Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2837

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 22 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Medicinale cannabis - Schengen-verklaring - Gebruik van medicinale cannabis in ons land

Akkoord van Schengen
officieel document
geneeswijze
psychotropicum
verdovend middel
handel in verdovende middelen

Chronologie

22/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/2/2009)
22/1/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-2838
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-642

Vraag nr. 4-2837 d.d. 22 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 2003 heeft Nederland medicinale cannabis gelegaliseerd. Dit maakt dat wie op doktersvoorschrift in Nederland, via een goed geregeld en gesloten systeem aan cannabis kan komen om dit voor medische doeleinden te gebruiken. Het gebruik van medicinale cannabis beperkt zich door deze regelgeving niet enkel tot binnen de Nederlandse landsgrenzen.

Dankzij een zogenaamde Schengen-verklaring kunnen zij die op voorschrift van een Nederlandse arts medicinale cannabis gebruik voor hun gezondheid, deze medicinale cannabis meenemen over de Nederlandse landsgrenzen. De patiënt moet dan samen met zijn Nederlandse arts een verklaring invullen indien men reist naar de landen van de Schengen-zone (België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden). De periode die men met medicinale cannabis in een ander Schengen-land mag verblijven wordt beperkt tot dertig dagen.

Graag had ik van de geachte minister geweten of een Belgische patiënt die een voorschrift voor medicinale cannabis om medische redenen bij een Nederlandse arts, en die in het bezit is van een Schengen-verklaring, juridische problemen kan ondervinden wanneer hij de medicinale cannabis in ons land binnen de dertig dagen gebruikt.

Antwoord ontvangen op 22 januari 2009 :

De interministeriële omzendbrief van 16 maart 1995 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1995) over de gevolgen van de Schengen-Overeenkomst in het domein van grenscontrole en de politiële en gerechtelijke samenwerking, ging uit van de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie.

Deze voorziet dat een certificaat (of een verklaring) voor het transport van verdovende en/of psychotrope stoffen, in het kader van een medische behandeling, door de competente autoriteit van een Lidstaat wordt afgeleverd aan de eigen residenten van deze Lidstaat.

Dit impliceert derhalve dat Nederland uitsluitend aan haar eigen residenten een dergelijk document mag afleveren en dus niet aan Belgische residenten zoals in uw vraag vermeld wordt.

Wat het toezicht op de uitvoering ervan betreft, heeft België diverse problemen ondervonden voor het correct toepassen van de Schengen-certificaten: de teksten gepubliceerd in de verschillende talen en in de verschillende landen zijn niet overeenstemmend.

De interpretatie van de terminologie is van land tot land verschillend.

Zo kunnen bijvoorbeeld, in het kader van de bij de Verenigde Naties ondertekende en geratificeerde internationale verdragen, enkel de competente autoriteiten dit document afleveren en voor echt verklaren en er hun handtekening op plaatsen.

Het is derhalve ondenkbaar dat elke voorschrijvende arts dit document voor echte zou kunnen verklaren, aangezien het op deze wijze interpreteren van het Schengen­akkoord zou indruisen tegen de beschikkingen van de in het kader van de bij de Verenigde Naties ondertekende en geratificeerde internationale verdragen.

Zo is anderzijds in België de arts niet meer bevoegd om zelf geneesmiddelen af te leveren, sinds de opheffing van voor de artsen om een geneesmiddelendepot te beheren.