Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6955

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 12 februari 2010

aan de minister van Binnenlandse Zaken

School Shooting Incidents - Uitwerking van een plan - Betrokken actoren - Situatie in België

onderwijsinstelling
vuurwapen
openbare veiligheid

Chronologie

12/2/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/3/2010)
24/3/2010Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1450

Vraag nr. 4-6955 d.d. 12 februari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het buitenland werd men de laatste jaren regelmatig geconfronteerd met ernstige schietincidenten op en rond scholen. Bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, maar ook dichterbij in Duitsland, hebben zich zulke schietpartijen voorgedaan. Dat zette verschillende Europese landen ertoe aan een noodplan uit te werken dat specifiek op die noodsituaties is gericht. Nu zou ook in ons land worden gewerkt aan een dergelijk noodplan. Graag had ik van de geachte minister hierover aanvullende informatie ontvangen.

1. Klopt het dat ook in ons land werk wordt gemaakt van een speciaal plan " School Shooting Incidents "?

2. Om welke redenen wordt dat plan opgesteld en wat zijn de doelstellingen ervan?

3. Welke dienst neemt de coördinatie van het plan op zich en welke actoren worden bij de uitwerking ervan betrokken?

4. Zal men hierbij ook de buitenlandse expertise raadplegen?

5. Wordt ook de lokale politie betrokken bij dat plan?

6. Wanneer zal dat plan klaar zijn?

7. Zijn er de jongste jaren dreigingen geweest van ernstige gewelddadige incidenten op scholen in ons land?

Antwoord ontvangen op 24 maart 2010 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1. en 5. Naar aanleiding van school shooting incidents in andere landen mandateerden de Vaste Commissie van de Lokale Politie en de Commissaris-Generaal de heer P. Putteman, korpschef van de lokale politie Dendermonde, tot het opmaken van een ad hoc plan en het formuleren van bijbehorende aanbevelingen.

2. en 7. Op deze wijze wil men voorbereid zijn op soortgelijke incidenten, ook al hoopt men uiteraard dat deze zich niet (meer) voordoen in ons land.

3. Er werd een werkgroep opgestart, met vertegenwoordigers van o.m. de verschillende politiediensten (zowel federale als lokale politie) en een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid.

4. Bij de opmaak van het plan wordt ook buitenlandse expertise geraadpleegd. Zo zal de Nederlandse politie binnenkort zijn aanpak komen voorstellen. Daarnaast worden ook nog contacten gelegd met andere landen waar soortgelijke feiten werden gepleegd (Finland, Duitsland). Er zal ook een degelijk literatuuronderzoek worden verricht.

6. Men verwacht voor de zomervakantie het plan en de aanbevelingen te kunnen voorstellen.

Daar het de bedoeling is te komen tot een degelijk plan is het ongepast zich nu al te willen vastpinnen op een einddatum. Het is immers niet uitgesloten dat er nog andere partners moeten worden geraadpleegd.