Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10599

van Fatma Pehlivan (sp.a) d.d. 12 december 2013

aan de minister van Werk

de resultaten van de eerste sociaaleconomische monitoring

sociaal-economische omstandigheden
migrerende werknemer
toegang tot het arbeidsproces
zoeken naar een baan
Unia
etnische discriminatie
Myria

Chronologie

12/12/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3943

Vraag nr. 5-10599 d.d. 12 december 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Blanken of mensen met een Vlaamse/Belgisch klinkende naam hebben blijkens onderzoek veel meer kans op een job. Ze zijn bovendien oververtegenwoordigd in de betere en leukere jobs, ze verdienen meer en hebben ook vaker een stabiele loopbaan. Dat werd zopas aangetoond via de eerste editie van de Socio-Economische Monitoring van het Centrum voor Gelijke Kansen en de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, specifiek gericht op de invloed van nationaliteit en herkomst op de arbeidskansen.

Uit de monitoring blijkt niet alleen dat mensen met een migratieachtergrond moeilijker aan een baan geraken, want dat was al een tijdje geweten. Maar nog opvallender is dat er zich in de loop der jaren een 'primaire' en een 'secundaire arbeidsmarkt' hebben gevormd. Aan de ene kant heb je de beter betalende bediendejobs waarvoor een wat hogere opleiding vereist is, en die grosso modo bijna volledig door blanke dertigers met een Vlaamse naam worden ingevuld. Aan de andere kant heeft zich een secundaire markt ontwikkeld, met slechter betaalde en vaak deeltijdse banen in een zeer flexibel statuut, onze eigen variant op de mini-jobs. Daar is minder zekerheid, meer deeltijds werk, minder loon en weinig tot geen carrièreperspectieven. Niet eens zo verrassend worden deze jobs vooral ingenomen door mensen met een migratieachtergrond, zeker diegenen met een donkere huidskleur. En eenmaal je op die secundaire markt belandt, is het uitermate moeilijk om door te stromen naar een job uit de primaire arbeidsmarkt.

Wie niet de 'juiste' afkomst of een voldoende hoog opleidingsniveau heeft, loopt dus een hoger risico op werkloosheid, een lager loon en een nadeliger arbeidsregeling. Dit is te wijten aan zeer diverse oorzaken, waarbij allochtone burgers ook zelf een verantwoordelijkheid hebben, maar we kunnen er niet om heen dat er op de arbeidsmarkt nog steeds (directe of indirecte) discriminatie aanwezig is.

Volgens de directeur van het Minderhedenforum ging tot nog toe in de aanpak van ongelijkheid op de arbeidsmarkt te weinig specifieke aandacht naar etnisch-culturele diversiteit. Zo heeft de overheid wel concrete maatregelen ontwikkeld om meer 55-plussers aan het werk te krijgen, die tot positieve resultaten hebben geleid. Dit toont aan dat een effectieve aanpak van discriminatie op de arbeidsmarkt mogelijk is. Daarnaast stelt het Forum voor om overheidssubsidies in te zetten als middel om diversiteit af te dwingen. Wanneer er overheidsgeld wordt toegekend, zou diversiteit een afdwingbaar criterium moeten zijn.

We moeten dringend prioriteit geven aan het wegwerken van de structurele barrières voor werknemers van vreemde origine. Discriminatie is niet enkel onaanvaardbaar vanuit ethisch perspectief, maar heeft ook belangrijke economische consequenties. Gegeven de belangrijke vergrijzingsuitdagingen waar ons land voor staat, is het van groot belang een beroep te doen op alle bevolkingsgroepen zodat er geen ruimte is voor het (gedeeltelijk) uitsluiten van minderheidsgroepen.

1) Hoe evalueert u de resultaten van de socio-economische monitoring en welke conclusies trekt u voor het beleid?

2) Welke mogelijke oplossingen, op korte en lange termijn, ziet u om de structurele barrières die de toegang tot de arbeidsmarkt bemoeilijken voor werknemers van vreemde origine weg te werken?

3) Hoe staat u tegenover het pleidooi van het Minderhedenforum om overheidssubsidies in te zetten als middel voor meer diversiteit?