Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1555

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 25 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Belgische banken - Tegoeden van de Algerijnse president - Inbeslagname - Steun aan de democratische krachten

bankdeposito
Algerije
beslag op bezittingen

Chronologie

25/2/2011Verzending vraag
5/5/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1554
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1556

Vraag nr. 5-1555 d.d. 25 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De indrukwekkende ontwikkeling van de revoluties in verschillende Arabische landen en het verdrijven van twee dictators brachten aan het licht hoe deze autocratische regimes ook zichzelf verrijkten. De autoritaire leiders en hun directe omgevingen bestolen hun landen op systematische wijze en beroofden hun bevolkingen van kansen op welvaart en welzijn. Deze rijkdommen verdwijnen niet bij het soms bruuske eindpunt van hun dictatoriale periode. Hun soms decennialang opgespaarde buit zit vernuftig opgeborgen in tal van Westerse financiële instellingen, onroerende eigendommen, aandelen, ... Westerse systemen profiteerden mee van de opbrengsten van hun leegroofstrategie. Een ronduit misdadige collaboratie.

Ons land moet solidair zijn met volkenen die zich bevrijden van dictaturen. Deze sympathie en steun mogen zich niet beperken tot lippendienst. Op dit moment passen vooral duidelijke signalen van daadwerkelijk bijstand, geen mooi verpakte hypocrisie. Te lang betoonde het Westen zich vooral de stille bondgenoot van deze regimes, om de geopolitieke impact, de grondstoffen en andere economisch maar zeker niet sociaal geïnspireerde voordelen. Het is nu de hoogste tijd, meer dan ooit, om deze wat lafhartige strategieën in te ruilen voor een tastbare bijstand.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikt onze regering over informatie van tegoeden, bankrekeningen, eigendommen, ..., van de Algerijnse president en zijn familie die zich in ons land bevinden? Werd hieromtrent al onderzoek uitgevoerd? Zo ja, hoe, wanneer en met welke gevolgen? Zo niet, wanneer zal de regering hiertoe opdrachten geven? Beschikt de regering over instrumenten om de tegoeden op de banken en eigendommen in beslag te nemen? Zo ja, welke? Zo niet, hoe plant de regering toch een slagkrachtig optreden?

2) Starten de diensten van Justitie een onderzoek naar de gruwelpraktijken die hebben plaatsgevonden onder deze autocratie tijdens de voorbije jaren?

3) Op welke wijze ondersteunt onze regering daadwerkelijk de strijd tegen het autocratische regime in Algerije? Hoe profileert België zich als krachtige bondgenoot van de democratische krachten in dit land?

Antwoord ontvangen op 5 mei 2011 :

1-2) Ik verwijs het geachte Lid voor een antwoord op zijn vragen naar de minister van Justitie, bevoegd voor deze materie.

3) Mijn diensten hebben regelmatig contact met leden van de Algerijnse civiele samenleving om op de hoogte te blijven van hun eisen en verwachtingen jegens de Algerijnse regering.

Mijns inziens is een open en oprechte dialoog met de autoriteiten van het desbetreffende land nog steeds de beste strategie om boodschappen te verkondigen en om de vooruitgang op het gebied van de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en goed bestuur aan te moedigen. Deze dialoog kan worden gevoerd ter gelegenheid van bilaterale ontmoetingen maar ook in multilaterale instellingen. Zo sprak België zich naar aanleiding van het universeel periodiek onderzoek over Algerije in april 2008 uit over thema’s zoals godsdienst- en gewetensvrijheid.