Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1503

van Caroline Désir (PS) d.d. 25 februari 2011

aan de staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Call-tv en het recente onderzoek van het Basta-team

kansspel
televisie
telefoon
bescherming van de consument

Chronologie

25/2/2011Verzending vraag
25/3/2011Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-396

Vraag nr. 5-1503 d.d. 25 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Frans)

De VRT heeft onlangs met de uitzending van Basta de aandacht gevestigd op de call-tv. Het Onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties (OIVO) heeft call-tv in een studie van de maand maart al bestempeld als “door de wet verboden deloyale en bedrieglijke handelspraktijken”. De Vlaamse Media Maatschappij (VMMa) heeft vlak na de bewuste uitzending gereageerd door de belspelletjes gewoonweg te schrappen van het programma van vtm, waarvan ze de moedermaatschappij is.

Vorig jaar ontving de Kansspelcommissie bijna tweehonderd klachten, maar geen enkele klacht werd overgemaakt aan het parket. Dat is een pijnlijke kwestie want de slachtoffers van die praktijken, die erg lijken op misbruik van vertrouwen, verliezen vaak grote sommen geld terwijl de bedenkers van de belspelletjes ongemoeid worden gelaten.

U hebt onlangs een strengere reglementering ter zake aangekondigd. In antwoord op een uiteenzetting die ik over dit onderwerp tot u richtte, kondigde u al enkele maatregelen aan. Zo zou u de Kansspelcommissie een heus sanctierecht toekennen en deze spelen onderwerpen aan een vergunning. Kunt u ons zeggen hoever het staat met die maatregelen?

Overigens lezen we in de pers dat een vertrouwelijk evaluatieverslag van 2009 van de FOD Justitie en de Kansspelcommissie al gewag maakte van illegale praktijken, buitensporige aanmoedigingen tot deelname, de niet-naleving van de leeftijdsvoorwaarden, het gebrek aan transparantie in de toelichting van de spelregels, foute antwoorden,.... U hebt aangekondigd dat die spelletjes zouden worden afgeschaft als de commissie binnen een jaar nieuwe misbruiken vaststelt. Denkt u niet dat, gelet op de herhaalde overtredingen van de bestaande reglementering, de verschillende verslagen duidelijk maken dat deze zaak onverwijld moet worden onderzocht?

Antwoord ontvangen op 25 maart 2011 :

Gelet op de nakende inwerkingtreding van de nieuwe kansspelwet op 1 januari 2011, werd halverwege november 2010 binnen de regering van lopende zaken het akkoord bekomen om over te gaan tot finalisering van de ontwerpen van koninklijke besluiten inzake de belspelletjes. Deze ontwerpen waren reeds opgemaakt in de loop van de maand april van vorig jaar, zijnde nadat in maart de Kansspelcommissie haar evaluatierapport inzake de belspelletjes opgemaakt had. Eind april vorig jaar is evenwel de regering gevallen.

In november en december vorig jaar hebben er interkabinettenwerkgroepen plaatsgevonden, alsook een overlegvergadering met vertegenwoordigers van de sector van de belspelletjes enerzijds en van consumentenorganisaties anderzijds. Eind december werd een nieuwe interkabinettenvergadering bepaald op 20 januari - twee dagen na de uitzending van Basta - waarop de definitieve ontwerpen zouden worden besproken en goedgekeurd. Deze vergadering is doorgegaan en een akkoord omtrent de nieuwe teksten kon worden bereikt.

De definitieve ontwerpen van koninklijk besluit werden de daaropvolgende week, meer bepaald op 3 februari, voorgelegd aan de ministerraad ter kennisname. Momenteel is het nog wachten op het akkoord van begroting en het advies van de Raad van State. Zodra dit bekomen is, kunnen de teksten worden ondertekend en door de Koning bekrachtigd.

De teksten die werden opgemaakt, en waaromtrent binnen de partijen van de regering in lopende zaken op de vergadering van 20 januari een akkoord bereikt werd, houden een uitermate scherpe verstrenging in van de bestaande regelgeving.

1) Zo is voor een betere bescherming van de speler onder meer voorzien in de verplichting voor de vergunninghouder om de opgaves “duidelijk, transparant en ondubbelzinnig” te formuleren. Of dit het geval is zal op voorhand door de Kansspelcommissie moeten onderzocht worden. Enkel wanneer deze de vragen goed bevonden heeft zullen ze nog uitgezonden mogen worden.

2) Verder wordt ook de zogenaamde “jackpotronde” verboden. Dit wil zeggen dat de voorgespiegelde prijs ook steeds de te winnen prijs moet zijn bij correcte beantwoording van de vraag (en niet een prijs die men maximaal “zou kunnen winnen” in een bijkomende spelronde, een “jackpotronde”).

3) Verder zal aan de kijker/speler niet meer de valse indruk gegeven mogen worden dat hij onmiddellijk zal doorverbonden worden met de presentator. Er wordt immers gewerkt met een “doorschakelingsgemiddelde”, de reden waarom we te maken hebben met een kansspel. Het systeem van de zogenaamd “open lijn” wordt met andere woorden afgeschaft.

4) Ten slotte zal bijvoorbeeld ook steeds de opgegeven tijdsduur moeten gerespecteerd worden. Als bijvoorbeeld aangekondigd wordt dat er nog maar vijf minuten kan gebeld worden, dan zal het spel ook na die periode beëindigd moeten worden, iets wat nu dikwijls niet het geval blijkt te zijn.

Deze bepalingen lijken voldoende streng te zijn opdat voortaan belspelletjes enkel nog maar op een eerlijke wijze aangeboden zouden worden.

De belspelletjes op zich worden niet geviseerd, enkel deze die gebaseerd zijn op misleiding.

Uiteraard zal dit alles goed opgevolgd en gecontroleerd moeten worden. Ook daarvoor bestaan thans de nodige waarborgen en instrumenten. Het is immers zo dat de belspelletjes opgenomen werden in de nieuwe Kansspelwet (van 10 januari 2010).

De belspelletjes zijn daardoor vergunningsplichtig geworden. Dat heeft als belangrijke consequentie dat de Kansspelcommissie op een meer efficiënte wijze kan optreden: enerzijds in het kader van de uitreiking van de vergunning en anderzijds ook sanctionerend, met name door de vergunning te schorsen of in te trekken.

Daarnaast is het zo dat in de ontwerpen van koninklijk besluit opnieuw voorzien is dat de Kansspelcommissie jaarlijks een evaluatieverslag zal opmaken.

Indien bijgevolg volgend jaar zou blijken dat ondanks de nieuwe wet en de nieuwe koninklijke besluiten er zich problemen blijven voordoen, dan zal vooralsnog het initiatief kunnen genomen worden om ze te verbieden.

Als staatssecretaris diende te worden gewerkt in het kader van een wetgeving die door het Parlement werd goedgekeurd. Met de nieuwe ontwerpen van koninklijk besluit werd in uitvoering van de wet gewerkt aan een sluitende regeling voor de belspelletjes die misbruiken onmogelijk maakt en die de speler afdoende beschermt.