Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10174

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 23 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de aspergillusschimmel

infectieziekte
ziekte van de luchtwegen
voorkoming van ziekten

Chronologie

23/10/2013Verzending vraag
6/1/2014Rappel
17/1/2014Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3830

Vraag nr. 5-10174 d.d. 23 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De resistente schimmel Aspergillus verspreidt zich steeds verder over Nederland. De schimmel kan, bij mensen met een verminderde weerstand, ernstige longinfecties veroorzaken. De schimmel komt in de lucht voor, maar is in Nederland nu ook teruggevonden in woonhuizen - en woonwijken. Deze nieuwe variant is zeer moeilijk te bestrijden en is vermoedelijk ontstaan door het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen schimmels in de leefomgeving. Nederlandse onderzoekers besteden veel aandacht aan deze nieuwe variant en noemen het zorgwekkend dat er steeds meer resistente schimmels voorkomen. Deze variant kwam voor het eerst voor in 2009 en ondertussen is reeds een derde van alle voorkomende schimmels deze specifieke variant. Mensen die al ziek zijn of een chronische longziekte hebben lopen de kans om flink ziek te worden van deze schimmel. In Nederland viel zelfs al een dode. De aspergillus komt tevens vaak voor op rottende vegetatie, bij papegaaien en in kraaiennesten.

Aangezien deze schimmel zich snel verspreidt in Nederland, is het niet ondenkbaar dat wij ook hier te maken hebben met een sterker voorkomen van deze resistente schimmel.

Ik heb volgende vragen voor de minister:

1) Kent u de publicatie in het medische vakblad "Clinical infectious diseases" over de resistente aspergillusschimmel?

2) Is het u bekend dat deze resistente variant ontstaat door het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen schimmel in de leefomgeving?

3) Is het effectief zo dat deze schimmel zeer moeilijk te bestrijden zou zijn?

4) Bent u bereid maatregelen te nemen om de verdere verspreiding van dergelijke resistente schimmels tegen te gaan? Zo ja, dewelke?

5) Wat zijn volgens u de concrete risico's verbonden aan de snelle verspreiding van deze resistente schimmels in de leefomgeving?

Antwoord ontvangen op 17 januari 2014 :

Ik ken het artikel waarnaar u verwijst.

Mijn administratie heeft in 2010 nationale referentiecentra (NRC) voor humane microbiologie opgericht. Een van de opdrachten van die NRC bestaat erin monitoringstudies uit te voeren en de nodige informatie te leveren om opkomende infecties aan te pakken.

Er bestaat een specifiek NRC “mycosen” (aan de Katholieke Universiteit Leuven). Via dat NRC wordt Aspergillus op prospectieve wijze in 18 ziekenhuizen in België gemonitord en wordt de gevoeligheid voor de antischimmels van de isolaten van Aspergillus fumigatus bestudeerd.

De resistente isolaten worden gekenmerkt en het resistentiemechanisme wordt er via de sequentiebepalingstechniek bestudeerd. Die prospectieve resistentiemonitoringstudie heeft een pan-resistentie voor de azolaten van 3,6 % aangetoond (Vermeylen et al., 2013).

Het NRC “Mycosen” publiceerde in 2012 een artikel dat het bestaan in België aantoont van de mutatie waarnaar het door u aangehaalde artikel verwijst.

Ik deel u ook mee dat de dienst “Mycologie-Aerobiologie” van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) in het kader van een onderzoeksproject de resistentie van Aspergillus fumigatus in het landbouwmilieu bestudeert.

Om op een andere van uw vragen te antwoorden: men kan onmogelijk maatregelen nemen om te vermijden dat resistente stammen van de Aspergillus fumigatus die al in het leefmilieu voorkomen zich zouden verspreiden. De stammen die de mutatie dragen zijn al wereldwijd verspreid, want die schimmel kan zich zeer ruim verspreiden. Het is ook belangrijk om de resistentie bij de patiënten in kaart te brengen om de antischimmelbehandeling aan te passen en in geval van resistentie zich op andere moleculen (Amphotericine B of echinocandinen) te richten, maar voriconazole blijft de uitverkoren molecule (respons- en overlevingsgraad 15 tot 20 % hoger dan niet-azolebehandelingen et orale inname). Het gebruik van grote dosissen triazole verdelgingsmiddelen in de landbouw en in bosbeschermingsbehandelingen zal er wellicht voor zorgen dat de Aspergillus fumigatus in de toekomst andere resistentiemechanismen tegen azolen zal ontwikkelen. De problematiek van het minder verdelgingsmiddelen gebruiken is een globale problematiek met Europese en internationale gevolgen. Aangezien de fytopathogene schimmels een resistentie lijken te ontwikkelen, spelen de actoren van de landbouwsector daarin een sleutelrol.