Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10336

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 12 november 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

de informatie over de Fyra die de NMBS aan de Dienst veiligheid en interoperabiliteit der spoorwegen bezorgde

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
snelvervoer
Nederland
voertuig op rails
reizigersvervoer
veiligheid van het vervoer

Chronologie

12/11/2013Verzending vraag
20/11/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3832

Vraag nr. 5-10336 d.d. 12 november 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een recente hoorzitting in de Kamer getuigde de DVIS (overheidsdienst die de veiligheid van het spoor controleert) over de Fyra. Daarbij stelde de DVIS dat de NMBS naliet om alarmerende foto's van een falende Fyra aan die dienst te bezorgen. Dat leidde ertoe dat de DVIS relatief laattijdig, na een maand actieve dienst van de Fyra, de vergunning ervoor introk. Toch waren er voorafgaand al duidelijke tekenen van onveiligheid, onder andere een loshangende deur. Pas op 18 januari kreeg de DVIS een bericht over een ijzeren plaat die op het spoor was gevallen.

Hoe verklaart de minister dat de NMBS het zolang naliet om de dienst die de veiligheid van het spoor moet controleren en die eerder een vergunning voor de Fyra verstrekte, op de hoogte te brengen van een reeks problemen met de Fyra-treinen, zoals onder andere een loshangende deur?

Deelt de minister de hypothese dat die nalatigheid de veiligheid van reizigers en materiaal in gevaar bracht, onder meer omdat de DVIS bij de eerste melding meteen de rijvergunning van de Fyra introk?

Met welke argumenten verklaart de NMBS die wellicht gevaarlijke en ongeoorloofde nalatigheid en hoe komt het dat de NBMS zo stuntelig en onprofessioneel omging met de euvels van de Fyra in de korte periode dat ze operationeel was - in schril contrast met de stoere taal die nadien zou volgen?

Antwoord ontvangen op 20 november 2013 :

Als antwoord op de vragen van het geachte lid, verwijs ik naar mijn antwoord op zijn schriftelijke vraag n° 5-10333 die eveneens FYRA betreft.