Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-1187

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 3 februari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Ziekenhuizen - Hoofdverpleegkundige en overig verplegend personeel - Loonverschil

ziekenhuis
verplegend personeel
loonpremie
gelijkheid van beloning

Chronologie

3/2/2011Verzending vraag
14/3/2011Antwoord

Vraag nr. 5-1187 d.d. 3 februari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vandaag is de hoofdverpleegkundige een centrale figuur in het ziekenhuiswezen. Het mag dan ook niet verbazen dat als een hoofdverpleegkundige zijn of haar motivatie verliest, dat ernstige gevolgen heeft voor de (kosten)efficiëntie van de dienst. De oorzaak van het gebrek aan motivatie is de te kleine loonspanning tussen de hoofdverpleegkundige en het overige verplegend personeel.

In het koninklijk besluit van 22 juni 2010 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en onregelmatige prestaties, werden onder impuls van de geachte minister, de verpleegkundigen met een bijzondere beroepsbekwaamheid en een bijzondere beroepstitel via premies aanvullend vergoed. In de praktijk werd hierdoor de loonspanning tussen hoofdverpleegkundigen en ander verplegend personeel kleiner.

Graag had ik een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Hoeveel premies werden sindsdien uitgekeerd aan de verpleegkundigen die houder zijn van een bijzondere beroepsbekwaamheid en aan de verpleegkundigen die houder zijn van een bijzondere beroepstitel? Wat was de totale kostprijs hiervan? Graag had ik deze cijfers gekregen per gewest.

2) Hoeveel hoofdverpleegkundigen konden ingevolge dit koninklijk besluit aanspraak maken op een aanvullende premie? Wat was de totale kostprijs hiervan? Graag had ik deze cijfers gekregen per gewest.

3) Hoe is de gemiddelde loonspanning tussen hoofdverpleegkundigen en het overige verpleegkundig personeel de jongste tien jaar geëvolueerd? Is er een verschil merkbaar voor en na de invoering van het koninklijk besluit van 22 juni 2010? Graag had ik deze cijfers gekregen per gewest en volgens anciënniteit.

Antwoord ontvangen op 14 maart 2011 :

1) In de tabel hieronder vindt u het aantal FTE’s (Full-time equivalent) dat voorlopig in aanmerking werd genomen voor de financiering van de premie voor titels en bekwamingen.



TITELS

BEKWAMINGEN

VLAANDEREN

3 175,45

368,74

WALLONIE

1 374,01

28,91

BRUSSEL

992,71

47,43

TOTAAL

5 542,17

445,08


Het aantal FTE’s diende als basis om een voorlopige financiering aan de ziekenhuizen toe te kennen. Dit cijfer zal tijdens de herziening van dienstjaar 2010 worden bijgewerkt op basis van het reële aantal verpleegkundigen dat voldoet aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 22 juni 2010.

Het bedrag van de premie voor een titel bedraagt 3 341,50 euro bruto en het bedrag van de premie voor een bekwaming 1 113,80 euro bruto.

2) De hoofdverpleegkundigen hebben recht op de premie voor een titel of bekwaming naar rata van hun gepresteerde arbeidstijd in een dienst, functie of erkend zorgprogramma waar de specialisatie wordt aangeboden.

Aangezien de ziekenhuizen een voorlopige financiering kregen, hebben wij op dit ogenblik nog geen informatie over het aantal hoofdverpleegkundigen dat aanspraak kan maken op die premie.

3) Wij beschikken niet over voldoende gedetailleerde informatie om hierop te antwoorden.