Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-4222

van Ann Somers (Open Vld) d.d. 26 augustus 2009

aan de staatssecretaris voor Begroting, voor Migratie- en asielbeleid, voor Gezinsbeleid, en voor de Federale Culturele Instellingen

Alleenstaanden - Invoering van een specifiek beleid

alleenstaande
vrijgezel
bestrijding van discriminatie

Chronologie

26/8/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/9/2009)
29/9/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4214
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4215
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4216
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4217
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4218
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4219
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4220
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4221
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4223
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-4224

Vraag nr. 4-4222 d.d. 26 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het globaal aantal alleenstaanden in ons land blijft stijgen. Uit recent cijfermateriaal van de FOD Economie blijkt dat het grootste aantal singles te vinden is in de leeftijdsgroep van 25 tot 29 jaar. In 2006 had 21.5% van de mannen in deze leeftijdscategorie geen partner. In iets minder dan dertig jaar is het aantal mannelijke singles nagenoeg verdrievoudigd.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld de grote gezinnen, voor wie allerhande sociale maatregelen, tariefreducties en dergelijke gelden en die kunnen genieten van ‘schaalvoordelen’ (bijvoorbeeld. op het vlak van verwarmingskosten, kadastraal inkomen, aankopen in grotere hoeveelheden tegen voordeeltarief, enz.), kunnen alleenstaanden meestal geen beroep doen op gunstmaatregelen. Tevens zijn alleenstaanden in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij ziekte of verlies van hun job, extra kwetsbaar.

Aangezien deze groep blijft toenemen, verdient ook zij aandacht van de beleidsmakers.

Ik kreeg dan ook graag een antwoord op de volgende vragen:

1)Erkent u dat alleenstaanden nood kunnen hebben aan beleidsmaatregelen die expliciet rekening houden met hun maatschappelijke situatie als alleenstaande?

2)Welke maatregelen heeft u binnen uw bevoegdheden genomen die specifiek gericht zijn op alleenstaanden?

3)

a)Zijn er bestaande discriminaties of situaties die expliciet nadelig zijn voor alleenstaanden, waaraan u op korte termijn wil verhelpen?

b)Zo ja, welke en wat gaat u hieraan doen?

4)Overweegt u maatregelen of acties die expliciet worden gericht op alleenstaanden met het oog op de relatieve versterking van hun sociale en financiële positie?

Antwoord ontvangen op 29 september 2009 :

Ik heb de eer het volgende te antwoorden op de vragen van het geachte lid :

Wij leven vandaag in een andere tijd dan onze grootouders en zelfs onze ouders. Het maatschappelijk model is geëvolueerd, en de gezinnen hebben deze evolutie mee gevolgd. Vandaag de dag bestaan er, naast de meer traditionele gezinnen, ook andere gezinsvormen: eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen maar uiteraard ook alleenstaanden.

Veeleer dan deze verschillende gezinscomponenten (die elkaar in het dagelijkse leven overigens steeds vaker opvolgen) tegenover elkaar te plaatsen, bekijk ik het gezin eerst en vooral vanuit een gemeenschappelijk en bundelend perspectief dat het type van de gezinsstructuur overstijgt.

Als Staatssecretaris voor Gezinsbeleid gaat mijn aandacht natuurlijk uit naar alle gezinsvormen en -modellen.

Ik ben een uitgesproken voorstander van een zo groot mogelijke gelijkheid tussen de verschillende gezinsvormen, ook wat betreft de kleinste gezinnen. Zo heb ik bijvoorbeeld mee het wetsvoorstel voor de objectivering van de berekening van de onderhoudsbijdragen ondersteund.

Mij bewust zijnde van de concrete moeilijkheden waarmee alleenstaanden kunnen geconfronteerd worden, in het bijzonder in deze crisisperiode, en tevens van de nadelige gevolgen gecreëerd door "valse" alleenstaanden, ben ik dan ook niet overtuigd van de opportuniteit van een nieuw specifiek beleid op dit vlak. Mijn collega's en vice-eerste ministers, belast met Werk, Financiën en Sociale Zaken zullen daarentegen beamen dat er op vandaag talrijke, zowel sociale als fiscale maatregelen bestaan die net gericht zijn op de specifieke situatie, soms zeer moeilijk, soms iets gunstiger, van de alleenstaanden.

Gezien ik mij van deze realiteit bewust ben, heb ik in het kader van mijn bevoegdheden een werkgroep opgericht, samengesteld uit de verenigingen van de deelstaten bevoegd inzake de strijd tegen geweldpleging op ouderen. De uiteindelijke doelstelling is ervaringen en `good practices' bijeen te brengen en te bundelen, om vervolgens te komen tot de definitie van een gemeenschappelijk lexicon en gemeenschappelijke concepten, vanuit een optiek van welzijn, eerbied en goede behandeling. De werkgroep, die eerstdaags zal worden uitgebreid met verschillende universiteitsprofessoren, buigt zich ook over het probleem van het isolement waarmee oudere personen geconfronteerd kunnen worden, en dat een bijzondere vorm van geweld betreft. Een informatie- en sensibiliseringscampagne zou hieromtrent in de loop van de eerste semester 2010 gelanceerd moeten worden.