Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-6098

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 7 december 2009

aan de staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Voorzitterschap van de Europese Unie - Discriminatie van holebi's - Concrete initiatieven

Europese Unie
seksuele minderheid
bestrijding van discriminatie
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
genderidentiteit

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
15/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5022

Vraag nr. 4-6098 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De bestrijding van discriminatie op basis van seksuele geaardheid is één van de prioriteiten van het Zweedse voorzitterschap van de Europese Unie (EU). Ook België veroordeelt traditiegetrouw zeer uitgesproken de onderdrukking van homoseksuelen in andere landen. Aangezien België in de tweede helft van volgend jaar het Europees voorzitterschap zal hebben, kunnen ook dan initiatieven worden uitgewerkt inzake de maatschappelijke aanvaarding en gelijkberechtiging van holebi’s, en dit zowel binnen de EU als naar derde landen toe.

1.Welke concrete initiatieven heeft het Zweeds voorzitterschap reeds ondernomen om de discriminatie van holebi’s tegen te gaan:

binnen de Europese Unie;

naar derde landen toe?

2.Welke concrete initiatieven staan er nog op stapel tot het einde van dit jaar?

3.Zal de maatschappelijke aanvaarding en gelijkberechtiging van holebi’s ook voor België een prioriteit zijn in de periode dat ons land het EU-voorzitterschap mag uitoefenen in de tweede helft van volgend jaar?

4.Welke doelstellingen zal het Belgisch EU-voorzitterschap vooropstellen?

5.Zal ook de goedkeuring door de Europese Lidstaten van de negenentwintig Yogyakartaprincipes, gebaseerd op de vaststelling dat seksuele geaardheid en gender-identiteit nooit de basis mogen vormen voor discriminatie of misbruik, op de agenda staan?

6.Zal België tegen de aanvang van het Europees voorzitterschap ook zelf deze Yogyakartaprincipes officieel aanvaarden, net zoals Vlaanderen dat overigens al heeft gedaan?

7.Welke concrete initiatieven wil België nemen tijdens het EU-voorzitterschap voor de gelijkberechtiging en maatschappelijke aanvaarding van holebi’s:

binnen de Europese Unie;

naar derde landen toe?

8.Zal het Belgisch voorzitterschap bijzondere aandacht besteden aan Europese Lidstaten, zoals Polen, Litouwen en Letland, waar regelmatig holebi-onvriendelijke maatregelen en statements worden genomen en / of uitgesproken?

9.Zo ja, welke strategie zal hier gevolgd worden?

Antwoord ontvangen op 15 december 2009 :

1. In het kader van de herziene sociale Agenda heeft de Europese Commissie vorig jaar aan de Raad en het Europees Parlement een voorstel voorgelegd over een richtlijn betreffende de toepassing van het principe van gelijke behandeling van personen zonder onderscheid van overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie. Dit voorstel zal een belangrijke stap vormen in de integratie van de rechten van de holebi’s. Deze ontwerp-richtlijn heeft veel aandacht gekregen onder het Zweedse Voorzitterschap, dat een nieuwe compromistekst op tafel heeft gelegd, in de hoop een akkoord te bereiken tijdens de EPSCO-Raad van 30 november 2009. Hoewel de meeste Lidstaten vrij gunstig stonden ten aanzien van het Zweedse compromisvoorstel, heeft zij niettemin haar ambities naar omlaag dienen te herzien, in het licht van belangrijke reserves vanwege bepaalde Lidstaten, en zal ze zich met een voortgangsverslag tijdens de EPSCO-Raad van 30 november 2009 tevreden moeten stellen.

2. Omdat dit ambitieuze project het Voorzitterschap al veel energie heeft gekost, wordt geen enkel ander initiatief op dit vlak voorzien voor het eind van dit jaar.

3. België en de Spaanse en Hongaarse partners, allen lid van hetzelfde voorzitterschapstrio in 2010-2011, wensen ook bijzondere aandacht te schenken aan de versterking, op Europees niveau, van de bescherming tegen elke vorm van discriminatie. Daarom zal het komende triovoorzitterschap waken over de verderzetting van het werk onder het Franse en Zweedse Europese Unie (EU)-Voorzitterschap met betrekking tot de ontwerprichtlijn over de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid.

4. Het is nog te vroeg om over doelstellingen van het Belgische Voorzitterschap te spreken, terwijl het Trio-Voorzitterschap nog niet eens is begonnen. Niettemin zal België er alles aan doen om tijdens de zes maanden van haar mandaat een akkoord te bereiken over dit ontwerp van richtlijn.

5–6 De Principes van Yogyakarta werden, voor zover ik weet, slechts door een minderheid van Lidstaten van de Unie, waaronder Nederland, formeel goedgekeurd. Momenteel is er onder Belgisch Voorzitterschap geen enkel initiatief voorzien met betrekking tot de goedkeuring van deze principes. Niettemin bent u zeker en vast op de hoogte van het feit dat in juni 2008 aan het federale Parlement een ontwerp-resolutie over dit onderwerp werd voorgelegd, die momenteel in behandeling is. Ik vestig er eveneens uw aandacht op dat op 18 december 2008 onder het Franse EU-Voorzitterschap een nieuwe universele verklaring tot “depenalisering van homosexualiteit“ werd voorgelegd aan de Verenigde Naties, die zich baseert op bepaalde sleutelprincipes van Yogyakarta. Deze oproep, gelanceerd door Frankrijk en Nederland, werd door 66 landen goedgekeurd, inclusief de 27 Lidstaten van de Europese Unie.

7. De agenda van evenementen onder ons toekomstig EU-Voorzitterschap wordt op dit moment verder uitgewerkt binnen de federale overheidsdiensten en door betrokken parastatale organen. Daarom is het nog prematuur om zich uit te spreken omtrent eventuele initiatieven die onder Belgisch Voorzitterschap genomen kunnen worden.

8-9. Wat betreft deze thematiek schijnt de situatie in de meeste nieuwe Lidstaten verbeterd te zijn. Ik vestig eveneens uw aandacht op het feit dat er zowel op het niveau van de Lidstaten als op Europees niveau klachtenmechanismen – hoewel soms voor verbetering vatbaar - bestaan,waarop de slachtoffers van discriminatie een beroep kunnen doen. We kunnen de nieuwe Lidstaten dus enkel aanmoedigen onze waarden van verdraagzaamheid over te nemen en ons verheugen over de weliswaar langzame maar positieve evolutie van de publieke opinie in deze landen ten aanzien van holebi’s.