Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-10007

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 3 oktober 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen - Opvang na goedkeuring van de asielaanvraag - Onderhandelingen met de gemeenschappen

illegale migratie
politiek asiel
OCMW
minderjarigheid
kind
asielzoeker

Chronologie

3/10/2013Verzending vraag
6/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-10007 d.d. 3 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Zoals u wellicht uit mijn vele vragen kunt afleiden, onderhoud ik regelmatige contacten met voogden (en hun verenigingen) van niet- begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV). Een van de problemen die zij steeds opnieuw aankaarten, is het gebrek aan opvang wanneer de asielaanvraag van de minderjarige werd goedgekeurd. Daarmee eindigt de opvang door Fedasil en staan de NMBV's van de ene op de andere dag letterlijk op straat. Het blijkt daarbij uitzonderlijk moeilijk om voor hen een gepaste woonplaats te vinden. De gemeenschappen (bijzondere jeugdzorg) nemen hun verantwoordelijkheid niet op, de Openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW's) weigeren daarom vaak om in te staan voor de huurwaarborg of andere hulp en daarenboven zijn private verhuurders zeer weigerachtig om hun woonsten te verhuren aan NMBV's. Sommige voogden merken cynisch op dat NMVB's om hun eigen bestwil beter later dan vroeger worden erkend.

Antwoorden op eerdere vragen naar een oplossing voor deze prangende problematiek geven de indruk dat de staatssecretaris de problematiek steeds voor zich uit schuift. Ze wijst onder andere op de functionele autonomie van de OCMW's, waardoor ze hen tot niets kan verplichten. Het overleg met de OCMW's leidt wel tot eensgezindheid over de noodzaak van een oplossing, maar blijkbaar niet tot concrete initiatieven (die het kleinschaligprojectniveau overstijgen).

Verder stelt ze dat de onderhandelingen tussen het federale niveau en de gemeenschappen over een betere doorstroming en begeleiding van NBMV nog steeds lopende zijn. Om de onderhandelingen maximale slaagkansen te geven, zou ze de inhoud ervan niet in detail kenbaar kunnen maken. U begrijpt dat ik me niet kan tevreden stellen met een dergelijk vrijblijvend antwoord.

Hierover de volgende vragen.

1) Kan de geachte staatssecretaris - zonder al te veel inhoudelijke details te geven - een stand van zaken geven over de onderhandelingen met de gemeenschappen over de opvang en begeleiding van NBMV's? Kan zij aantonen dat men hiermee met enige urgentie bezig is en dat er ook vooruitgang wordt geboekt? Wanneer vond de laatste vergadering plaats? Wanneer vindt de eerstvolgende vergadering plaats?

2) Startten er recent nog bijkomende initiatieven of zijn er onlangs nog akkoorden bereikt met de Vereniging van Steden en Gemeenten en de OCMW's met betrekking tot de opvang van NMBV's? Kan de geachte staatssecretaris aantonen dat men hiermee met enige urgentie bezig is en dat er ook vooruitgang wordt geboekt?

3) In een eerder antwoord stelde de geachte staatssecretaris dat sommige OCMW's, naar analogie met het OCMW van Antwerpen, een aanvraag hebben ingediend in het kader van de selectie van nieuwe projecten van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) 2013 die, na goedkeuring door het selectiecomité, tussen 1 januari 2014 en 30 juni 2015 moeten worden uitgevoerd. Over welk soort projecten gaat het hier? Welke OCMW's participeren uiteindelijk in het project en over hoeveel opvangplaatsen zou het daarbij gaan?

Antwoord ontvangen op 6 november 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) ontvangen bij het verkrijgen van een beschermings- of verblijfsstatuut niet automatisch maatschappelijke dienstverlening. Daarom verlengt Fedasil de opvang ten voordele van de jongere in haar centra zodat die samen met de voogd naar adequate opvang of een woning kan zoeken. Fedasil zet geen jongeren op straat die geen maatschappelijke dienstverlening hebben bekomen noch kunnen doorstromen naar de gespecialiseerde opvang van de gemeenschappen.

De onderhandelingen tussen het federale niveau en de gemeenschappen over een betere doorstroming en begeleiding van NBMV zijn in een eindfase beland. De laatste vergadering had plaats op 10 september 2013 en de bedoeling is om zo snel mogelijk een definitief akkoord te hebben.

Het overleg met de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s) en de Verenigingen van Steden en Gemeenten werd beëindigd. Er bestaat immers eensgezindheid over de noodzaak van bijkomende initiatieven inzake ambulante ondersteuning, opvang bij pleegfamilies en kleinschalige opvangcentra.

Het lopende project van het OCMW Antwerpen tot opvolging van 150 minderjarigen per jaar wordt alvast tot 31 december 2014 verder gezet en in het kader van het EVF 2013 is het project van het OCMW van Gent goedgekeurd. Vanaf 1 januari 2014 start het OCMW van Gent met het individueel opvolgen van 50 jongeren tussen 16 en 25 jaar.

Te verwachten valt dat meer OCMW´s dergelijke of andere initiatieven zullen starten.

Het dient herhaald dat het beperkte aanbod op de privé markt één van de voornaamste oorzaken is van de moeilijke zoektocht van de jongere en de voogd naar het vinden van een geschikte woning. Het woonbeleid behoort echter tot de bevoegdheid van de gewesten en net zoals bij de lokale overheden, respecteert de federale overheid haar autonomie.