Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6385

van Anne-Marie Lizin (Onafhankelijke) d.d. 29 december 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Koninklijk besluit van 10 juni 2006 - Zorgregio's - Toepassing - Aantal bestaande zorgregio's - Resultaten

ziekenhuis
kosten voor gezondheidszorg

Chronologie

29/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/1/2010)
9/3/2010Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1325

Vraag nr. 4-6385 d.d. 29 december 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Kunt u een stand van zaken geven over de toepassing van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moet voldoen?

Hoeveel zorgregio's zijn vandaag operationeel? Welke financieringsmechanismen en stimulansen zijn operationeel? Hoeveel keer werden ze gebruikt?

Wat zijn de resultaten van de eerste regio in Doornik?

Het voordeel van het initiatief van de zorgregio's, namelijk de samenwerking, kan aanleiding geven tot een subregionale verarming. Wat is uw mening?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2010 :

Ten eerste zijn het de gedefederaliseerde entiteiten (gemeenschappen en gewesten) die over de bevoegdheid beschikken om erkenningen en in het bijzonder erkenningen betreffende associaties omtrent “zorgbekkens” waarvan sprake is in het koninklijk besluit van 10 juni 2006 toe te kennen.

Ik heb tot op vandaag één enkel erkenning ontvangen vanwege het Waals Gewest voor een “zorgbekken”; het betreft de associatie Union médico-hospitalière du Tournaisis.

Wat betreft de mechanismen van de financiering van de associaties “zorgbekkens” wil ik eraan herinneren dat momenteel de ziekenhuisasssociaties niet beschikken over een afzonderlijk budget van diegene die integraal deel uitmaken van de associatie. Daareentegen, het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen voor de ziekenhuizen wel degelijk specifieke maatregelen bevat voor de ziekenhuizen die, in het kader van de “zorgbekkens” hun budget zien verminderen ten gevolge van een interne herstructurering of een samenwerkingsakkoord afgesloten met één of meerdere ziekenhuizen. Trouwens de zogezegde procedure “bouwkalender” (van de infrastructuur van ziekenhuizen) eveneeens herzien is geworden teneinde de werken die als prioritair beschouwd moeten worden te identificeren en hierdoor genieten van een afzonderlijke subsidiërings-maatregeling. Het betreft daar ook een hefboom ten einde, tenminste gedeeltelijk, de moeilijkheden waarmee de ziekenhuizen geconfronteerd worden die willen deel uitmaken in deze gewenste ontwikkeling en opgestart door mijn voorganger op te heffen.

En ten laatste wil ik nog de wijziging aanhalen vanaf 1 juli 2006 in het kader van de bedenkingen betreffende deze associaties “zorgbekkens” in het koninklijk besluit van 19 mei 1987 dat handelt over de berekening van de toe te kennen schadeloosstelling ten gevolge van van een beddensluiting. Deze wijziging is erop gericht om de toegang tot een schadeloosstelling te vergemakkelijken inzover deze wordt toegekend zodra 10 bedden worden gesloten (waar vroeger men tenminste een aparte volledige architecturale eenheid moest sluiten om van de schadeloostelling te kunnen genieten).

Ik beschik niet over formele informatie betreffende “zorgbekkens” in wording.

Om te eindigen, wil ik uitdrukkelijk erop wijzen dat, op vraag van het Waals Gewest, een werkgroep is opgericht in de schoot van de interministriële conferentie over de gezondheid. Deze moet zich buigen over de remmingen op de samenwerking tussen ziekenhuizen onderling en in het bijzonder de problemen waarop de ziekenhuizen stoten bij de concrete fase van samenwerking bij deze “zorgbekkens”, wat de diverse aspecten zijn van deze moeilijkheden (erkenningsnormen, financiële “straffen”, enz.)