Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-881

van Christophe Collignon (PS) d.d. 28 april 2008

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

NMBS - Strijd tegen ongevallen op de weg - Oprichting van een nachtdienst voor reizigers

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
ongeval bij het vervoer
reizigersvervoer
vervoer per spoor
spoorwegnet
nachtwerk

Chronologie

28/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/5/2008)
17/7/2008Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-234

Vraag nr. 4-881 d.d. 28 april 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

Er werden de voorbije jaren al talrijke maatregelen genomen om de Belgische burgers aan te sporen zo veel mogelijk gebruik te maken van het openbaar vervoer, meer bepaald van de trein. Met dat beleid, dat ik ruimschoots onderschrijf, werden al veel resultaten geboekt want de NMBS stelt een aanzienlijke stijging van het aantal reizigers vast.

Die maatregelen werden terecht toegespitst op de pendelaars die met de trein naar het werk rijden (gratis abonnementen voor de ambtenaren, financiële stimuli voor de bedrijven die de terugbetaling voor de treinkaarten verhogen, …). Het aanbod in de piekuren is verruimd, ook al zijn er nog problemen op het vlak van het plaatsaanbod in de treinen en stiptheid.

Ik wil echter uw aandacht vestigen op een aspect dat volledig uit het oog werd verloren. Ter gelegenheid van de Staten-generaal voor de Verkeersveiligheid van 12 maart 2007, werd beslist dat werk zou worden gemaakt van het verminderen van het aantal ongevallen op onze wegen. Iedereen weet dat de meeste ongevallen ’s avonds in de weekends gebeuren en dat het overmatige gebruik van alcohol daar vaak een grote rol in speelt.

Waarom speelt u als minister van Overheidsbedrijven geen grotere rol in het coördineren van die twee beleidsdomeinen? Ik heb het dan nog niet over het milieu-effect van een daling van het autogebruik.

Eén vaststelling ligt voor de hand. Steeds meer burgers beschikken wel over een treinabonnement, maar, behalve overdag, is het erg moeilijk om zich per trein te verplaatsen.

Er komen wel meer en meer campagnes om de mensen aan te sporen de auto thuis te laten, maar er is nog geen antwoord op de vraag hoe de mensen ’s avonds terug thuis geraken.

Ik verwijs naar een concrete situatie. De laatste trein vanuit Luik-Guillemins over de Waalse spooras en waarmee ik naar mijn gemeente Amay kan reizen, vertrekt om 20.50 uur! Hoe kan men een namiddag in Luik doorbrengen, een hapje eten in een restaurant en nadien rustig en veilig weer huiswaarts gaan als de laatste trein zo vroeg vertrekt?

Als ik mijn voertuig achterlaat aan het station van Hoei, het belangrijkste station van het arrondissement Hoei-Borgworm, is het probleem even groot, want dan moet ik mijn avond nog inkorten om de laatste trein te nemen die vanuit Luik naar Hoei rijdt en in het weekend om 22.38 uur vertrekt.

Anderzijds stel ik vast dat de laatste trein vanuit Brussel met bestemming Leuven en Luik om 00.01 uur vertrekt. De laatste trein om dat uur laten vertrekken in alle hoofdstations, namelijk Oostende, Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven, Luik, Namen, Charleroi en Bergen lijkt mij een doelstelling die op korte termijn in overweging kan worden genomen en realiseerbaar is.

Als de overheid de burgers efficiënte vervoersmogelijkheden biedt, niet alleen overdag, maar ook ’s avonds, kan ze het aantal ongevallen of gewoon het gebruik van de auto beduidend verminderen.

Ik vraag u bovendien om de NMBS via het beheerscontract de verplichting op te leggen een studie te laten maken over de kostprijs van het inleggen van één, twee of zelfs drie lokale treinen op de belangrijkste lijnen tussen 21.00 en 06.00 uur ’s ochtends. Mocht die regeling veel succes hebben, dan zou ze geleidelijk over het hele net kunnen worden uitgebreid. Die nachtelijke uren worden meestal gebruikt om het spoorwegnet te onderhouden, maar ik ben ervan overtuigd dat een goed onderhoudsplan toch de mogelijkheid laat bepaalde tijdstippen voor te behouden voor nachttreinen op de belangrijke lijnen.

Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoorden op mijn bedenkingen, die een dienstverlening beogen die van een overheidsbedrijf wordt verwacht.

Antwoord ontvangen op 17 juli 2008 :

Ik wil u er eerst aan herinneren dat deze vraag mij reeds werd gesteld (vraag om uitleg nr. 4-234, ongevormd in schriftelijke vraag). Als gevolg van deze parlementaire vraag had ik contact opgenomen met de NMBS opdat zij een studie zouden uitvoeren aangaande de kosten die een nachtdienst met zich meebrengt. Deze studie is nog niet af.

Ik wens echter de volgende elementen te benadrukken :

— Een nachtelijk spoorwegnet zou vooral nuttig zijn tussen de grote steden. Het zijn echter precies deze lijnen die een grotere behoefte hebben aan onderhoud. Dit onderhoud moet tijdens de nacht gebeuren.

— De nachtdienst vereist veel personeel. Dit personeel is, gezien de situatie op de arbeidsmarkt, moeilijk te vinden en wordt in de eerste plaats ingezet om het dagaanbod te versterken. Bovendien heeft nachtwerk een hogere kostprijs.

— Op de grote assen rijden de treinen al na 23 uur, maar er wordt slechts gering gebruik van gemaakt.

— Momenteel worden de bijkomende middelen gebruikt om de frequenties tijdens de spitsuren te verhogen opdat het merendeel van de klanten er voordeel van zou genieten en om extra klanten aan te trekken.