Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10992

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

de onduidelijkheid rond het 112-project voor noodcentrales

ASTRID
eerste hulp
politie
brandbestrijding

Chronologie

29/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-4479

Vraag nr. 5-10992 d.d. 29 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent verklaarde de minister in sommige media dat ze het zogenaamde 112-project stopzet.

Daarmee komt een einde aan het plan om de noodcentrales van politie en hulpdiensten per provincie te integreren.

De minister verwijst naar de bedenkelijke kwaliteit van wat tot op heden werd verwezenlijkt, zoals de berekening kortste routes voor helikopters, de stabiliteit van het telefoonverkeer enz.

De betrokkenen bij Astrid vragen de minister dringend om meer duidelijkheid, over de status van deze beslissing en over de toekomst van het project

Bijna tien jaar geleden besliste de toenmalige regering-Verhofstadt om de wildgroei aan centrales en noodnummers te rationaliseren.

Zo ontstond het 112-project: moderne telecommunicatie, integratie van alle hulpdiensten in één netwerk, per provincie.

Momenteel passen vier provincies dit toe: Oost- en West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Namen. In de provincie Antwerpen liggen de Astrid-werkstations al twee jaar stil.

De communicatie van de minister verrast en blijkt erg onduidelijk.

Bevestigt de minister dat zij het 112-project en de Astridnetwerken vanaf nu stopzet? Betekent dit het bankroet van dit project of koestert de minister nog hoop op een revitalisering van het project? In dat geval rijst de vraag naar de voorwaarden die de minister stelt aan een voortzetting. Op welke termijn en mits welke ingrepen en zal de minister daartoe extra middelen inzetten? Begrijpt de minister dat nogal wat betrokkenen de besluitvorming hieromtrent als erg onduidelijk ervaren en absolute duidelijkheid eisen? Hoe zal de minister omgaan met de provincies waar de Astridnetwerken operationeel zijn en met de vele investeringen die al gebeurden? Daarbij blijft de hamvraag: op welke wijze zullen burgers eindelijk op een adequate, efficiënte en effectieve wijze een hulpdienst kunnen contacteren. Want daar is het toch om te doen.