Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10008

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 oktober 2013

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken

Euromunten van 1 en 2 cent - Afrondingsregels - Europese regelgeving - Controle - Kosten

euro
valuta

Chronologie

3/10/2013Verzending vraag
8/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-10008 d.d. 3 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De geachte minister antwoordde positief op een parlementaire vraag over nieuwe afrondingsregels voor de euromunten van 1 en 2 cent. Hij stelde wel de voorwaarde dat zo'n scenario de inflatie niet mag doen toenemen. Hij bestudeert daarom een aanpak waarbij afrondingen het gebruik van deze munten zou doen uitdoven.

Hierover de volgende vragen.

1) Realiseert de geachte minister zich dat dit initiatief verschillende eenheden/waarden de facto zal afschaffen, met name de waarde van 1 tot en met 4 cent, en dat daarmee een ingrijpende verandering zal plaatsvinden met heel veel en diverse consequenties?

2) De wettelijke betaalkracht van de muntjes van 1 en 2 cent ligt vast in een Europese verordening. Als er een Belgisch initiatief omtrent afronding wordt genomen, zal het dan gaan om een wettelijke of om een informele afspraak? Kan men handelaars de jure verplichten om hun prijzen naar beneden of naar boven af te ronden? Kan men consumenten de jure verplichten om geen gebruik te maken van de 1 en 2 eurocenten bij het maken van betalingen? Welke effecten sorteert deze aanpak op de (EU-) toeristen die wensen te betalen met dit betaalmiddel? Kortom, ontstaat er hieromtrent een conflict met de Europese regelgeving?

3) Men hoopt prijsstijgingen en inflatie tegen te gaan door af te ronden naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 5 eurocent, dus zowel naar boven als naar beneden. Op welke wijze gaat men dit controleren en afdwingen? Zal dit niet leiden tot een globale prijsverhoging, waar de geachte minister blijkens zijn standpunt ook voor vreest? Wie gaat deze gigantische operatie opvolgen? Gaat men handelaars beboeten indien ze deze regel niet naleven? Bestaan er daaromtrent al ramingen?

4) Welke directe en indirecte kosten (bijvoorbeeld aanpassen computersystemen) zijn er verbonden aan deze maatregel?

Antwoord ontvangen op 8 november 2013 :

1-2) Momenteel zijn er, volgens de cijfers van het Muntfonds, 670 miljoen stukken van twee cent en 679 miljoen stukken van een cent in België in omloop. Dit is een gemiddelde van 61 stukken van twee cent en 62 stukken van een cent per inwoner. België schrijft zich zo in, in het gemiddelde van de per inwoner in omloop gebrachte stukken in het eurogebied voor deze twee muntstukken.

Ik wens te onderstrepen dat er geenszins sprake is van een afschaffing van de muntstukken van een of twee cent. Het is trouwens niet aan de lidstaten van het eurogebied om over het statuut als wettig betaalmiddel van de euromuntstukken te beslissen: het is een bevoegdheid van de Raad van de Europese Unie en dit na advies te hebben genomen van de Europese Centrale Bank en het Europese Parlement. En dus, volgens zowel de Europese als Belgische wetgeving hieromtrent, kunnen alle biljetten en munten in euro, inclusief de munten van een en twee cent, gebruikt worden als wettig betaalmiddel, zelfs bij een handelaar die de symmetrische afronding zou toepassen.

De piste die ik wens te onderzoeken, bestaat erin om de handelaar die dit wenst toe te laten om de afronding toe te passen, mits een duidelijke aankondiging bij de ingang van zijn winkel en nog eens bij de kassa. Afronding wil zeggen symmetrische afronding op het totaal te betalen bedrag aan de kassa en dit voor alle betaalmogelijkheden aanvaard in zijn winkel. De klant behoudt het recht om het totaal te betalen bedrag van zijn aankopen, ook in het geval van afronding naar het dichtstbijzijnde bedrag dat deelbaar is door vijf cent, te betalen met al de wettelijke betaalmogelijkheden en dus ook met alle biljetten en munten in euro, inclusief de munten van 1 en twee cent.

Ik herinner er aan dat het niet de prijzen per stuk zijn die afgerond zullen worden, maar alleen het totaal te betalen bedrag aan de kassa, volgens de symmetrische regel, naar boven of naar beneden, naar gelang. Er zal in samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie moeten voorzien worden in een controle van deze regels.

3) Ik heb aan de Nationale Bank van België gevraagd om de eventuele gevolgen van de maatregel die ik overweeg te bestuderen en mij zo vlug mogelijk haar conclusies te bezorgen.

4) De kost van het terugvloeien van de een en twee cent, zal m.i. geen hinderpaal vormen. Bij de overschakeling naar de euro en de afschaffing van de muntstukken in Belgische frank, zijn slechts 15 % van de 50 centiemen en minder dan 50 % van de een frank teruggekomen. De bedoeling van mijn initiatief is precies de kosten te drukken voor zowel de Schatkist, als de banken en de kleinhandel. Ik wacht uiteraard op de conclusies van de Nationale Bank van België om een algemeen overzicht te hebben van alle voor- en nadelen.

In geval van toepassing van de afrondingsregels voor alle betaalmogelijkheden die aanvaard worden in de winkel die toetreedt tot de afrondingsmogelijkheid, zou de aanpassingskost voor de software van de kassa min of meer 50 euro bedragen. Maar nogmaals: de handelaar zou niet verplicht zijn om de afronding toe te passen.