Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1632

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 4 maart 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Fertiliteitbehandelingen - Overtollige embryo's en gameten - Bestemming

geografische spreiding
kunstmatige voortplanting
ongeboren vrucht
medische research

Chronologie

4/3/2011Verzending vraag
5/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1632 d.d. 4 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Alvorens patiënten kunnen overgaan tot een fertiliteitbehandeling, zijn zij sinds de wet van juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtollige embryo's, verplicht om de bestemming op te geven. Gezien het groot aantal fertiliteitscycli in dit land met meerdere embryo' s en de recentere " single embryo transfer " techniek, blijft dus een groot aantal embryo's overtallig.

Graag had ik een antwoord op de volgende vragen gekregen:

1.1) Hoe vaak beslissen ouders om bij het verstrijken van de bewaringstermijn van de overtallige embryo's, die respectievelijk af te staan voor wetenschappelijk onderzoek, donatie of om die te vernietigen? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per nationaliteit.

1.2) Hoe vaak beslissen ouders er voor om hun eventuele overtallige embryo's respectievelijk af te staan voor wetenschappelijk onderzoek, voor donatie of om die te vernietigen " bij scheiding, echtscheiding, wanneer een van de wensouders definitief niet meer in staat is beslissingen te nemen of wanneer de wensouders een onoplosbaar meningsverschil hebben "? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per nationaliteit.

1.3) Hoe vaak beslissen ouders er voor om hun eventuele overtallige embryo's respectievelijk af te staan voor wetenschappelijk onderzoek, voor donatie of om die te vernietigen " wanneer een van de wensouders overlijdt "? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per nationaliteit.

2.1) Hoe vaak beslissen ouders om bij het verstrijken van de bewaringstermijn van de overtallige gameten die respectievelijk af te staan voor wetenschappelijk onderzoek, ter donatie of om die te vernietigen? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per nationaliteit.

2.2) Hoe vaak beslissen ouders er voor om hun overtallige gameten respectievelijk af te staan voor wetenschappelijk onderzoek, voor donatie of om die te vernietigen " bij scheiding, echtscheiding, wanneer een van de wensouders definitief niet meer in staat is beslissingen te nemen of wanneer de wensouders een onoplosbaar meningsverschil hebben "? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per nationaliteit.

2.3) Hoe vaak beslissen ouders er voor om hun overtallige gameten respectievelijk af te staan voor wetenschappelijk onderzoek, voor donatie of om die te vernietigen " wanneer een van de wensouders overlijdt "? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar, per gewest en per nationaliteit.

Antwoord ontvangen op 5 april 2011 :

De huidige wetgeving voorziet niet in de verzameling van de gegevens zoals bedoeld in uw vraag. Het College van Geneesheren “Reproductieve Geneeskunde” is bijgevolg niet op de hoogte van deze informatie, die dus niet is opgenomen in zijn Belgrado jaarverslag.

Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) heeft contact opgenomen met de Belgian Society for Reproductive Medicine (BSRM), dat alle erkende centra voor medisch begeleide voortplanting overkoepelt. Ook deze organisatie beschikt niet over deze gegevens.

Tot slot heeft het FAGG inlichtingen verkregen bij het centrum voor medisch begeleide voortplanting van het UZ Gent. Hoewel deze gegevens onvolledig zijn, zijn ze wel representatief. Hieronder volgen de detailgegevens :

Zoals u weet is het niet mogelijk om op elk van uw vragen een exact antwoord te formuleren voor het ganse land, vermits Belrap deze gegevens niet registreert. Ook per centrum is het niet mogelijk om deze cijfers te geven, niemand registreert die. Alleen door specifiek hierop gericht onderzoek is het enigszins mogelijk op deze vragen te antwoorden, en het artikel van Provoost et al (Provoost V, Pennings G, De Sutter P, Gerris J, Van de Velde A, Dhont M. To continue or discontinue storage of cryopreserved embryos ? Patients' decisions in view of their child wish. Hum Reprod. 2011 Jan 18) biedt hiertoe enige aanwijzingen. Ik vat deze voor u onderstaand samen.

Veerle Provoost heeft interviews en vragenlijsten afgenomen bij patiënten die ingevroren embryo's in bewaring hadden in ons centrum, voordat de wet van 6 juli 2007 in voege kwam (haar onderzoek bestrijkt de periode 2001-2006). Op dat ogenblik werd er voor de start van de behandeling niet gevraagd naar de mogelijke bestemming van overblijvende embryo's, maar wel na het verstrijken van een periode van twee jaar. Patiënten konden toen beslissen om de embryo's verder te bewaren voor opnieuw twee jaar, te doneren voor onderzoek, te laten vernietigen of te doneren aan een ander koppel (anonieme embryodonatie). Indien ze verkozen ze verder te bewaren werd hen twee jaar later dezelfde vraag opnieuw gesteld. De maximum bewaartermijn in ons centrum was zes jaar. Door de wet van 6 juli 2007 is deze procedure uiteraard helemaal gewijzigd en nu is de maximumtermijn zoals overal in ons land vijf jaar geworden. Dit alles is van belang om de resultaten van haar onderzoek te begrijpen.

De belangrijkste conclusies van haar onderzoek waren als volgt: Na een eerste periode van twee jaar bewaring, wilden 40 % van alle koppels die toen nog samen waren de embryo's nog langer bewaren. De helft van deze koppels hadden geen concrete plannen om ze te transfereren en wilden gewoon de beslissing uitstellen en alle mogelijkheden open houden. Bij degenen die de embryo's niet wilden verder bewaren (60 %) was de belangrijkste reden hiervoor het feit dat hun gezin compleet was.

Van deze laatste groep (60 % die hun embryo's niet wilden verder bewaren), wilden 15,9 % hun embryo's doneren aan derden, 49,3 % doneren aan de wetenschap en 34,8 % ontdooien en vernietigen.”