Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-5738

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 7 december 2009

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Toeristische centra - Zondagsopening - Harmonisatie van de bestaande koninklijke besluiten

toeristisch gebied
kuststrook
openingstijd van een winkel
wekelijkse rusttijd

Chronologie

7/12/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
18/12/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-5049

Vraag nr. 4-5738 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het koninklijk besluit van 16 juni 2009 tot uitvoering van artikel 17, tweede lid, van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, regelt de procedure en criteria voor de erkenning als toeristisch centrum.

In de erkende toeristische centra gelden namelijk niet de bepalingen omtrent de sluitingsuren en de wekelijkse rustdag.

Met dit nieuwe koninklijke besluit heeft de minister getracht de oude koninklijke besluiten betreffende de erkenning als toeristisch centrum in het kader van de avondsluiting en van de wekelijkse rustdag te integreren en te moderniseren.

Verschillende organisaties werden geconsulteerd over dit nieuwe initiatief. De Vlaamse Vereniging van steden en gemeenten (VVSG) heeft daarbij gewezen op het koninklijk besluit van 9 mei 2007 betreffende de tewerkstelling op zondag in kleinhandelszaken en kapperssalons gevestigd in badplaatsen, luchtkuuroorden en toeristische centra, waarin de erkenning als toeristisch centrum in het kader van de tewerkstelling op zondag wordt geregeld. De VVSG vroeg om ook dit besluit op te nemen in het nieuwe besluit,maar dat is niet gebeurd. Toch zou het veel beter zijn mochten beide op elkaar worden afgestemd. Nu moeten nog altijd twee procedures worden gevolgd, twee dossiers worden opgemaakt en worden ze beoordeeld op basis van verschillende criteria. Een harmonisatie van beide besluiten was veel beter geweest.

1. Waarom is er geen harmonisatie gebeurd van het koninklijk besluit “erkenning toeristisch centrum in het kader van de avondsluiting en de wekelijkse rustdag“ en het koninklijk besluit “erkenning toeristisch centrum voor tewerkstelling op zondag“?

2. Is de minister van plan een harmonisatie tot stand te brengen inzake gelijklopende beoordelingscriteria voor beide koninklijke besluiten?

3. Wat als een gemeente wel als toeristisch centrum wordt erkend in het kader van de wet op de openingsuren en niet in het kader van de tewerkstelling op zondag of omgekeerd?

4. Aangezien er geen bepaling werd opgenomen over de duur van de erkenning van het toeristisch centrum wordt ervan uitgegaan dat de erkenning voor onbepaalde duur is. Is dat correct?

Antwoord ontvangen op 18 december 2009 :

1. Het valt niet te ontkennen dat de twee wetgevingen verwant zijn. Het is echter noodzakelijk de achterliggende filosofie te onderscheiden die aan de basis ligt. Terwijl de wetgeving die onder de bevoegdheid van Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid valt, tot doel heeft het ontstaan van een groter aantal loontrekkende werknemers te bevorderen, heeft deze die onder mijn bevoegdheid valt tot doel een sector van de economie dynamischer te maken die rust op het toerisme en die voornamelijk op de activiteiten van de zelfstandigen gericht is. Het is op basis van dit onderscheid dat eigen criteria geëist worden.

2.Gezien de hierboven vermelde verschillende doelstellingen, is een harmonisatie niet aan de orde.

3.Momenteel en gedurende verschillende decennia reeds bestaan er talrijke gemeenten die erkend zijn voor één van beide wetgevingen, zonder dat deze situatie ooit specifieke problemen met zich meegebracht heeft.

4.Inderdaad is de erkenning als toeristisch centrum van onbepaalde duur; maar artikel 7 van het koninklijk besluit van 16 juni 2009 tot uitvoering van artikel 17, tweede lid van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening bepaalt dat de erkenning van een gemeente als toeristisch centrum ingetrokken kan worden indien vastgesteld wordt dat zij niet langer voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel 2 van ditzelfde koninklijk besluit.