Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11322

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 april 2014

aan de minister van Justitie

Werkstraffen - Vervangende gevangenisstraf - Omzettingen - Procedure - Beroep - Communicatie

vervangende straf
rechtsbijstand

Chronologie

2/4/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-11322 d.d. 2 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het juridisch instrument van een werkstraf wordt algemeen als een bijzonder nuttig en verantwoord middel beschouwd om mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd een straf te geven die ook de samenleving en de dader ten goede komt. Dit instrument zou moeten aangemoedigd worden.

Toch blijkt dat er in de praktijk vaak overgegaan wordt tot het omzetten van deze werkstraffen in vervangende gevangenisstraffen, hetgeen noch de dader, noch de samenleving ten goede komt. Dit moet dus vooral zoveel mogelijk vermeden worden. De procedure om een werkstraf om te zetten in een vervangende gevangenisstraf is uiterst onduidelijk en de kans op misbruiken is dan ook niet gering.

Ik heb dan ook enkele vragen hierover aan de geachte minister.

1) Wat is de voorziene procedure in verband met het omzetten van een werkstraf in een vervangende gevangenisstraf? Wie neemt hiertoe het initiatief?

2) Wanneer en hoe stelt men vast dat de veroordeelde tot een werkstraf deze niet wil of kan uitoefenen? Wordt daarbij de veroordeelde betrokken en in kennis gesteld van de omzetting? Is hiertegen een beroep mogelijk? Zo ja, bij wie? Zo niet, waarom niet en is dit geen schending van de rechten van verdediging?

3) Hoe waarborgt men dat er niet kwaadwillig tot een omzetting van de werkstraf wordt besloten? Hoe wordt een veroordeelde tot een werkstraf aangemaand om deze werkstraf uit te voeren? Waar kan hij meedelen dat hij deze werkstraf wil uitvoeren en waar kan hij melden dat hij deze heeft uitgevoerd?

4) Hoe gebeurt de communicatie tussen een correctionele rechtbank of een politierechtbank en de verantwoordelijke voor de opvolging van deze werkstraf? Is dit het justitiehuis van de woonplaats van betrokkene en hoe verloopt de communicatie tussen het justitiehuis en de betrokkene? Hoe kan men voorkomen dat het dossier naar een verkeerd justitiehuis wordt gezonden en dat de betrokkene niet op de hoogte is van de start van de periode waarbinnen de werkstraf dient uitgevoerd te worden? Kan men eenzijdig deze periode aanpassen of wijzigen? Hoe wordt de veroordeelde daarvoor geïnformeerd?