Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1833

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 22 maart 2011

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Ambtenaren - Disponibiliteit - Aantallen en duurtijd - Kostprijs

ambtenaar
ziekteverlof
arbeidsongeschiktheid
officiële statistiek

Chronologie

22/3/2011Verzending vraag
18/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1832

Vraag nr. 5-1833 d.d. 22 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van de ziekteverzekering voor ambtenaren, bestaan er bijzondere regels bij een langdurige werkonbekwaamheid wegens ziekte. Per twaalf maanden dienstanciënniteit verwerft de ambtenaar maximum eenentwintig werkdagen ziekteverlof. Het aantal dagen ziekteverlof staat in verhouding tot het arbeidsregime en niet tot verrichtte prestaties (bijvoorbeeld bij loopbaanonderbreking). Ambtenaren die nog geen zesendertig maanden dienstanciënniteit opbouwden, hebben recht op een voorschot van drieënzestig dagen ziekteverlof, zonder eventuele vermindering, en dit ook bij niet-verrichte prestaties, zoals halftijds werken. Men kan de niet opgenomen dagen ziekteverlof kapitaliseren over de ganse beroepscarrière. Na uitputting van dit ziektekapitaal wordt de ambtenaar in disponibiliteit wegens ziekte geplaatst.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel ambtenaren werden in 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 jaarlijks in disponibiliteit geplaatst wegens het uitputten van het ziektekapitaal? Hoe duidt de geachte minister deze cijfers en deze evolutie?

2) Hoeveel ambtenaren zijn minder dan een jaar in disponibiliteit? Hoeveel tussen een en twee jaar? Hoeveel ambtenaren zijn langer dan twee jaar in disponibiliteit? Hoeveel van de ambtenaren in disponibiliteit werkten minder dan een jaar actief voor de overheid? Hoeveel ambtenaren in disponibiliteit werkten tussen een en twee jaar actief voor de overheid? Zijn er verschillen te vinden in graad van disponibiliteit tussen de verschillende federale overheidsdiensten? Zijn er verschillen merkbaar tussen de woonplaats (provincies) van de ambtenaren in disponibiliteit? Wanneer worden deze ambtenaren op vervroegd pensioen gesteld?

3) Welke financiële kost beneemt deze disponibiliteitsregeling jaarlijks, sinds 2005 tot heden?

Antwoord ontvangen op 18 juli 2011 :

1. Deze gegevens zijn beschikbaar op de website Pdata (www.Pdata.be). Door het ontbreken van een kwaliteitscontrole tot 2008, valt de betrouwbaarheid van deze gegevens met betrekking tot de voorgaande periode te betwisten. Enkel iedere afzonderlijke dienst kan de meest concrete cijfers voor die periode geven.

Sinds 2008 is er een kwaliteitscontrole. Bovendien is er sinds vorig jaar een uitgebreide en viermaandelijkse monitoring, die de globale gegevensverzameling van de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O sterk verbetert.

2. De FOD Personeel en Organisatie beschikt niet over gecentraliseerde gegevens, voor wat betreft de duur van de indisponibiliteitstelling. Dit beheer valt onder de verantwoordelijkheid van de verschillende personeelsdiensten.

Gewesten/provincies

Disponibiliteit wegens

ziekte



Vlaanderen

Antwerpen

39

Vlaams-Brabant

35

West-Vlaanderen

43

Oost-Vlaanderen

60

Limburg

23

 

 

200

Wallonië

Waals-Brabant

16

Henegouwen

54

Luik

49

Luxemburg

3

Namen

15

 

 

137

Brussels HSG

Brussel

25

 

 

25

Totaal

362

De ambtenaren worden op vervroegd pensioen gesteld als ze door de bevoegde Commissie voor Volksgezondheid definitief ongeschikt zijn bevonden om het werk te hervatten.

3. Aangezien we niet over de exacte duur van de indisponibiliteitstellingen beschikken, is het onmogelijk om hierop te antwoorden.