Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10134

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 18 oktober 2013

aan de minister van Justitie

Cyberaanvallen- Drugsbendes - Belgische containerbedrijven - Douanediensten - Cijfergegevens - Evolutie - Actieplan

computercriminaliteit
handel in verdovende middelen
officiële statistiek
douane
gegevensbescherming
Europol
container
douanecontrole

Chronologie

18/10/2013Verzending vraag
6/1/2014Rappel
13/2/2014Rappel
17/2/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10141
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-10140

Vraag nr. 5-10134 d.d. 18 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 24 juni 2013 stelde ik reeds een vraag over drugsbendes die cyberaanvallen organiseren op containerbedrijven. Tot op heden heb ik hier nog geen antwoord op gekregen. Toch blijft de problematiek actueel en evolueert het probleem snel. Op 16 oktober verscheen in De Morgen een artikel waarin Europol waarschuwt voor de cyberaanvallen van drugsbendes op de IT-systemen van containers. Deze bendes hacken de systemen van de containerbedrijven en weten op die manier welke containers waar en hoe gelost worden. Europol meldt dat zowel in Nederland als in België de drugsbendes zo te werk zijn gegaan. Minstens twee bedrijven in de haven van Antwerpen zijn de afgelopen twee jaar het slachtoffer geweest van zulke aanvallen. De Europol-directeur stelt voor dat politiediensten beter leren omgaan met computers, maar hij vraagt ook maatregelen van de overheden zodat er tegen zulke fenomenen beter kan gestreden worden.

We kunnen ons echter de vraag stellen of de criminele organisaties zich zullen blijven beperken tot het hacken van de containerbedrijven. Zij zouden hun pijlen kunnen richten op de controlediensten, zoals de douane. Bij het hacken van de douanediensten bestaat de kans dat criminelen op voorhand weten welke containers worden gecontroleerd. Bovendien zouden ze aanpassingen kunnen doen zodat de "drugscontainers" niet onderworpen worden aan een controle door de douane.

Hierover heb ik enkele vragen. Voor wat betreft de cijfers, gelieve deze te geven voor de afgelopen vijf jaar, opgedeeld per jaar en per haven.

1) Heeft de minister cijfergegevens over het aantal cyberaanvallen op containerbedrijven in Belgische havens? Indien ja, kan ze deze geven? Indien neen, acht ze het noodzakelijk om zulke aanvallen te registreren in de toekomst?

2) Heeft de minister cijfergegevens over het aantal cyberaanvallen op de Belgische douanediensten? Indien ja, kan ze deze geven? Indien neen, acht ze het noodzakelijk om zulke aanvallen te registreren in de toekomst?

3) Welke evolutie verwacht de minister aangaande deze problematiek? Kan ze toelichten?

4) Heeft de minister, gelet op de bezorgdheid van Europol, reeds een actieplan om beter te strijden tegen deze werkwijze? Indien ja, kan ze dit toelichten? Indien neen, acht ze het noodzakelijk om maatregelen te nemen in de toekomst? Waarom wel, waarom niet?

5) Acht de minister het, gelet op het internationale karakter van deze problematiek, nuttig om samen te werken met de Nederlandse overheid? Waarom wel? Waarom niet?

6) Wat is de mening van de minister aangaande de aanbevelingen van Europol? Kan ze concreet toelichten?

7) Acht u het mogelijk dat ook de douanediensten het slachtoffer worden van cyberaanvallen? Waarom wel? Waarom niet? Acht u het mogelijk dat dit reeds in het verleden is gebeurd? Kan u bij deze vragen toelichten?

8) Acht de minister het noodzakelijk om de cyberveiligheid van de douanediensten te verbeteren, gelet op hun spilfunctie binnen de handel? Waarom wel? Waarom niet?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2014 :

  1. De dienst Ballistiek van het NICC, kan dit niet meedelen aangezien zij geen zicht heeft op wat in beslag wordt genomen. Zij weet enkel wat bij haar wordt binnengebracht voor onderzoek. Ik verwijs naar de bevoegdheid van mijn collega de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, aan wie deze vraag ook werd gesteld onder het nummer 5-10140.

  2. In bijlage vindt u een tabel met daarin, voor de aan de dienst Ballistiek van het NICC toegekende dossiers, per arrondissement en per jaartal, een overzicht van de wapens en munitie die werd binnengebracht voor onderzoek.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.