Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11308

van Els Van Hoof (CD&V) d.d. 2 april 2014

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

de asielaanvragen van vrouwen uit Guinee en de vrouwelijke genitale verminking

politiek asiel
seksuele verminking
Guinee
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
asielzoeker

Chronologie

2/4/2014Verzending vraag
15/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4745

Vraag nr. 5-11308 d.d. 2 april 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In aanloop naar Zero Tolerance Day tegen vrouwelijke genitale verminking verscheen in De Morgen een artikel over de problematiek. Daarin wordt gesteld dat asielaanvragen van vrouwen uit Guinee door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) jarenlang beoordeeld werden op basis van een rapport dat door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen beschouwd wordt als 'wetenschappelijk niet onderbouwd'. Een studie uit november 2013 van DHS Measure toont trouwens aan dat in Guinee nog altijd 97% van de vrouwen tussen 15 en 49 jaar besneden zijn.

Een studie van de vzw Intact, een referentiecentrum inzake vrouwelijke genitale verminking, toont bovendien een groot verschil in behandeling aan tussen de Nederlandstalige en Franstalige kamer van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Terwijl alle Nederlandstalige aanvragen in beroep worden afgewezen, werd één op twee Franstalige aanvragen finaal toch aanvaard.

In het algemeen krijgen weinig vrouwen asiel in België op basis van het motief 'genitale verminking'. Volgens een rapport van het UNHCR krijgt 2,6% in 2011 van de vluchtelingen uit landen met een risico op genitale verminking asiel in België. Dat cijfer ligt ver onder het cijfer van andere Europese landen zoals Zweden (6,9%), Frankrijk (11,8%), Duitsland (12,5%), Nederland (18%) en het Verenigd Koninkrijk (26%).

Ik had in dit verband volgende vragen:

1. Wordt het bewuste rapport nog gebruikt bij de beoordeling van dossiers van vluchtelingen uit Guinee? Zijn er andere criteria op basis waarvan dergelijke dossiers beoordeeld worden? Zo ja, welke en hoe verklaart de staatssecretaris het verschil tussen de Nederlandstalige en Franstalige kamer van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen?

2. Hoe verklaart de staatssecretaris het verschil met andere Europese landen? Door het feit dat er nu dubbel zoveel vrouwen met genitale verminking in ons land verblijven, zullen er meer asielaanvragen komen zodra zij kinderen krijgen. Bestaan er richtlijnen over het gebruik van genitale verminking als motief voor asiel? Zo ja, welke?

Antwoord ontvangen op 15 april 2014 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

De wet voorziet de beoordeling van asielaanvragen – met inbegrip van aanvragen op basis van het motief vrouwelijke genitale verminking - door onafhankelijke instanties, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en in beroep door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

De asielinstanties erkennen dat de situatie met betrekking tot vrouwelijke genitale verminking in Guinee problematisch is. Hoewel de traditionele vrouwelijke besnijdenis er strafbaar is, komt ze in de praktijk nog veel voor. Vandaar ook dat het CGVS in veel gevallen een beslissing tot erkenning van de status van vluchteling neemt. Maar dat betekent niet dat er in alle gevallen nood aan bescherming is. Het CGVS baseert zich op talrijke informatiebronnen over de situatie in Guinee die de reële situatie zo precies mogelijk weergeven en die voortdurend geactualiseerd worden.

Ik kan u meedelen dat in 2013 twee op drie asielbeslissingen, gebaseerd op genitale verminking, betrekking hadden op vrouwen en/of meisjes uit Guinee. De meerderheid van hen is afkomstig van de hoofdstad Conakry. In 2013 kende het CGVS aan 45 % van hen, voornamelijk vrouwen die vrezen dat hun dochter(s) de verminking zullen ondergaan bij terugkeer naar Guinee, de status van vluchteling toe. Niet alle relazen zijn dus geloofwaardig of zwaarwichtig genoeg om de toekenning van een asielstatus te rechtvaardigen.

Het komt de magistraat van de RVV toe zich in beroep uit te spreken over de nood aan internationale bescherming van de asielzoeker op basis van zijn individueel profiel en rekening houdend met de situatie in het land van herkomst.

Wat de meer algemene vraag over de eenheid van de rechtspraak betreft, deel ik u mee dat de regering recent een wetsontwerp heeft ingediend met bepaalde maatregelen om de huidige mechanismen van eenheid van de rechtspraak bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te versterken.

Met betrekking tot het rapport van UNHCR kan ik u zeggen dat dit rapport het erkenningspercentage voor bepaalde herkomstlanden vergelijkt voor alle asielzoekers, onafhankelijk van het profiel van de asielzoeker/asielzoekster. Hierin zijn dus ook de beslissingen opgenomen met betrekking tot mannen. Dit maakt een vergelijking niet representatief.

Ik kan hier eveneens herhalen dat het CGVS binnen de EU erkend wordt als een voorloper inzake genderbeleid en de toekenning van bescherming aan vrouwen met een gegronde vrees voor vrouwelijke genitale verminking alsook aan hun dochters. Dit beleid resulteert al vele jaren in een relatief hoge beschermingsgraad.