Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10339

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 november 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

de slechte stiptheidscijfers van de NMBS

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
vervoersduur
reizigersvervoer

Chronologie

12/11/2013Verzending vraag
2/12/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3873

Vraag nr. 5-10339 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Twee jaar geleden kondigden NMBS en Infrabel een groot actieplan aan: de stiptheid van de treinen zou indrukwekkend verbeteren. De cijfers van mei 2013 geven een tegengesteld beeld, met 86,8% een lichte daling tegenover 87,2 % in 2012: stabiel maar "onveranderd op een slecht niveau", zo oordeelt TreinTramBus (TTB). De stiptheidscijfers van 2004 - dus vóór de verkaveling van de NMBS - bedroegen 92%.

Het grote plan werkt dus niet, dat wordt schrijnend bewezen. Daarbij gelden excuses zoals de ramp in Wetteren niet, want die afgeschafte treinen worden immers niet in de stiptheidscijfers verrekend. De slechte cijfers cumuleren met vele andere problemen waarover ik de minister al zo vaak ondervroeg: afgeschafte lijnen, lege hogesnelheidstreinen, het Fyra-debacle enzovoort

Bevestigt de minister de - alweer - slechte stiptheidscijfers van de NMBS, zoals berekend voor de maand mei 2013 en waaruit blijkt dat de stiptheid nog steeds ondermaats blijft? Hoe verklaart de minister die slechte cijfers, zeker als men ze vergelijkt met de stiptheid in 2004, ondanks het heldhaftig aangekondigde grote plan voor meer stiptheid van de NMBS, nu twee jaar geleden? Rest de minister nog iets anders dan dit plan als ronduit mislukt te evalueren en kan hij de redenen voor de mislukking in alle openheid opsommen en vervolgens de aansprakelijkheid daarvoor, niet in het minst van de top van de onderdelen NMBS en Infrabel, in de meest duidelijke bewoordingen aan de kaak stellen?

Antwoord ontvangen op 2 december 2013 :

In antwoord op de vragen van het geachte lid verwijs ik naar mijn antwoord op schriftelijke vraag nr. 497 van volksvertegenwoordiger Tanguy Veys (QRVA 53 126, blz. 159-160).