Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4358

van Marc Verwilghen (Open Vld) d.d. 9 september 2009

aan de minister van Justitie

Gevangenissen - Veiligheid - Beperking van de verplaatsingen van de gedetineerden - Videoconferencingsysteem - Proefproject - Evaluatie - Conclusies

strafgevangenis
overbrenging van gedetineerden
videocommunicatie

Chronologie

9/9/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/10/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5670

Vraag nr. 4-4358 d.d. 9 september 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2002 werd er zowel in Charleroi als in Leuven een proef opgestart waarbij gedetineerden via een videoconferencingsysteem vanuit de gevangenis voor de raadkamer konden verschijnen. Eén van de doelstellingen van dit project was om de veiligheidsrisico’s van verplaatsingen met gedetineerden te beperken.

In het licht van de meest recente ontsnapping uit het Brussels justitiepaleis van enkele gevangen die voor de correctionele rechtbank werden voorgeleid, én de vragen die gesteld worden over de ontoereikende beveiliging van het gebouw, had ik graag antwoord op het volgende:

1) Het proefproject werd vermoedelijk in 2006 stilgelegd. Werd hiervan een eindevaluatie gemaakt? Indien ja, wat waren de conclusies? Indien neen, waarom werd dit niet uitgevoerd?

2) Wat is de actuele staat van de apparatuur die destijds werd gebruikt voor de proefstelling? Kan de apparatuur bijgevolg op korte termijn terug ingezet worden?

3) Uw voorganger op Justitie, de heer Vandeurzen, was van plan om per 1 januari 2009 terug te starten met een videoconferencingsysteem voor de creatie van een virtueel hof van beroep te Hasselt dat in eerste instantie enkel in handels- en burgerlijke zaken zou gebruikt worden en na een half jaar al geëvalueerd zou worden.

Werd dit project ondertussen opgestart? Zo ja, bestaat er hiervan al evaluatie? Zo neen, waarom werd dit niet opgestart?

En, was het de bedoeling om dezelfde apparatuur als in 2002 hiervoor in te zetten?

4) Acht de geachte minister het tenslotte wenselijk om volluit de kaart te trekken van meer videoconferencingsystemen om zo de veiligheidsrisico’s bij verplaatsingen van gevangenen te beperken? Of, wenst hij eerder meer te investeren in de beveiliging van de gebouwen?