Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-639

van Geert Lambert (SP.A-SPIRIT) d.d. 3 april 2008

aan de minister van Buitenlandse Zaken

NAVO - Plaatsing van een raketschild in Europa - Houding van België

NAVO
raketafweer
non-proliferatie van bewapening
Verenigde Staten
kernwapen
bewapeningspolitiek
Europees defensiebeleid
Europese veiligheid

Chronologie

3/4/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
12/6/2008Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-241

Vraag nr. 4-639 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Verenigde Staten willen raketten opstellen op het Europese vasteland – in samenwerking met Europese bondgenoten of met de NAVO – om zowel het Amerikaanse als het Europese grondgebied te beschermen tegen raketaanvallen vanuit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Na vier jaar stilletjes onderhandelen deed de Amerikaanse regering op 19 januari 2007 officieel een gunstig ontvangen verzoek aan de Tsjechische en Poolse regeringen om ten oosten van Praag een radarstation te bouwen en in Polen tien raketten op te stellen. Het hele systeem zou in 2011 operationeel moeten zijn.

Ook het Strategic Concept van de NAVO bevat de piste van bescherming van grondgebied, troepen en bevolkingscentra tegen middellange en grote afstands- ballistische raketaanvallen (full spectrum protection). In november 2006 aanvaardde de NAVO-top in Riga een studie van 10.000 pagina’s over de technische haalbaarheid, het tijdpad en de kosten van een alomvattend missile defence system met een besluit “ten gunste”. Tot deze studie werd vier jaar eerder besloten in Praag en ze is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de NAVO Conference of National Armaments Directors (CNAD) maar uitgevoerd door een consortium van alle bedrijven die werken aan deze raketsystemen. Van deze studie is nooit een samenvatting publiek gemaakt en parlementsleden die er om vragen wordt dit systematisch geweigerd. Binnen de NAVO wordt er wel voortdurend mee gezwaaid.

Er vallen evenwel kritische bedenkingen te maken over een raketschild. Ten eerste wordt heel vaag gedaan over het kostenplaatje ervan. Opstellen van het systeem in Polen en Tsjechië zou ongeveer 1,6 miljard dollar kosten. Uitbreiding van het systeem over héél West-Europa zou 5 miljard dollar kosten maar details hierover ontbreken volledig.

Ten tweede bevestigt een dergelijk “schild” de overheersing van het “militaire” in het veiligheidsdenken en leidt het naar een nieuwe wapenwedloop, met inbegrip van de ruimte. En het zullen de Amerikanen en niet hun bondgenoten zijn, die beslissen over het drukken op de afvuurknop. Ten derde blijkt het uitgangspunt dat “schurkenstaten” zoals Iran ons grondgebied zouden bedreigen niet op solide gronden te berusten en werd de Russische tegenwind onderschat. In de loop van 2007 bevroor Rusland als tegenreactie zijn deelname aan het aloude Verdrag op de Conventionele Wapens in Europa (CFE,).

In april 2008 bespreekt de NAVO de uitvoering van dit missile defence system opnieuw in Boekarest. Daarbij zouden beslissingen genomen kunnen worden zonder dat ooit één parlement er iets nuttigs over heeft kunnen zeggen bij gebrek aan inzage van de bovenvermelde studie. Dit roept gelijkenissen op met de vroegere sluipende besluitvorming over de kruisraketten.

Om te vermijden dat de Belgische burgers opnieuw voor een voldongen feit worden geplaatst, vernam ik graag van de geachte minister of België op deze NAVO-vergadering de opmaak tot de ingebruikstelling van een raketschild zal afwijzen?

Antwoord ontvangen op 12 juni 2008 :

Ter gelegenheid van de NAVO-Top die in Boekarest in april 2008 heeft plaatsgevonden hebben de Staats- en regeringshoofden van de Alliantie erkend dat de proliferatie van ballistische raketten een potentiële toekomstige bedreiging vormt voor het grondgebied en de inwoners van de NAVO-landen. Zij hebben hieruit geconcludeerd dat het dus gerechtvaardigd was om zich hiertegen te behoeden. Een antirakettenschild kan hiervoor een oplossing bieden, en het plaatsen van Amerikaanse onderdelen van een antirakettenschild op het Europese grondgebied draagt bij aan de veiligheid van de Europese-Atlantische ruimte.

Bijgevolg hebben de Staats- en regeringshoofden hun vertegenwoordigers in de Raad gevraagd om te onderzoeken hoe dit Amerikaanse systeem kan geïntegreerd worden in een eventueel NAVO raketafweersysteem, vooral rekening houdend met de imperatieven op het gebied van solidariteit en eenheid van de veiligheid tussen de leden van de Alliantie. Deze studie — die moet worden afgerond voor de volgende top van de Alliantie die gepland is in april 2009 — zal aan de politieke beslissingsnemers de technische en financiële gevolgen moeten uitleggen van de verschillende mogelijke opstellingen.

Deze verschillende elementen stemmen overeen met het Belgisch standpunt dat bepaald werd voor deze Top. Ons land heeft in Boekarest echter aangedrongen op het feit dat een raketafweersysteem slechts één van de mogelijke antwoorden is op het gevaar van proliferatie van ballistische raketten, en dat andere middelen, zoals diplomatie of onderhandelingen op het gebied van ontwapening, eveneens aangewend moeten worden. België verwacht van de studie die in Boekarest werd aangevraagd dat zij duidelijke antwoorden geeft betreffende de kosten verbonden aan de overwogen opstellingen, de doeltreffendheid van de voorgestelde systemen, de organisatie van de commandostructuur, en in verband met vragen over eventuele brokstukken.

Bovendien blijft België de nadruk leggen op het feit dat alle tot nu toe geleverde inspanningen om Rusland te informeren en uit te nodigen om deel te nemen aan de « discussies en, eventueel, aan een systeem dat de Europese veiligheidsopstelling beïnvloedt moeten worden voortgezet. Deze discussies moeten enerzijds plaatsvinden tussen Russen en Amerikanen, en anderzijds tussen de Russen en de leden van de Alliantie in het kader van de NAVO-Rusland-Raad.