Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1852

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

België en Turkije - Samenwerking - Projecten

Turkije
bilaterale betrekking
diplomatieke vertegenwoordiging
toetredingsonderhandeling
toetreding tot de Europese Unie
uitbreiding van de Europese Unie

Chronologie

23/3/2011Verzending vraag
1/6/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1852 d.d. 23 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Turkije vraagt omwille vele redenen een belangrijke aandacht van Buitenlandse Zaken. Niet alleen zijn er talrijke landgenoten van Turkse afkomst, het land ligt ook aan de nabije grens met Europa, staat op de valreep van een lidmaatschap van de Europese Unie (EU) en bevindt zich nabij een regio die al geruime tijd in grote turbulenties verkeert. Turkije beneemt ook een bijzondere plaats als gidsland voor heel wat landen uit de Arabische wereld.

Hoewel Turkije nog een weg moet gaan in de richting van een efficiënte, levendige democratie, bewijst het land recent dat het op een rustige, verstandige maar gestage wijze in deze richting wil evolueren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beaamt de geachte minister dat de republiek Turkije, om tal van redenen, als een bijzondere en zelfs prioritaire buitenlandse partner van België moet worden beschouwd? Beaamt hij dat hierbij de steun van ons land aan de democratiserende evolutie van een groot belang is en moet zijn?

2) Op welke wijze wordt Turkije op een uitzonderlijke en prioritaire wijze behandeld? Blijkt dit onder andere uit de kracht van onze diplomatieke aanwezigheid, de contacten met de Turkse ambassadeur, de omvang en kwaliteit van de samenwerkingsprojecten?

3) Besteedt hij in deze context bijzondere aandacht aan de grote gemeenschap landgenoten van Turkse afkomst? Onderhoudt hij speciale contacten met de organisaties zoals Fedactio, een koepel van Turkse middenveldorganisaties?

4) Koestert hij bijzondere plannen voor een verdere ontplooiing van de samenwerking tussen België en Turkije?

Antwoord ontvangen op 1 juni 2011 :

1-2-4. België en Turkije onderhouden zeer goede bilaterale betrekkingen, waaruit het belang blijkt dat beide landen aan elkaar hechten. In het afgelopen jaar hadden een groot aantal bilaterale contacten plaats. Deze werden nog opgevoerd tijdens het Belgisch Europese Unie (EU)-voorzitterschap. Op 4 maart jongstleden had ik in Brussel andermaal een ontmoeting met mijn Turkse ambtgenoot, de heer Ahmet Davutoğlu en op 9 mei heeft eerste minister Yves Leterme eerste minister Erdogan ontmoet in de marge van de 4de Verenigde Naties (VN)-conferentie over de Minst Ontwikkelde Landen waarop we beiden aanwezig waren.

België heeft twee diplomatieke vertegenwoordigingen in Turkije: naast onze Ambassade in Ankara waar 29 mensen werken, hebben we een Consulaat-generaal in Istanbul waar 25 mensen tewerkgesteld zijn en 2 ereconsuls in Antalya en Izmir.

Op basis van de contractuele (associatieovereenkomst van 1963) en de politieke verbintenissen (Conclusies van de Europese Raad van 2004), blijft België het Europees integratieproces van Turkije steunen, op voorwaarde dat Turkije de vastgestelde criteria, in de eerste plaats “de criteria van Kopenhagen”, strikt naleeft. België is tevreden over de reeds ingezette hervormingen en spoort Turkije aan zijn inspanningen ter zake onverdroten voor te zetten en met alle landen in de regio goede nabuurschapbetrekkingen aan te knopen en/of uit te bouwen.

Elk jaar kiezen honderdduizenden Belgen Turkije als toeristische bestemming. De culturele en handelsbetrekkingen tussen beide landen zijn eveneens van tel.

3. Daarnaast telt België een omvangrijke Turkse gemeenschap (180 000 à 200 000 personen), die vrij goed geïntegreerd is. Ik ben uiteraard bereid om organisaties die zulks wensen, te ontmoeten. Als minister van Buitenlandse Zaken heb ik de vertegenwoordiger van Fedactio persoonlijk niet ontmoet. Een contact is echter altijd mogelijk met elke organisatie die dit wenst.