Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5905

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Elektronische betalingen - Kleine handelszaken - Hoge kosten

detailhandel
kleinbedrijf
elektronisch betaalmiddel
elektronische bankhandeling
bankkosten

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
8/2/2010Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5051

Vraag nr. 4-5905 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Er was recentelijk heel wat te doen rond bepaalde winkels die het betalen met Proton niet langer mogelijk maken. Dat opende de discussie over een belangrijk probleem waar veel kleine handelszaken mee te kampen hebben, namelijk de hoge kosten verbonden aan het elektronische betalingsverkeer. Het is een goede zaak dat zoveel mogelijk ondernemers hun klanten de mogelijkheid bieden om elektronisch te betalen want dat heeft veel voordelen.

Toch blijft de hoge kostprijs van dit betalingsverkeer een doorn in het oog van veel kleine ondernemers. Single Euro Payments Area (SEPA), de Europese Eengemaakte Ruimte voor elektronisch betaalverkeer, schept een kader om gekende problemen ook in ons land aan te pakken. Een scherpere concurrentie schept betere prijsvoorwaarden. Ik vind dat de kleine handelszaken bij de aanpassing van het elektronisch betaalverkeer centraal moeten staan.

De Europese Commissie heeft recentelijk de zogenaamde Interchange Fee ter discussie gesteld. Dat zijn de vergoeding die banken elkaar aanrekenen om bij kaartbetaling het geld van de consumentenrekening naar de handelaarsrekening over te zetten. De grensoverschrijdende transacties worden door de Commissie nu aan banden gelegd. De binnenlandse verrichtingen blijven echter zeer duur. De minister weet ook dat de binnenlandse verrichtingen het hoofdaandeel uitmaken van de transacties voor kleine handelaars.

Ik zou dus met aandrang willen vragen om dit dossier voor ons land in een stroomversnelling te brengen. Het zou voor heel wat handelaars een concrete maatregel zijn die voor hen van grote betekenis is.

1.Welke concrete maatregelen zal de minister nemen om de voordelen van de SEPA ook in België in de praktijk om te zetten?

2.Deelt hij mijn mening dat hierbij vooral moet worden gekeken naar de belangen van de kleine handelaars die nu onredelijk hoge kosten betalen voor de dienstverlening van het elektronische betaalverkeer?

3.Is hij van plan om, in navolging van de Europese Commissie, de Interchange Fee voor binnenlandse verrichtingen aan strenge regels te onderwerpen? Heeft hij daar al concrete plannen voor?

Antwoord ontvangen op 8 februari 2010 :

1. Omdat Single Euro Payments Area (SEPA) een impact heeft op heel de maatschappij, leidt een steering committee op federaal niveau de introductie van de nieuwe betaalmiddelen in goede banen. De gouverneur van de Nationale Bank van België is voorzitter van deze stuurgroep die alle betrokken partners samenbrengt: de ministers van de federale regering en van de gewest- en gemeenschapsregeringen, topvertegenwoordigers van de banksector, De Post, de ondernemingen en de consumentenverenigingen. In de schoot van de stuurgroep werden een migratieplan en vooruitgangsrapporten voor België opgesteld. Mijn medewerkers nemen deel aan bovenvermelde werkzaamheden en volgen de evolutie en de impact van SEPA van nabij.

Wat het juridische luik betreft, dat onder meer SEPA omkadert, verwijs ik naar de omzetting van de richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van richtlijn 97/5/EG. Inmiddels zijn de drie omzettingswetten gepubliceerd. De nieuwe basiswet betreffende de betalingsdiensten (Kamer, 3e zitting van de 52e zittingsperiode, DOC 52 2179) dient niet enkel de invoering van SEPA juridisch te ondersteunen, maar desgevallend ook bij te sturen. Wat de kosten van betaalinstrumenten betreft voorziet artikel 56, paragraaf 3 bijvoorbeeld uitdrukkelijk de mogelijkheid dat een handelaar (de begunstigde van de betaler) een vergoeding vraagt of een korting aanbiedt voor het gebruik van een bepaald betaalinstrument.

Volledigheidshalve kan ik ook nog verwijzen naar verordening nummer 924/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van verordening 2560/2001/EG.

2. Ik ben mij bewust van de noodzaak om disproportionele kosten in het kader van de nationale transacties met behulp van een elektronisch betaalmiddel door middel van een kaart te beperken die de kleine handelaar en de handelaars in het algemeen betalen, en die bovendien doorgerekend kunnen worden ten aanzien van de verbruikers in de verkooppunten. Al deze kosten – de kaartbijdrage, interchange fee, merchant service fee, surcharge die elkaar beïnvloeden -, dienen evenwichtig en passend te zijn en gebaseerd op de werkelijke kosten. We moeten streven naar een tarifering voor handelaars die in verhouding staat tot de voordelen van het betaalmiddel en vermijden dat kosten disproportioneel aan de consument doorgerekend worden.

3. De Europese Commissie sloot inderdaad een akkoord met Mastercard om de interchange fees voor de buitenlandse verrichtingen te beperken. Het akkoord tussen Mastercard en de Commissie is echter tijdelijk, in afwachting van een uitspraak dat het Europees hof zal doen in het geschil tussen Mastercard en de Commissie. Daarnaast voert de Europese Commissie momenteel een nieuw onderzoek om de kosten en voordelen van betaalmiddelen in de hele Unie in kaart te brengen. Deze werkzaamheden worden door de Belgische Federale Overheidsdienst Economie, Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO), Middenstand en Energie van nabij opgevolgd.

Parallel hiermee werd recentelijk het initiatief gelanceerd waarbij handelaars en de banken onder mijn voorzitterschap gesprekken gaan voeren over elektronisch betaalverkeer, en waarbij het beperken van de kostprijs voor handelaar en consument één van de belangrijke doelstellingen uitmaakt. De voorbereidende gesprekken voor het overleg met de banken en handelaars is al gestart.

Daarnaast is het ook belangrijk aan te onderstrepen dat de verhoogde concurrentie de prijzen neerwaarts onder druk zal zetten. Er duiken bijvoorbeeld in België en Duitsland reeds concurrenten op voor Maestro van Mastercard en V-Pay van VISA. Het Belgische Payfair, een van die nieuwe spelers, maakte trouwens op 9 november jongstleden bekend zijn eerste betalingen uitgevoerd te hebben. We hebben er voor gezorgd dat die nieuwe spelers toegang krijgen tot de betalingssystemen en zo alle kansen krijgen om uit te groeien tot waardige uitdagers.

Een recent onderzoek van de Europese Commissie, gepubliceerd op 22 september 2009 toont aan dat België voor bankdiensten het derde goedkoopste land uit de unie is. Bovendien blijkt ons land ook goed te scoren op het vlak van transparantie en duidelijkheid van de tarifering. Gezien onze traditie van lage kosten en een kwalitatieve dienstverlening inzake betaaldiensten, ben ik ervan overtuigd dat we ook in het SEPA-tijdperk deze lijn kunnen blijven volgen.

Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat het overleg tussen de handelaars en de financiële instellingen tot positieve resultaten zal leiden en ik geen bijkomende dwingende maatregelen zal moeten.