Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10427

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 20 november 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

"Stealth"-sms - Localisatie van een gsm - Politie - Veiligheidsdiensten - Gebruik - Richtlijnen - Toestemming - Onderzoeksrechter

mobiele telefoon
politie
staatsveiligheid
gerechtelijk onderzoek
telefoon- en briefgeheim
teledetectie
mobiele communicatie

Chronologie

20/11/2013Verzending vraag
10/2/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10428

Vraag nr. 5-10427 d.d. 20 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse politie maakt al acht jaar heimelijk en veelal ongeoorloofd gebruik van de "stealth"-sms, een middel waarmee vrij nauwkeurig kan worden bepaald waar iemand zich bevindt. Dat blijkt uit klachten van advocaten bij de privacyorganisatie Bits of Freedom en uit recente uitspraken van verschillende Nederlandse rechtbanken.

Een "stealth"-sms is voor de ontvanger onzichtbaar. Als de politie zo'n bericht verzendt, maakt de betreffende mobiele telefoon contact met een zendmast. Zo activeert de politie iemands telefoon waarna de locatie van het toestel is te achterhalen. Op die manier wordt de vereiste medewerking van een provider bij het lokaliseren van een mobiele telefoon omzeild.

De politie begon in 2005 met het gebruik van de "stealth"-technologie, maar stelde pas in 2008 een interne richtlijn op om de toepassing van het opsporingsmiddel te reguleren. In dat zogenoemde "GSM-concept" staat dat het lokaliseren van een mobiele telefoon alleen geoorloofd is bij een zwaar misdrijf en als er geen alternatief is. Voordat de politie het omstreden middel mag gebruiken, moet toestemming worden gevraagd aan een officier van justitie. Ingeval van onrustwekkende verdwijningen zoals minderjarigen of ouderen personen kan deze toepassing levens redden.

De rechtspraak is in Nederland alvast uiterst kritisch over de toepassing van de "stealth"-sms door de politie. In een uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch staat dat de manier waarop het middel wordt ingezet "de integriteit van de opsporing onvoldoende waarborgt".

Ik had dan ook volgende vragen voor de geachte ministers:

1) Gebruiken de politiediensten en/of andere veiligheidsdiensten waaronder staatsveiligheid in ons land de zogenaamde "stealth"-technologie waarbij via het versturen van een onzichtbare sms de locatie van het toestel nauwkeurig valt te bepalen? Zo neen, waarom niet en wordt het gebruik ervan overwogen naar de toekomst toe? Zo ja, kan u toelichten in welke gevallen?

2) Bestaan er bij de politiediensten of andere veiligheidsdiensten richtlijnen over het al of niet aanwenden van de "stealth"-sms? Zo ja, wat zijn de krachtlijnen? Zo neen, waarom niet en is dit niet aangewezen?

3) Moet bij ons de staatsveiligheid en/of de politie mochten zij willen gebruik maken van een "stealth"-sms toestemming vragen aan een onderzoeksrechter of een andere instantie? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u toelichten?

4) Hoe staat u ten aanzien van het mogelijks aanwenden van deze "stealth"-sms'en in gevallen waar mensenlevens in gevaar zijn of andere levensbedriegende situaties en bent u bereid het debat hieromtrent aan te gaan?

Antwoord ontvangen op 10 februari 2014 :

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheid, maar onder de bevoegdheden van mijn collega de minister van Justitie, aan wie u de vragen tevens gesteld heeft.