Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4936

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 4 november 2009

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Auteursrecht - Belgische leenregeling - Herziening

uitzondering op het auteursrecht
auteursrecht
volgrecht
documentverschaffing
bibliotheek
onderzoeksorganisme
onderwijsinstelling
hoger onderwijs

Chronologie

4/11/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5901

Vraag nr. 4-4936 d.d. 4 november 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Belgische leenregeling is vervat in de artikelen 62 tot en met 64 van de wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten van 30 juni 1994 en geeft uitvoering aan de Europese richtlijn 92/100/EG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het huur- en leenrecht en betreffende bepaalde naburige rechten van auteursrechten binnen het domein van de intellectuele eigendom.

Overeenkomstig artikel 62 van voornoemde wet hebben de auteur en de uitgever in geval van uitlening van werken van letterkunde, databanken, fotografische werken of partituren van muziekwerken onder de voorwaarden genoemd in artikel 23 van deze wet, recht op een vergoeding, de zogenaamde leenvergoeding. Zeventig procent van deze vergoeding komt toe aan de auteur en dertig procent aan de uitgever.

Het koninklijk besluit van 25 april 2004 betreffende de vergoedingsrechten voor openbare uitlening van de auteurs, vertolkende of uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en producenten van eerste vastleggingen van films voert de bepalingen van de auteurswet inzake het leenrecht uit en voorziet ook in enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor de onderwijsinstellingen en de wetenschappelijke onderzoeksinstellingen.

Drie Belgische auteursrechtenorganisaties vragen een herziening van de Belgische leenregeling op een viertal punten:

- uitbreiding van de leenvergoeding tot bibliotheken van instellingen van onderwijs en onderzoek;

- uitbreiding van het begrip leenrecht naar consultatie in leeszalen;

- instelling van een sperperiode van zes maanden. Tot zes maanden na publicatie zouden boeken niet voor uitlening in aanmerking komen of zelfs niet in een bibliotheek beschikbaar mogen zijn;

- een drastische verhoging van de leenvergoeding.

De Vlaamse Hogescholenraad (Vlhora) is het hiermee echter grondig oneens. Hij wenst geen wijziging van de bestaande regelgeving inzake het leenrecht.

Om voorgaande redenen had ik graag van de geachte minister een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Wat is het standpunt van de geachte minister met betrekking tot de concrete eisen van de auteursrechtenorganisaties?

2. Plant hij een wetgevend initiatief hieromtrent? Indien ja, welke richting gaat dit initiatief uit?