Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6525

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 20 januari 2010

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven

Belgacom - Sociale tarieven - Ontduiking van verplichtingen - Maatregelen

telefoon
communicatietarief
Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
Proximus

Chronologie

20/1/2010Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/2/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-6526
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1350

Vraag nr. 4-6525 d.d. 20 januari 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie voorziet dat sommige categorieën van begunstigden sociale tariefvoorwaarden kunnen verkrijgen van elke operator die een openbare telefoondienst aanbiedt aan consumenten. Het gaat hier voornamelijk om bepaalde 65-plussers, sommige personen met een handicap van minstens 66 %, bepaalde gehoorgestoorden en mensen met een beperkt inkomen.

Deze personen kunnen genieten van 50 % vermindering van de kosten voor de aansluiting van hun telefoonlijn, van een korting van ongeveer 8,5 euro per maand op het abonnement en van een korting van 7,5 euro per maand voor telefoonverkeer naar binnenlandse en buitenlandse vaste lijnen en naar GSM's.

De betrokken operatoren grijpen echter een verschil tussen de Nederlandse en de Franse tekst van de wet aan om de verplichte kortingen slechts gedeeltelijk of in sommige gevallen zelfs helemaal niet toe te passen.

Belgacom, een overheidsbedrijf dat in principe een voorbeeldfunctie te vervullen heeft, gaat hier ook in de fout. Op zijn website publiceert Belgacom dat het sociaal telefoontarief slechts mag worden toegepast op enkele van zijn formules. Het blijkt dat deze formules vaak in de hogere prijsklasse vallen. Het sociaal telefoontarief is alleszins niet van toepassing op de goedkoopste formules van telefonie. Op deze manier schiet de maatregel van de sociale tarieven voor telefoongebruik zijn doel natuurlijk voorbij,namelijk communicatiemiddelen aanbieden aan alle groepen - ook de zwaksten - in de maatschappij.

Een bijkomend probleem is dat de korting die zojuist vernoemde consumenten kunnen genieten, niet aangepast wordt aan eventuele prijsstijgingen. Dit komt doordat het hier gaat om een forfaitair bedrag en niet om een percentage van een bepaalde standaardprijs voor telefonie. De bedragen van de kortingen worden klaarblijkelijk zelfs niet geïndexeerd. Wanneer men vaststelt dat de telecomoperatoren hun tarieven regelmatig verhogen, weet men dat het voor de zwakkere groepen in de maatschappij steeds moeilijker wordt om zich een abonnement te veroorloven.

1. Hoe kan het dat telecomoperatoren door een kleine redactionele onzuiverheid in de wetgeving verplichte kortingen ontduiken of enkel toepassen op hun duurste formules?

2. Schort er dan niet iets aan het toezicht op deze bedrijven?

3. Lijkt het de geachte minister niet aangewezen om maatregelen te nemen opdat de wetgeving rond telecommunicatie kan worden toegepast zoals ze oorspronkelijk bedoeld was? Op dit moment wordt het systeem van sociale telefoontarieven sterk ondermijnd; er moet dus dringend actie worden ondernomen.