Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1351

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 februari 2011

aan de staatssecretaris voor Begroting, Migratie- en asielbeleid, Gezinsbeleid en Federale Culturele Instellingen

Asiel - Toekenning van het statuut van vluchteling - Seksuele geaardheid

politiek asiel
seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
politieke vluchteling
asielzoeker

Chronologie

15/2/2011Verzending vraag
10/5/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1351 d.d. 15 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Steeds meer asielzoekers vragen asiel aan op basis van discriminaties wegens hun seksuele geaardheid. Terecht neemt het Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen deze vorm van discriminatie zeer ernstig en worden discriminaties op basis van seksuele geaardheid steeds meer als basis aanvaard voor het toekennen van het statuut van politiek vluchteling.

Tegelijkertijd worstelt het Commissariaat met de afweging en inschatting van de waarachtigheid waarmee men zich beroept op homoseksualiteit. Er klonken getuigenissen die de wijze waarop van deze aanvragers op hun geaardheid werden ondervraagd, als bijzonder vreemd en zelfs ongepast beschreven. Het is daarom goed dat het Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen hieromtrent medewerking vroeg aan holebi-verenigingen, teneinde deze fragiele, gevoelige, moeilijke maar toch belangrijke afwegingen te maken.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:

1) Hoe kwam de samenwerking tussen het Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen en de holebi-verenigingen tot stand? Waaruit bestaat de concrete samenwerking? Wordt de ondervraging gezamenlijk vorm gegeven? Worden vertegenwoordigers van de holebi-verenigingen actief betrokken bij de gesprekken en interviews van de asielzoekers? Hoe worden de eerste resultaten van deze samenwerking geëvalueerd?

2) Werden er tegen deze samenwerking al politieke reacties ontvangen?

3) Zijn er landen die door het Commissariaat-Generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen als gevoeliger worden aangeduid wanneer het gaat over discriminaties op basis van seksuele geaardheid? Zo ja, welke zijn deze landen?

4) Uit welke landen komen de meeste asielzoekers die zich beroepen op hun seksuele geaardheid als basis voor hun asielaanvraag?

Antwoord ontvangen op 10 mei 2011 :

1) Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen is geheel onafhankelijk in haar beoordeling van asielaanvragen en in de wijze waarop ze deze beoordeling organiseert.

In het kader van een kwaliteitsvolle behandeling van asielaanvragen, onderhoudt het CGVS contacten met talrijke nationale en internationale gespecialiseerde organisaties. Deze contacten - van een formele samenwerking is niet altijd sprake - beogen een uitwisseling van expertise en kennis.

Homoseksualiteit is het belangrijkste gender-gebonden vervolgingsmotief aangehaald door asielzoekers In bepaalde landen bestaan bijvoorbeeld strafrechtelijke bepalingen die homoseksualiteit veroordelen, heerst er homofoob geweld waartegen geen overheidsbescherming mogelijk is, enz… . In het kader van het onderzoek van asielaanvragen waarbij seksuele geaardheid aan de basis ligt, onderhoudt het CGVS contacten met holebi-belangenorganisaties in binnen- en buitenland. Deze contacten bestaan er bijvoorbeeld in dat de interne richtlijnen in verband met interviewtechnieken voor dit profiel van asielzoekers voorafgaandelijk voor advies aan deze organisaties werd voorgelegd. Afgevaardigden van LGTB-groepen kunnen eveneens als vertrouwenspersonen de asielzoeker begeleiden tijdens de asielprocedure en bijvoorbeeld aanwezig zijn tijdens het gehoor.

In geen geval is er sprake van het gezamenlijk vormgeven van het gehoor. De protection officer van het CGVS heeft de volledige leiding over het gehoor en doet dit op omzichtige wijze, terugvallend op expertise inzake nationale en internationale wetgeving, landenkennis, interviewtechnieken, interculturele communicatie, enz…. De rol van de andere actoren die tijdens het gehoor aanwezig kunnen zijn (vertrouwenspersoon, enz…) is duidelijk afgebakend en omschreven in richtlijnen.

2) Neen.

3) Het CGVS hanteert voor geen enkele asielproblematiek lijsten van veilige of onveilige landen. Elke asielaanvraag wordt beoordeeld op basis van een grondige evaluatie van de situatie in het land van herkomst, de individuele verklaringen van de asielzoeker tijdens het gehoor op het CGVS en de individuele situatie van de betrokkene. Hetzelfde geldt voor asielaanvragen waarbij seksuele geaardheid aan de basis ligt. Het CGVS stelt vast dat hun aantal en de complexiteit van deze asieldossiers in 2010 aanzienlijk toenamen.

Hierbij vindt u een lijst van de belangrijkste landen uit de welke veel asielzoekers ‘seksuele geaardheid’ als basismotief voor hun asielaanvraag inroepen.

Top 5 van de landen van herkomst voor het motief “seksuele oriëntatie” (522 asielaanvragen) (1)

Senegal

126

Kameroen

80

Tanzania

48

Mauritanië

45

Guinee

27

Andere landen

196

(1) Cijfers verkregen op basis van de encodage in de databank van de beslissingen die door het CGVS werden genomen - in eenzelfde dossier kunnen verschillende motieven worden aangehaald.

Zoals reeds vermeld, gebeurt de toekenning van de vluchtelingenstatus na een grondige, individuele beoordeling van de asielmotieven gekaderd in de algemene situatie in het herkomstland. Deze beslissingen worden juridisch onderbouwd. Uit bovenstaande top 5 kan dus niet zonder meer worden afgeleid dat deze landen als onveilig dienen te worden beschouwd voor asielzoekers die hun seksuele geaardheid als basis inroepen voor hun vlucht.