Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-11049

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 5 februari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De traumapsychologen

slachtofferhulp
gedragswetenschap
psychologie

Chronologie

5/2/2014Verzending vraag
22/4/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4558

Vraag nr. 5-11049 d.d. 5 februari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Traumapsychologen komen in actie bij rampen of andere traumatische ervaringen. Recente voorbeelden zijn de storm tijdens Pukkelpop of de busramp in Sierre. Hun professionele begeleiding voor slachtoffers en nabestaanden is vaak zeer belangrijk, niet alleen in de eerste dagen maar ook daarna.

Een psychisch trauma ontstaat wanneer de normale verwerking, namelijk verdediging, niet meer volstaat omdat de shock zo groot is. Niet alleen slachtoffers, maar ook bijna-slachtoffers en toeschouwers kunnen een trauma oplopen. Een vaak toegepaste behandeling is cognitieve gedragstherapie, die algemeen bekend staat als een goede oplossing. Via exposure stelt men zich in gedachten of in werkelijkheidbewust bloot aan alle details van een shockerende gebeurtenis, met name geluiden, geuren, gedachten. Hierdoor leert het brein via het cognitieve deel zaken in het emotionele deel te onderdrukken.

Graag ontving ik een antwoord op de volgende vragen.

1) Hoe omschrijft Volksgezondheid het concept "trauma"?

2) Is er in België een aparte erkenning voor traumapsychologen of psychotherapeuten die zich met trauma's bezighouden? Waarom wel of niet? Bestaat in ons land een opleiding voor de behandeling van trauma's? Hoe ontwikkelen de betrokken specialisten hieromtrent de nodige vaardigheden?

3) Indien neen op de vorige vraag: ziet de minister dit als een leemte in de psychotherapie?

4) Hoeveel traumapsychologen zijn er in ons land actief? Kan de minister deze cijfers meedelen, en dit voor de laatste vijf jaar? Volstaat dat aantal volgens haar?

5) Is er een standaardbehandeling of -therapie die wordt toegepast in ons land om trauma's te behandelen? Welke verschillende behandelingen worden door de overheid erkend? Kan de minister dat toelichten?

6) Bestaan er cijfers over het aantal mensen met een trauma die hiervoor behandeld worden? Kan de minister die meedelen en dat voor de laatste vijf jaar?

Antwoord ontvangen op 22 april 2014 :

1) Wanneer we spreken over “trauma” hebben we het over de diagnostische aandoening “post traumatische stress stoornis” of PTSS.

Voor de criteria van deze aandoening volgt FOD Volksgezondheid de omschrijving in de DSM-IV-TR (diagnostische handleiding voor professionele hulpverleners). Sinds kort is er een nieuwe versie van de DSM beschikbaar, maar wij bekijken nog of we de aanpassingen met betrekking tot PTSS kunnen volgen. 

Men kan spreken van PTSS wanneer:

A. De betrokkene is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarbij beide van de volgende van toepassing zijn:  

(1) betrokkene heeft ondervonden, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met één of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebracht, of die een bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen.

(2) tot de reacties van betrokkene behoorde intense angst, hulpeloosheid of afschuw.

B. De traumatische gebeurtenis wordt voortdurend herbeleefd op één (of meer) van de volgende manieren:

(1) recidiverende en zich opdringende onaangename herinneringen aan de gebeurtenis, met inbegrip van voorstellingen, gedachten of waarnemingen.

(2) recidiverend akelig dromen over de gebeurtenis.

(3) handelen of voelen alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaatsvindt (hiertoe behoren ook het gevoel van het opnieuw te beleven, illusies, hallucinaties en dissociatieve episodes met flashback, met inbegrip van die welke voorkomen bij het ontwaken of tijdens intoxicatie).

(4) intens psychisch lijden bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken.

(5) fysiologische reacties bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken.

C. Aanhoudend vermijden van prikkels die bij het trauma hoorden of afstomping van de algemene reactiviteit (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende:

(1) pogingen gedachten, gevoelens of gesprekken horend bij het trauma te vermijden.

(2) pogingen activiteiten, plaatsen of mensen die herinneringen oproepen aan het trauma te vermijden.

(3) onvermogen zich een belangrijk aspect van het trauma te herinneren.

(4) duidelijk verminderde belangstelling voor of deelneming aan belangrijke activiteiten.

(5) gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen.

(6) beperkt spectrum van gevoelens (bijvoorbeeld niet in staat gevoelens van liefde te hebben).

(7) gevoel een beperkte toekomst te hebben (bijvoorbeeld verwacht geen carrière te zullen maken, geen huwelijk, geen kinderen of geen normale levensverwachting)

D. Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende:

(1) moeite met inslapen of doorslapen.

(2) prikkelbaarheid of woede-uitbarstingen.

(3) moeite met concentreren.

(4) overmatige waakzaamheid.

(5) overdreven schrikreacties.

E. Duur van de stoornis (symptomen B, C en D) langer dan één maand

F. De stoornis veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen.

Bovendien zijn de letsels van een psychologisch trauma niet altijd onmiddellijk zichtbaar en bepaalde symptomen kunnen slechts vele jaren later optreden soms zonder reden of ten gevolge van een kleine gebeurtenis. De vormen en symptomen van deze trauma’s kunnen zeer verschillend en onvoorspelbaar zijn. Personen die aan een psychologisch trauma kunnen leiden zijn niet enkel rechtstreekse slachtoffers, maar ook de verwanten (vrienden, familie, enz.) de hulpverleners, de buren, enz. In feite zouden we kunnen zeggen elke persoon die een band heeft met de personen, de plaats en de omstandigheden van de ramp. 

2) De term “traumapsycholoog” is geen officiële term en is niet erkend in een specifieke wetgeving, maar verwijst naar psychologen of psychiaters die gespecialiseerd zijn in de begeleiding van mensen die een trauma hebben opgelopen of een risico lopen om problemen te ontwikkelen ten gevolge van een moeilijk verwerkingsproces. In ons land staan een beperkt aantal mensen “bekend” als “traumapsycholoog” door hun tussenkomst bij enkele belangrijke rampen.

De specialisten hebben meestal een basisopleiding als psycholoog of psychiater, vaak aangevuld met een therapeutische opleiding. Afhankelijk van de gekozen therapeutische opleiding, komen daar verschillende mogelijke benaderingen inzake trauma aan bod. Behalve de opleiding die wordt verstrekt door het centrum voor crisispsychologie van Defensie, bestaan er momenteel niet echt specifieke opleidingen voor het beheren van trauma’s voor psychologen en psychotherapeuten. Een wettelijke erkenning van de psychologen-clinici en psychotherapeuten waaraan ik momenteel werk, zou de erkenning op termijn van psychologen die gespecialiseerd zijn in trauma’s moeten vergemakkelijken en zou de organisatie van specifieke opleidingen terzake moeten bevorderen.  

3) Ik ben ervan overtuigd dat voor het beheer van trauma’s te wijten aan rampen een adequate opleiding van de beroepsbeoefenaars vereist is. Het ligt in mijn bedoeling om snel een wetgeving uit te werken om de psychologen-clinici en psychotherapeuten als gezondheidszorgactoren te erkennen.      

4) De implementatie van een wettelijk kader voor de uitoefening van de psychotherapie, waarin strikte voorwaarden op het vlak van de opleiding en de zorgkwaliteit voor de uitoefening van deze discipline en de erkenning van de psychologen-clinici worden vastgesteld, zou het op termijn mogelijk moeten maken om het aantal erkende psychologen en psychotherapeuten te kennen die actief zijn op het vlak van het beheren van trauma’s. 

5) Gelet op de vele verschillende soorten rampen en mogelijke soorten trauma’s bestaat er geen standaardtherapie of -behandeling. Er zijn verschillende mogelijke behandelingen voor PTSS, waarvoor wetenschappelijke evidentie bestaat. Een erkende psycholoog zal zelf, afhankelijk van zijn specialisatie en de persoon, de behandeling kiezen.  

6) De term « slachtoffer » wordt niet op een uniforme manier gedefinieerd. Personen die rechtstreeks betrokken zijn bij een ramp zijn slachtoffers, maar de familieleden, hun vrienden, de getuigen kunnen ook slachtoffer zijn. Sommige slachtoffers kunnen geen trauma ontwikkelen. Bijgevolg is het zeer moeilijk om een exact aantal personen met een trauma te bepalen. Het gaat steeds om schattingen die gebaseerd zijn op de indruk van de hulpverleners. Bepaalde slachtoffers van de ramp van Gellingen hebben zich pas jaren na de explosie geuit.