autoriteit.

Daarnaast werden de dossiers van twee ratingbureaus uit derde landen onderzocht in het kader van het zogenaamde certificeringsproces dat het voor dergelijke bureaus mogelijk maakt hun ratings te gebruiken binnen de Europese Gemeenschap.