Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1365

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 15 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking - Federale Controle- en Evaluatiecommissie euthanasie - Raadgevend Comité voor Bio-ethiek - Werking

Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking
Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet betreffende de euthanasie
Raadgevend Comité voor bio-ethiek
rechten van de zieke
bio-ethiek
ethiek

Chronologie

15/2/2011Verzending vraag
31/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1365 d.d. 15 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In dit land bestaan er twee federale instanties die de ethisch geladen wetgeving met regelmaat evalueren. Het betreft de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking en de Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie. Daarnaast is er nog het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Haar voornaamste taak bestaat erin om op vraag van de verschillende overheden advies uit te brengen over ethische en sociale gevoeligheden in het domein van de gezondheidszorg.

Hoewel deze instanties een zekere overlapping vertonen en ze allen gehuisvest zijn in eenzelfde gebouw, beschikken ze elk over een andere wettelijke basis. Hierdoor verschillen de statuten van het administratief kader, en van de leden van de comités en commissies onderling sterk.

Het is dus nuttig zich af te vragen of dit de meest efficiënte organisatievorm is.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Bestaat er een vorm van gestructureerd overleg tussen deze verschillende instanties?

2) Wat is sinds 2002 de werklast (aantal en aard van de dossiers) en werkingskost van respectievelijk de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking, de Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek? Graag had ik deze cijfers verkregen met een onderscheid tussen werkingskosten en personeelskosten per jaar.

3) Hoe groot is het administratief kader van respectievelijk de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking, de Federale Controle- en Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek? Wat is de jaarlijkse werkingskost en personeelskost van deze kaders? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar.

4) Wat is voor de respectievelijke commissies en raad de vergoeding voor de leden? Hoe groot zijn de onkosten ingebracht van deze leden? Graag had ik deze cijfers opgesplitst verkregen per jaar.

5) Welke zijn volgens de geachte minister de voor- en nadelen van een (gedeeltelijke) samenvoeging van deze commissies en raad? Denkt zij dat een vorm van schaalvergroting voor het administratief kader tot een efficiëntere organisatie zou kunnen leiden?

Antwoord ontvangen op 31 maart 2011 :

In de loop van het voorbije jaar heeft mijn administratie overleg opgestart tussen de verschillende ondersteunende cellen van de commissies waar u naar verwijst (wet betreffende zwangerschapsonderbreking, euthanasiewet en Comité voor bio-ethiek), maar ook met de structuren die betrokken zijn bij de opvolging van de toepassing van de wetten rond palliatieve zorg, patiëntenrechten en in-vitro-experimenten op embryo's.

De werkingskosten in verband met deze diverse organen variëren en worden ook gedekt door financieringen van uiteenlopende herkomst.

De abortuscommissie en de euthanasiecommissie beschikken bij mijn administratie over een werkingsbudget van respectievelijk 15 000 euro en 18 000 euro; de euthanasiecommissie krijgt daarbovenop echter nog een financieringscomplement in het kader van de begroting van het departement Justitie; de werkingskosten van het Comité voor bio-ethiek worden daarentegen helemaal ten laste genomen door de begroting van het departement Justitie.

Wat de personeelskosten betreft, die worden ten belope van 140 000 euro ten laste genomen door mijn departement voor de abortuscommissie, en voor 83 000 euro voor het Comité voor bio-ethiek. Dit laatste comité geniet echter wel van een extra financiering bij het departement Justitie. Dat departement dekt ook de personeelskosten van de euthanasiecommissie.

Het administratief kader van deze diverse commissies kan (los van de financieringsbronnen) als volgt worden uitgedrukt:

- euthanasiecommissie : 2 VTE;

- abortuscommissie : 5.8 VTE;

- Comité voor bio-ethiek : 6 VTE.

De personeelskost hiervoor wordt weergegeven in de hogervermelde financieringsbedragen.

Tot slot belopen de specifieke kosten in verband met de zitpenningen en verplaatsingskosten van de leden van deze commissies respectievelijk :

- 4 500 euro voor de euthanasiecomissie;

- 2 589 euro voor de abortuscommissie;

-12 311 euro voor de Commissie voor bio-ethiek.

Het opgestarte overleg tussen de leden van de verschillende secretariaten van deze commissies, en de andere hogergenoemde commissies, zou het mogelijk moeten maken te komen tot de ontwikkeling van eventuele synergieën tussen de verschillende cellen. Een eventuele hervorming van het systeem zou echter aanzienlijke wetgevende werkzaamheden vergen : elk van de commissies vindt haar oorsprong in een verschillende wet, er zijn vele financieringsbronnen, en de aanwijzings- of benoemingswijzen van de leden van deze secretariaten beantwoorden aan uiteenlopende principes en logica's.