Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10965

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 januari 2014

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Dove en slechthorende mensen - Communicatieproblemen - Doventolken - Beleid - Ervaringsdeskundigen - Prioriteiten

lichamelijk gehandicapte
faciliteiten voor gehandicapten

Chronologie

24/1/2014Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-10965 d.d. 24 januari 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het hoeft weinig betoog dat dove (en slechthorende) mensen in vele situaties met ernstige communicatieproblemen kampen. Hoewel ze vaak heel communicatief onderlegd zijn, geschreven taal, liplezen, hanteren veel van deze mensen gebarentaal. In heel wat formele en officiële situaties is het omwille van de kwaliteit van de communicatie nodig om een doventolk in te schakelen. Ik stelde in dit verband al vragen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie na te gaan hoe de inschakeling van doventolken georganiseerd wordt en welke uitdagingen en noden er zijn. Ook andere ministers worden hiermee geconfronteerd.

Dove mensen hebben nood aan goede en voldoende doventolken . Uit het memorandum van de Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal blijkt dat deze nood erg acuut is.

Hierover de volgende vragen.

1) Voert de staatssecretaris een expliciet beleid gericht naar doven? Zo ja, met welke klemtonen en prioriteiten? Wordt hierbij bijzondere aandacht besteed aan de gebarentaal?

2) Is hij op de hoogte van problemen hieromtrent bij zijn collega's van diverse departementen die ook met dove mensen te maken krijgen?

3) Besteedt hij aandacht aan de beschikbaarheid van voldoende en kwaliteitsvolle doventolken?

4) Wat vindt de staatssecretaris van het voorstel om, naar analogie van mensen in armoede, ook ervaringsdeskundigen inzake doofheid als ervaringsdeskundige op te leiden en ter beschikking te stellen?

5) Ziet hij nog andere mogelijkheden waarbij de federale overheid de dienstverlening van zijn vele diensten beter toegankelijk zou kunnen maken voor dove burgers? Waar legt de staatssecretaris zijn prioriteiten en waarom?