Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10968

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 januari 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Koerden - Geweld - Turkse geheime dienst - Belgische veiligheidsdiensten - Activisten - Veiligheidsmaatregelen

Turkije
geheime dienst
Koerdische kwestie
staatsveiligheid

Chronologie

24/1/2014Verzending vraag
17/4/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10969

Vraag nr. 5-10968 d.d. 24 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Iets meer dan een jaar geleden, op 9 januari 2013, werden in Parijs drie Koerdische activisten neergeschoten. De dader, Ömer Güney, werd snel opgepakt.

Recent doken er hieromtrent bewijzen op die duidelijk wijzen op de betrokkenheid van de Turkse veiligheidsdienst MIT. Daarbij bestaan er ernstige aanwijzingen dat Güney zijn wapens bekwam via contacten in Brussel.

Uit WikiLeaks documenten blijkt dat Belgische autoriteiten regelmatig door de Turkse autoriteiten worden aangemaand om op te treden tegen Koerdische activisten. België lijkt hieraan in de mate van het mogelijke tegemoet te willen komen, maar kan enkel optreden bij illegale activiteiten. Hoe dan ook worden de Koerdische politici, activisten en organisaties scherp in het oog gehouden.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de minister op de hoogte van deze nieuwe ontwikkelingen en de verwijzingen naar de Turkse geheime dienst? Is ons land betrokken in deze zaak? Heeft Frankrijk contact gezocht met België met betrekking tot de oorsprong van de moordwapens? Loopt hierover een onderzoek in België? Zo neen, zal men in het licht van deze informatie een onderzoek openen?

2) De WikiLeaks documenten bewijzen dat Koerdische organisaties en activisten in ons land scherp in het oog worden gehouden door de Belgische veiligheidsdiensten. Kan de minister dit bevestigen? Geldt dit strenge toezicht ook voor bepaalde Turkse nationalistische bewegingen en activisten? Acht zij dit dan niet aangewezen, gezien de spanningen en opstapelende incidenten tussen deze twee bevolkingsgroepen?

3) Zijn er indicaties dat de Turkse geheime dienst MIT in België sterk actief is? Hoe verloopt de relatie tussen België en de deze dienst? Worden hun activiteiten op ons grondgebied nauwlettend opgevolgd door de Belgische veiligheidsdiensten? Zo neen, vindt de minister dit dan niet noodzakelijk, gezien de meer dan waarschijnlijke betrokkenheid van deze dienst in aanslagen tegen Koerden?

4) Wat ondernemen de Belgische autoriteiten om de Koerdische gemeenschap en meer bepaald activisten te beschermen? Zijn er extra veiligheidsmaatregelen voor hen?

Antwoord ontvangen op 17 april 2014 :

De vragen 1 tot en met 3 hebben enerzijds betrekking op het gerechtelijk onderzoek en anderzijds op de activiteiten van de Veiligheid van de Staat. Deze vragen behoren niet tot mijn bevoegdheid, maar tot de bevoegdheid van mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw A. Turtelboom, aan wie u de vragen eveneens gesteld heeft. Ik zou u dan ook naar mijn collega willen verwijzen teneinde een antwoord te verkrijgen op deze vragen.

4. De situatie rond onder meer de Koerdische gemeenschap wordt voortdurend opgevolgd door de bevoegde diensten. Indien er uit die monitoring blijkt dat er een verhoogde dreiging geldt ten aanzien van de gemeenschap in het algemeen of ten aanzien van enkele personen in het bijzonder, dan zal ik niet nalaten verhoogde veiligheidsmaatregelen te laten nemen.